Waar bent u naar op zoek?

Elk gemeentelid is een diaken

24-05-2017

Dat ook in kerkelijke gemeenten veel gezinnen en individuen niet of nauwelijks financieel rond kunnen komen, staat buiten kijf. De vraag is niet óf er armoede is, maar wáár.

Niemand loopt graag met zijn schulden te koop. Je houdt liever de schone schijn op dan dat je de vuile was buiten hangt. Niet voor niets stond er onlangs in het Reformatorisch Dagblad een (anonieme) ingezonden brief, waarin de oproep aan kerkenraden gedaan werd de eenverdieners aandacht te geven. ‘Ze hebben alles over voor hun kinderen en voor de kerk. Voor het oog loopt alles goed, maar juist ook in deze groep is stille armoede.’

Uit het Armoedeonderzoek 2016 (onderzoek naar hulpverlening door onder andere diaconieën en andere kerkelijke organisaties in Nederland) blijkt dat de bijdrage van kerken aan armoedebestrijding fors toeneemt. Meer mensen kloppen uit nood op de deur van de kerk. Kerken droegen in 2015 meer dan 36 miljoen euro in hulp en meer dan 1,25 miljoen uren (waarde uitgedrukt in geld: 38,8 miljoen euro) aan vrijwilligerswerk bij aan armoedebestrijding. Hoe komen hervormde diakenen die (stille) nood op het spoor?

Nunspeet

Volgens Wilco ten Have, secretaris van de hervormde diaconie van Nunspeet, worstelt de diaconie met deze vraag. ‘Als je naar de landelijke armoedecijfers en de veranderingen binnen de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning, red.) kijkt, zou je meer diaconale hulpvragen verwachten. We denken dat mensen ondanks de geheimhoudingsplicht en de anonimiteit die we als diaconie waarborgen toch eerst bij familie, vrienden, kennissen en de burgerlijke gemeente aankloppen voordat de kerk in het vizier komt.

Diaconale hulp hoeft trouwens niet per se financiële hulp te zijn. Zo coördineren we spaaracties bij supermarkten; op deze manier kunnen we jaarlijks meer dan honderd boodschappenpakketten uitdelen aan mensen die wel een meevaller kunnen gebruiken. Met Kerst en Pasen brengen we attenties rond. Ook werken we samen met verschillende organisaties, het diaconaal platform en de voedselhulp.

Als er geen andere oplossing is, bieden we financiële steun in de vorm van giften of leningen. Als de situatie te complex wordt, zoeken we contact met professionele hulpverlening.

Hulpvragen krijgen we meestal via ouderlingen of predikanten, die daar tijdens het pastoraat tegen aanlopen. Ook gemeenteleden komen soms met signalen of vragen. Toch blijft het lastig om in een vroeg stadium al in contact te komen met mensen. Vaak is de diaconie een ‘laatste redmiddel’.

Ik denk dat we als diaconie nog dichter bij de samenleving kunnen staan door meer praktische hulp en adviezen te geven en actiever te zijn in (sport)verenigingen of stichtingen. Aanwezig zijn bij dorpsactiviteiten is belangrijk! Ook het kerkgebouw openstellen voor een breed publiek kan helpen. En denk aan betrokkenheid bij inloophuizen, financieel advies (bijvoorbeeld hulp bij het invullen van belastingformulieren) en wijkinitiatieven. Belangrijk is dat gemeenteleden hierbij betrokken worden! De diaconie kan het niet alleen. Elk gemeentelid is een diaken.’

Dordrecht

Gertjan Nelemans, secretaris wijkdiaconie 2/7 van de hervormde gemeente Dordrecht, herkent het feit dat er de laatste jaren meer diaconale hulp wordt geboden. ‘Dat komt ook doordat er meer diaconale initiatieven zijn, niet alleen vanuit de diaconie, maar ook vanuit de gemeente. Binnen onze gemeente hebben we de gewoonte dat ouderlingen en diakenen samen op huisbezoek gaan; de ouderling voor het pastoraat en de diaken voor het diaconaat. Mensen lopen niet met armoede te koop. Op huisbezoek proberen we er wel oog voor te hebben. Tijdens een huisbezoek wijzen we gemeenteleden erop dat we als gemeente om elkaar heen moeten staan. Zie je bij andere gemeenteleden diaconale problemen, neem dan contact op met de diaconie.’

