Waar bent u naar op zoek?

Digitale weerbaarheid

20-06-2017

Hoe meer keuzeruimte we als mensen hebben, hoe meer ons discipelschap en Godsvertrouwen op de proef worden gesteld. In een vrij, seculier en ontwikkeld land zoals Nederland is de omvang van deze verzoeking daarom groot, legt dr. Lidewey van der Sluis uit.

Hoe moeten we met deze situatie omgaan? De Bijbel leert ons dat wij talenten hebben ontvangen om hiermee tot zegen te zijn voor onze naaste en tot eer van God. Daarnaast hebben wij een roeping en bestemming die in het verlengde ligt van de door ons uit genade ontvangen gaven. De combinatie van deze twee elementen kunnen we zien als de koers die onze Leidsman met ons voor ogen heeft.

Hoe ontdekken wij die koers? Hoe kunnen we Gods weg met onze talenten volgen en in Zijn armen leven en leren? Wat betekent het om elkaars talenten en roeping te eerbiedigen?

Talentgericht volgen

Deze praktische vragen zijn niet eenvoudig, omdat we naast talenten en een barmhartige Vader in de hemel ook de ruimte hebben gekregen om op eigen benen te staan. Deze ruimte is onze oefenruimte in geloof, hoop en liefde. Het doet een beroep op onze verantwoordelijkheid voor hetgeen ons is toevertrouwd. Als beelddragers van God geeft dit iedere christen de mogelijkheid om op unieke wijze waardige discipelen te zijn van God. Maar in het vrije, seculiere en ontwikkelde Nederland met zijn grote keuzeruimte is dit extra moeilijk.

Naast de secularisering is de digitalisering een grote uitdaging voor zulk talentgericht volgerschap. Zoals de evangelisten, onder wie Mattheüs, talentgericht volgerschap in een liefdevol verticaal perspectief plaatsen, beschenen door het paaslicht, zo zet de digitalisering talent- en loopbaanontwikkeling en ook persoonlijke ontwikkeling in een fel en horizontaal kunstlicht.

De kunst voor christenen is om met dat felle, horizontale kunstlicht om te gaan. Dit vergt vooral van jongeren die zijn vergroeid met de digitale wereld dat zij weerbaar en wendbaar zijn in hun houding en keuzes. Hiertoe volgen hierna enkele lessen in digitale weerbaarheid.

Facebookmentaliteit

De oorsprong van de likeals nieuw begrip in onze taal ligt in de online wereld. Op 9 februari 2009 introduceerde Facebook de like met een hand met een opgestoken duim als symbool. De gedachte achter deze emoticon was dat gebruikers hiermee in staat werden gesteld om positieve feedback te geven en om zich te verbinden met zaken waar ze om geven. Zo ontstond er een manier waarop je kon laten zien waar je van hield.

De introductie van de likemarkeert de opkomst van de Facebookmentaliteit. Dat is een mentaliteit die inmiddels diep is doorgedrongen in onze maatschappij. De likecultuur tiert welig. Te pas en te onpas vinden we ergens wat van en ventileren we de eigen mening, online én offline. Het recht op een mening viert hoogtij en het aantal likes is een graadmeter geworden van relevantie en kwaliteit.

Ook in gemeenschappen zoals bedrijven, onderwijsinstellingen, verzorgings- en verpleeghuizen, maatschappelijke organisaties en gemeentelijke instanties draait het tegenwoordig veel om de likes van klanten, studenten, patiënten, burgers en gemeenteleden. ‘Like ons op Facebook!’ schreeuwen de marketingleuzen ons toe. Door iets of iemand te liken, kun je zelfs in sommige gevallen prijzen winnen.

Alarmbel

Aangewakkerd door de grenzeloze digitale mogelijkheden delen mensen te pas en te onpas duimpjes uit alsof het niets is. Ergens iets van vinden, hoe onwetend of bevooroordeeld ook, en het eigen oordeel publiekelijk ten toon spreiden, is volstrekt normaal geworden.

Als we deze nieuwe kwaliteitskaders naast de Bijbel leggen, gaan er alarmbellen af. Het Woord van God is namelijk gelardeerd met de oproep om vooral níetjezelf als maatstaf te nemen en om níet te oordelen over een ander. Daarnaast is er geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan. Dit nobody is perfectbesef tezamen met de opdracht om jezelf niet als jury van anderen te beschouwen maakt dat christenen terughoudend zouden moeten zijn met hun likes en oordelen. Dit geldt voor in de binnenkamer alsook voor hun communicatie hierover in de digitale kamersop het internet.

