Waar bent u naar op zoek?

Ds. Mensink en ds. Van ’t Spijker in gesprek over kanselruil

04-11-2013

De predikanten A.J. Mensink en W. van 't Spijker zitten in Utrecht aan tafel om het recente synodebesluit van de Christelijke Gereformeerde Kerken over kanselruil toe te lichten. Een gesprek over kerkelijke samenwerking.

Tijdens de generale synode van de CGK werd een regeling toegevoegd aan de kerkorde om predikanten van gereformeerd belijden uit de Protestantse Kerk toe te laten op de kansel. Dat besluit staat niet op zichzelf, maar is het resultaat van langere besprekingen met de Gereformeerde Bond. Ds. Mensink, hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel, was als voorzitter van het hoofdbestuur van de Bond betrokken bij de besluit. Ds. Van ’t Spijker, christelijk gereformeerd predikant te Hilversum, leidde als voorzitter van het christelijk gereformeerde deputaatschap voor de eenheid van de gereformeerde belijders de gesprekken. Midden in de stad waar ze beiden in hun studietijd rondliepen, leggen de broeders uit waarom de uitspraak een stap naar verdere eenheid is.

Aan het besluit, dat op 1 oktober werd genomen, ging een geschiedenis vooraf die al in de jaren tachtig begon. Ds. Van ’t Spijker: ‘Er waren in die tijd hartelijke contacten via het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG). We merkten dat er geestelijke erkenning was met de broeders en zusters van de Hervormde Kerk, vooral met de zogenaamde bonders. Tegelijk was het lastige punt dat ons kerkverband bij de Afscheiding afstand had genomen van een zieke kerk. Er bleven door de jaren heen gesprekken, maar pas vanaf 2004 kwam er een regeling voor onze kerken om via de classis samenwerking aan te gaan met gemeenten van gereformeerd belijden binnen – nu – de Protestantse Kerk.’
Ds. Mensink is vanaf 2008 vanuit het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond betrokken geraakt bij de gezamenlijke gesprekken. ‘Al vanaf de oprichting van de Bond in 1906 hebben we een bijzondere positie in ons kerkverband. Enerzijds bindt de liefde ons aan de moederkerk, aan de andere kant ervaren we pijn en lijden vanwege het plurale, liberale karakter van ervan. Wat ons gedachtegoed betreft vinden we ook herkenning in verschillende afgescheiden kerken. Op onze samenwerking met de christelijk gereformeerden zijn we zuinig; het is op dit moment het enige kerkverband waarmee we officiële contacten hebben.’