Waar bent u naar op zoek?

Doel van reiniging is de levende God dienen

15-04-2014

Goede Vrijdag en Pasen willen steeds als in één adem worden genoemd. Zo nauw zijn de beide heilsfeiten die op die dagen worden herdacht, met elkaar verbonden. Deze verbondenheid heeft betekenis voor onze geloofsbeleving, schrijft ds. D. Dekker.

In de eerste vier eeuwen van de kerk werd Goede Vrijdag beschouwd als de ‘eerste paasdag’. Het evangelie klonk: ‘Want ook ons Pascha (Paaslam) is voor ons geslacht: Christus’ (1 Kor.5:7b). Op dit zogeheten ‘pascha der kruisiging’ volgde dan het ‘pascha der opstanding’, dat wij nu Pasen noemen.

Om allerlei redenen is daarin later verandering gekomen. Met als gevolg dat de Goede Vrijdag en de paasdag(en) toch wat los van elkaar kwamen te staan. Maar het nieuwe van Pasen – ‘Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan’ – en het goede van Goede Vrijdag – ‘Jezus, ook voor mij verwierf Gij verlossing, toen Gij stierf’ – zijn weliswaar te onderscheiden, maar zeker niet te scheiden. Er is een diepe innerlijke samenhang. Het is goed om op deze samenhang te letten en dan ook stil te staan bij de betekenis hiervan voor onze geloofsbeleving en ons christenleven.

Op het goede van Goede Vrijdag, het heil van het heilsfeit van de kruisdood van onze Heere en Heiland, gaat juist de schrijver van de brief aan de Hebreeën diepgaand in. Hij doet dit vooral tegen de achtergrond van de Joodse offerdienst en reinigingsvoorschriften. Voor de priesters, in het bijzonder voor de hogepriester, was hierbij een speciale taak weggelegd.