Diaconale zorgen zijn volgens Nelemans lastig te traceren, ‘enkel door intensief contact, waardoor vertrouwen ontstaat, worden deze signalen waargenomen’. Bij het beoordelen van een financiële aanvraag ‘wordt intensief gekeken wat het probleem is, en hoe dat opgelost kan worden. We proberen ruimhartig te voorzien, maar wel voornamelijk in natura. We kopen bijvoorbeeld liever een koelkast dan dat we een paar honderd euro aan de aanvrager geven, om te voorkomen dat het geld ergens anders voor wordt gebruikt dan waar het voor bedoeld is. Daarnaast proberen we via onze diaconaal werker bij hulpinstanties, SchuldHulpMaatje en de burgerlijke gemeente het probleem aan te pakken en op te lossen.

Binnen hervormd Dordrecht is een diaconaal werker actief die door ervaring en kennis weet wanneer een aanvrager (begeleid) doorgestuurd moet worden naar de gemeente. En in het diaconaal platform hebben, naast veel kerken, ook hulpinstanties en de gemeente zitting. De lijnen zijn daardoor kort.’

Gemeenteleden diaconaal bewust maken, hoe doe je dat? ‘Door op huisbezoek het diaconaat ter sprake te brengen, en door gemeenteleden in te schakelen op een praktische manier. Denk aan ouderenbezoek bij 75-plussers, de hulpdienst en jeugddiaconaat.’ 

Veenendaal

‘De hulp vanuit de hervormde gemeente in Veenendaal laat over de afgelopen jaren een aantoonbare stijging zien,’ zegt Nico Grijzenhout (evangelist, diaconaal werker en jeugdwerker in Veenendaal, in dienst van de IZB). Het merendeel van de hulpvragers meldt zich zelf aan bij de overheid, maatschappelijke organisaties of kerken. ‘De contacten tussen de diakenen en hulpvragers worden ook gelegd via de ambtelijke bezoeken, bezoekdames en kerkelijke activiteiten. Verder komen er meldingen uit de familie- of vriendenkring. Desondanks zijn er mensen die bijvoorbeeld uit schaamte of door een vervelende ervaring geen hulp inroepen. De grote aantallen leden en de vele randkerkelijken vormen een groot obstakel voor het persoonlijke contact dat nodig is om deze leden over hun bezwaren heen te helpen.

De meest voor de hand liggende mogelijkheid om stille armoede te signaleren is het bouwen aan relaties. Door met elkaar op te trekken wordt duidelijk wat iemand zich wel en niet kan veroorloven, op wie hij kan terugvallen en waarin hij kwetsbaar is. Een andere mogelijkheid is de aandacht voor situaties als werkloosheid, handicap, ernstige ziekte, overlijden, scheiding. Redden deze mensen het? Achter een kleine hulpvraag kunnen grote zorgen schuilgaan. Iemand die een onbekende vrijwilliger nodig heeft om naar een ziekenhuis te worden gereden, mist waarschijnlijk voldoende vertrouwde mensen om zich heen die dit aanbieden. De kans bestaat dat zo’n hulpvrager er op meer terreinen alleen voor staat.’ 

Dienstbetoon

Voorbeelden van hulpverlening zijn ‘ondersteuning bij de financiën; begeleiding naar een arts, kapper, fysiotherapeut, voedselbank of kringloopwinkel; vervoer naar ziekenhuis of kerkdienst; aandacht voor eenzamen en ouderen door een stukje te wandelen of een gesprek; ondersteuning in contact met de overheid of andere instanties; hulp in de huishouding bij ziekte. Verder wordt zo nodig de eigen bijdrage aan een kamp, vakantieweek of het verblijf in De Herberg aangevuld of betaald.

Vanaf het moment dat een hulpvraag binnenkomt, wordt geprobeerd om mensen in de sociale omgeving van de hulpvrager te activeren. Het zou iemand al geweldig helpen als hij deel uitmaakt van een kring van mensen die om elkaar geven.’

Hoe voorkom je dat hulpvragers in een afhankelijkheidspositie terechtkomen? Grijzenhout: ‘Er is een gezonde afhankelijkheid en een ongezonde. De mens is naar zijn aard een afhankelijk wezen: afhankelijk van Zijn Schepper, van de medemens en van de natuur. Zonder afhankelijkheid is er geen leven mogelijk. In de lijdenstijd beleefden we extra hoezeer we afhankelijk zijn van Jezus Christus. Zijn dood en opstanding brengen ons het leven.

