Waar bent u naar op zoek?

Vreemdelingschap en rentmeester-zijn

13-09-2016

Het christenleven dient een leven van toewijding te zijn. Rentmeesters gebruiken de aarde, maar putten die niet uit. Er zijn grenzen. Rentmeester-zijn is niet hetzelfde als een ‘cultuurmandaat’ hebben, constateert dr. J.D.Th. Wassenaar.

Het begrip ‘rentmeesterschap’ wil ik anders invullen dan degenen die over het cultuurmandaat van de mens geschreven hebben. Het begrip ‘cultuurmandaat’ brengt ons bij dr. A. Kuyper en dr. K. Schilder.

Taak in het heden

Om te beginnen Kuyper. Bij hem vinden we veel verwantschap met Calvijn. Hij presenteert een visie op de cultuur waarbij uitgegaan wordt van het onderscheid tussen algemene genade (gemene gratie) en bijzondere (particuliere). In deze optiek ligt de wereld open.

Alleen gaat Kuyper veel verder dan Calvijn. Zoveel verder zelfs dat zijn leer volgens dr. C. van der Kooi feitelijk in strijd is met die van de reformator. Kuypers cultuuroptimisme is naar zijn mening niet te verenigen met de vreemdelingschap in Calvijns denken.

Schilder kijkt anders tegen de leer van de algemene genade aan dan Kuyper, maar er blijft sprake van verwantschap tussen de beide neocalvinistische denkers. Beiden leggen de nadruk op de taak die de mens in het heden dient te volbrengen. Werd Calvijn soms tot aan de rand van de verachting van het aardse leven gebracht, bij Kuyper en Schilder komen we dat niet tegen. ‘Zij benadrukten dat het bij de mens als beeld van God vooral gaat om de heerschappij van de mens over de schepping. Hij moet de natuur tot ontwikkeling brengen. Zo ontstaat cultuur.’

Dr. W.H. Velema heeft de vraag gesteld of het cultuurmandaat bij Schilder zich met de gedachte van de vreemdelingschap laat verbinden. Zijns inziens wordt de aandacht bij Schilder verschoven van het ‘nog-niet’ (het vreemdeling-zijn) naar het ‘alsnog’ (het cultuurmandaat). Wat tot nu toe nog niet tot stand kwam, mag en moet namelijk alsnog door ons gerealiseerd worden. Zo wordt bij Schilder de menselijke cultuurarbeid een te overheersend bestanddeel voor het verloop en de afloop van de geschiedenis. Daarmee wordt onder meer miskend dat we in de laatste dagen leven en werken. Hetzelfde verwijt treft Kuyper.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 16 september 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)