Waar bent u naar op zoek?

Beelden van de hemel

25-04-2016

De hemel is de plaats waar God woont, zo vertellen we het vaak aan onze kinderen. Wat stellen we ons daar bij voor? Dr. E. Mackay mijmert over een plaats niet ver bij ons vandaan.

Kindertijd

Als kind had ik een vlot ergens bij een watertje in de Alblasserwaard. Op een stralende voorjaarsmorgen fietste ik naar het vlot, maakte het touw los, ging op mijn rug op het vlot liggen en liet me langzaam afdrijven. De golfjes kabbelden onder mij door en maakten klokachtige geluidjes. Een geur van voorjaar waaide over het water. Verder was er helemaal niets dan de stilte. En boven de polder de hemel. Ergens daarboven was God. Zoals het nu hier was, moest het in de hemel zijn. Regels uit Psalm 23 en Openbaringen 22 kwamen in me op. Alles rook hier naar de nieuwe aarde en de nieuwe hemel. Een nameloos heimwee vervulde mij.

Maar ik wist tegelijk ook dat de hemel ver weg was, want onze dominee vertelde dat je daar zomaar niet bij kon en dat je zomaar met een ingebeelde hemel naar de hel kon gaan. Een heilige huiver omving mij.

Jeugdtijd

Na een lange en heftige strijd ergens in de late jaren van mijn middelbareschooltijd kwam het in mijn ziel tot vrede met God. De beklemmende kinderangsten vielen weg en de hemel ging open als een angstloze plaats des vredes.

Ik ging het Woord doorgraven om een helder beeld te krijgen van deze hemelse werkelijkheid. De oudtestamentische beelden leken heen te wijzen naar een gelaagdheid van beneden naar boven. ‘In den beginne schiep God de hemelen en de aarde.’ Daarboven nog was er de ‘hemel der hemelen’ waar God een ‘ontoegankelijk licht’ bewoont en waar de aartsengelen voor Zijn aangezicht zijn en dag en nacht het ‘Heilig, heilig, heilig is de Heere der heerscharen’ zingen.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 29 april 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)