Een ongezonde afhankelijkheid ontstaat wanneer mensen de afhankelijkheid misbruiken. Dat kunnen helpers zijn die onredelijke eisen stellen. Het kunnen ook hulpvragers zijn die zich gedragen als profiteurs. Een goede balans tussen enerzijds de hulp en anderzijds de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager is nodig. Dit laatste is van groot belang voor iemands eigenwaarde en voor zijn persoonlijke doorstart.

Laten we ons realiseren dat ook wij morgen een hulpvrager kunnen zijn. Zie de gevolgen onder ogen van een handicap en van Alzheimer, van depressiviteit en van vernedering, van losbandigheid en van roekeloosheid, van ongelukken en van eenzaamheid, van faillissement en van werkloosheid, van een asiel en van een ploeterende inburgering. Het is de pijnlijke werkelijkheid van onze wereld, waarin de harmonische verhouding met God, met elkaar, in onszelf en met de schepping radicaal zijn ontwricht. Wie deze dingen zo probeert te beleven, zal zijn plek naast die ander innemen, met dienstbetoon en met het Evangelie.’

Herhalen, herhalen

‘De kerk heeft de mooie taak om barmhartigheid te bewijzen,’ zegt Carla van der Vlist, teamleider binnenlands diaconaat bij Kerk in Actie (de diaconale organisatie binnen de Protestantse Kerk) en voorzitter van de vereniging SchuldHulpMaatje (een initiatief van gezamenlijke kerken).

‘Tachtig procent van de kerken geeft aan dat zij van harte mensen helpen, kerklid of niet – er is een mens in nood. Als je jezelf als kerk zichtbaar maakt, krijg je vanzelf meer hulpvragen. Een beproefde methode is: elke week een stukje in de kerkbode plaatsen: Heb je een probleem? Bel X, met naam, telefoonnummer en e-mailadres. En dat herhalen, herhalen, herhalen. Ook helpt het om samen met andere lokale kerken een noodfonds op te richten en je gezamenlijk te presenteren in een lokaal krantje. Als derde is het belangrijk dat je aanschuift bij buurtteams voor overleg, dat je netwerkt in je gemeente.’

‘Geloofsvragen kunnen tijdens een pastoraal bezoek op een natuurlijke manier verbonden worden met hulpvragen. De meest kwetsbare groepen zijn één-oudergezinnen, 55-plussers zonder baan, langdurig werklozen, allochtonen en mensen met psychische problemen. Als er een familienetwerk is, redt men het vaak wel. Maar als men er alleen voor staat, is regelmatig bezoekwerk door de kerk cruciaal. Daarvoor is het belangrijk dat de diaconie een sociale kaart heeft om door te verwijzen. En in de gaten te houden dat doorverwijzen geen afwijzen wordt! Tegen diaconieën zou ik willen zeggen: zorg dat je netwerkt, dat je de voedselbank, het maatschappelijk werk, de ambtenaar van het WMO-loket ként.’

Het is belangrijk dat ‘gewone’ gemeenteleden diaconaal bewust gemaakt worden. ‘In Ede bijvoorbeeld houden de gezamenlijke kerken in mei een collecte onder het motto ‘vakantiegeld delen’. Zodat mensen die weinig te besteden hebben tóch een extraatje hebben voor de vakantie.’

Gemeenteleden moeten zelf ook oren en ogen openhouden. ‘Wees van harte een goede buurman of buurvrouw. Vaak is het een optelling van feiten om te weten dat mensen het moeilijk kunnen hebben. Vraag dan eens: Redden jullie het wel?’

Belangrijk is dat de drempel om hulp te zoeken laag is. ‘Maak duidelijk dat armoede iedereen kan overkomen. Bovendien is het belangrijk dat er in een vroeg stadium hulp gezocht wordt. Want als schulden eenmaal gaan stapelen, gaat het heel hard.’  

Anneke Tukker

Signalen armoede herkennen

  • Afwezigheid bij feestjes of sociale activiteiten (geen geld voor vervoer of cadeaus).
  • Weinig tot geen reactie op telefoontjes, mailtjes of social media.
  • Stapels ongeopende post.
  • Het huis is vervuild.
  • Minder of geen interesse meer in hobby’s of sport waar voorheen plezier aan beleefd werd.
  • De koelkast is nauwelijks gevuld.
  • Er wordt (opeens) geld ‘geleend’ onder het mom van: portemonnee ‘vergeten’.
  • Zichtbaar ingevallen ogen of bleker zien dan anders door slapeloosheid.
  • Herkenning van signalen is de eerste stap naar een oplossing!

Meer info: www.eerstehulpbijschulden.nl