Voorbeeldgedrag

Juist christenen zouden zich moeten distantiëren van het digitale denken waarbij mensen in hokjes worden geplaatst. Wie zijn wij om de schapen en bokken van elkaar te scheiden? Bovendien zullen vele laatsten de eersten zijn. De like-cultuur daagt ons uit om de splinters van anderen te benadrukken zonder oog voor de balk in ons eigen oog. Laten we daar niet intrappen. Christenen zouden hierin voorbeeldgedrag moeten tonen door de mond te snoeren als het gaat om het beoordelen van anderen, zowel ten positieve als ten negatieve.

Het is frappant dat het woord digitaal is afgeleid van het Latijnse woord digitus, dat vinger betekent. In de digitale wereld zijn vingers heel belangrijk. Door codes met onze vingers in te tikken krijgen we toegang en eenmaal binnen bewegen we ons in die wereld door met onze vingers te typen, appen, bellen en swipen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de digitale wereld ons inmiddels heeft doordrenkt van het (op de vingers) telbare en digitaal deelbare maar weinig genuanceerde denken. Met leuzen als ‘Geef ons een duimpje!’ en ‘Likeons op Facebook!’ worden mensen massaal, zowel online als offline, in de beoordeelstand gezet.

Zoals de boekdrukkunst de weg baande om lezen en kennisontwikkeling voor een breed publiek toegankelijk te maken, zo heeft de digitalisering een landschap gecreëerd waar de stem van de massa gehoord wordt.

Groepsproces

Daar wringt de schoen vanuit het perspectief van discipelschap en talentgericht volgerschap, want christenen behoren niet bij de massa maar bij God. Zij liken en volgen geen idolen of populaire bloggers of vloggers, maar laten zich leiden door Gods hand, Zijn roeping en de uit genade ontvangen talenten. Dit leidt tot het bewandelen van minder bekende paden en tot het belanden op plekken der moeite. Het verblijf daar is niet zo Facebook-geniek en leent zich tevens allerminst voor een selfie

of een foto op Snapchat of Instagram.

Christenen vissen hierdoor achter het net, want de massa wil sappige verhalen, mooie foto’s, en spannende belevenissen tot zich nemen. Die worden geliket.

Uit onderzoek van economen en sociologen blijkt bijvoorbeeld dat de hoeveelheid likes geen optelsom is van individuele meningen maar het resultaat van een groepsproces waarin kuddegedrag een grote rol speelt. Ter illustratie: restaurants die eerste klanten betalen om in het zicht bij het raam te komen zitten, wakkeren een domino-effect aan waardoor die restaurants veel eerder vol zitten dan restaurants die veronderstellen dat klanten voor de kwaliteit van het eten komen dineren.

Wat betekent deze spiraalwerking van de like-cultuur voor christenen? Hoe gaan wij om met de digitale ruimte om talentgericht te leven en om ons geloof te belijden? Laten wij ons hoofd koel houden, de jeugd toerusten om in het digitale vaarwater het hoofd boven water te kunnen houden en belijdende gemeenteleden ook online vissers van mensen laten zijn.

Lef

Het schouderklopje van vroeger is door de digitalisering aangevuld met het duimpje van tegenwoordig. Wie gaven wij een schouderklopje en wie geven wij een duimpje? En waarom was dat? Die laatste vraag is interessant, want het antwoord hierop belicht onze meetlat.

Anders gezegd: ons like-gedrag is de lakmoesproef van onze normen en waarden. Mensen die wij liken en een goede beoordeling geven, zijn mensen naar ons hart. Dit kunnen anderen zijn dan de meest gelikete mensen. Zij zijn het evenbeeld van de waarden en normen in de breedte van onze samenleving. Een samenleving waarin de stem van de massa normatiever en richtinggevender wordt, vraagt van christenen moed en lef om ‘vissengedrag’ te vertonen: niet de makkelijke weg stroomafwaarts volgen, maar bij schrik stroomopwaarts te zwemmen.

Toerusting

De digitale revolutie maakt het daarom vanuit een bijbels perspectief noodzakelijk om vooral jong maar ook oud toe te rusten met een kompas dat is afgesteld op het liefhebben van henzelf en de naaste. Als we deze toerusting laten versloffen, worden zij en wij meegenomen met de stroming. We komen dan op de brede weg terecht in de wereld waar het draait om de mensen met de meeste likes en grootste populariteit.

Laten we elkaar behoeden voor deze draaikolk. Daarbij hoeven we het niet van onszelf te verwachten, maar mogen we vertrouwen op de aan ons toevertrouwde gaven en op de dragende handen van onze liefdevolle Vader in de hemel. Door Pasen heeft hij ons alle likes gegeven die we nodig hebben.

Lidewey van der SLuis