Waar bent u naar op zoek?

Dagboek uit het werkkamp

02-01-2012

Dr.ir. J. van der Graaf geeft een hoogst persoonlijke impressie, geworteld in een diepe emotie, naar aanleiding van ´Uit het dagboek van Jaap van Beek´.

Maandag 7 januari 1945, een dag midden in de koude Hongerwinter. In de huiskamer boven de coöperatie in Ridderkerk, waar mijn grootvader zetbaas was, lag een Bijbel open op tafel. Vanaf de winkel vertrok een bakkerskar, met onder anderen mijn vader erin, op weg naar het Feyenoordstadion in Rotterdam.

Ik bleef als jochie zo lang mogelijk in draf de kar volgen. Totdat vader riep: ‘Janneman, ik ben de Bijbel vergeten.’ ‘Bernardus Smijtegelt’ en ‘Andrew Gray’ zaten wel in de koffer. De Bijbel heb ik alsnog in dubbele draf opgehaald.
Na een koude nacht in het stadion op stro, volgde transport per trein naar een van Hitlers werkkampen in Keulen. Dan begint ook een dagboek van Jaap van Beek, onlangs door zijn zoon Herman van Beek en John Mastenbroek verwerkt en ook uitvoerig toegelicht in Uit het dagboek van Jaap van Beek. Vanwege de impact die deze periode heeft gehad op ons gezin en derhalve op mijn kinderjaren, kan ik niet anders dan er een hoogst persoonlijke impressie van geven, geworteld in een diepe emotie.

Direct aan het begin staat een foto van ds. Chr. van de Woestijne. Na diens komst in 1940 naar Ridderkerk had ons gezin de overstap van de hervormde gemeente naar de gereformeerde gemeente gemaakt, de bakermat van mijn moeder. Op de zondag voorafgaande aan de wegvoering had hij na een preek over Mattheüs 4:4 de mannen boven de 18 jaar opgeroepen te gehoorzamen aan de ‘wettige overheid’ en naar Duitsland te gaan. Jaap van Beek ging, Bas van der Graaf ging en een groot aantal Ridderkerkers met hen. Ds. Van de Woestijne zelf vroeg en kreeg vrijstelling.