Waar bent u naar op zoek?

Gesprekken met studenten theologie

25-04-2017

Wie theologie studeert, krijgt met veel zaken te maken die persoonlijk verwerkt moeten worden. In de thuisgemeente is de kinderdoop vanzelfsprekend, maar voor het vak dogmatiek moeten alle argumenten voor en tegen geleerd worden, vertelt dr. M.J. Paul.

En als je dan ook nog tijdens de colleges naast iemand zit met een andere overtuiging, hoe weet je dan wie het bij het rechte eind heeft? Sommige studenten verdedigen met verve dat de gaven van de Geest voor nu gelden.

In de eigen gemeente kun je bijvoorbeeld gewend zijn dat het avondmaal bediend wordt na een week van voorbereiding en een bijeenkomst van censura morum. Maar als je nu op een internationale studentenbijeenkomst bent en daar wordt ook het avondmaal gevierd, mag je dan deelnemen? En hoe zit het eigenlijk met de bijzondere status van een predikant? Waarom mag die de sacramenten bedienen en gelden voor kerkelijk werkers allerlei beperkingen? Hoe spreekt de Bijbel daarover?

Fase van verbreding

Deze onderwerpen zijn een selectie van vragen die aan de orde komen tijdens de THGB-ontmoetingen in de Academie Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. De afkorting THGB staat voor Theologische Hogeschool vanwege de Gereformeerde Bond. Deze is ruim dertig jaar geleden opgericht om kerkelijke werkers en leraren godsdienst op te leiden. Na verloop van tijd is de opleiding ondergebracht in de Christelijke Hogeschool Ede. Dit had als voordeel dat de overheid het onderwijs financierde. Toch is de THGB enige activiteiten blijven ontplooien.

Bijna twee jaar geleden ben ik prof. dr. J. Hoek als directeur opgevolgd. In de afgelopen periode hebben de ‘THGB-ontmoetingen’ gestalte gekregen. Studenten hebben veel vragen door de nieuwe inzichten die zij opdoen tijdens de studie. Zij geloven bijvoorbeeld dat de Bijbel Gods onfeilbare Woord is, maar tijdens de colleges en in de boeken komen zij tegen dat er bijbelhandschriften zijn met onderlinge verschillen. Hoe kunnen zulke inzichten bij elkaar gebracht worden?

Of zij raken door gesprekken met medestudenten onder de indruk van andere vormen van gemeente-zijn, andere ambtsopvattingen en praktijken rond de sacramenten. Het is noodzakelijk dat de studenten door deze fase van verbreding (en soms verwarring) heengaan, omdat zij later in de praktijk hier ook mee te maken krijgen. Geestelijke begeleiding is dan van belang.

Actuele onderwerpen

Ik stel mij graag beschikbaar om met studenten te spreken over de uitdaging het gereformeerde belijden in verbinding te brengen met de hedendaagse theologische opvattingen. Er is onderscheid tussen de voltijdstudenten die net van de middelbare school afkomen, en de deeltijdstudenten die ouder zijn en soms al jarenlang actief zijn in de kerk.

De eerste groep is vaak zoekend en tastend om een weg te vinden in de vele meningen die er zijn. De tweede groep brengt vaker bestaande opvattingen en praktijken in de discussies in. Nagenoeg alle studenten willen graag argumenten horen voor en tegen bepaalde meningen, en tevens zien hoe docenten theorie en praktijk in hun eigen leven integreren.

De discussies gaan over allerlei actuele onderwerpen en betreffen vooral de praktische uitwerking ervan in de gemeente. Een vraag die steeds weer naar boven komt, is: wat heeft de kerk van vandaag nodig om te overleven en om wervend in deze cultuur te staan? Velen beschouwen de eigen traditie vooral als waardevol als die in verbinding gebracht kan worden met de vragen van onze tijd. Zij accepteren bijvoorbeeld het verzet van Luther en Calvijn tegen roomse opvattingen, maar vragen ook: Wat moeten wij in deze tijd, nu wij steeds meer met buitenkerkelijken en met aanhangers van andere godsdiensten te maken hebben?

Bijeenkomsten

In de afgelopen periode kwamen we gemiddeld eens per vijf weken anderhalf uur bij elkaar. De studenten komen op vrijwillige basis en het aantal deelnemers varieert van zes tot achttien. Het aantal hangt sterk af van het gekozen tijdstip, de roosters van de verschillende groepen en van de stages.

Hoe verloopt een bijeenkomst? De studenten kunnen enige ervaringen vertellen en suggesties doen voor onderwerpen voor de volgende keer. Zelf bereid ik het onderwerp voor en zorg op papier voor bijbels-theologische, dogmatische en kerkhistorische informatie (meestal vier pagina’s). Deze informatie bespreken we, waarbij de studenten volop de gelegenheid hebben hun eigen ervaringen en vragen in te brengen. Aan het eind sluiten we af met gebed. Na afloop stuur ik de schriftelijk informatie toe aan alle studenten die zich aangemeld hebben, inmiddels zijn dat er ongeveer dertig. Uiteraard zijn sommige zaken te persoonlijk om in groepsverband te bespreken en in dat geval is een persoonlijke ontmoeting mogelijk.

De groep komt uit de gehele breedte van de geformeerde gezindte, en meermalen schuiven ook anderen aan. Dat is prima, al leg ik wel uit dat de bijeenkomst niet gericht is op discussie over standpunten, maar op het persoonlijk verwerken van de onderwerpen.

Praktisch

Behalve over de genoemde onderwerpen hebben we inmiddels ook gesproken over verbond en kerkvisie, en de consequenties die dat heeft voor de (kinder)doop. Uiteraard kwamen ambten en bedieningen aan de orde, met speciale aandacht voor de vrouwelijke kerkelijk werkers. Hier kreeg de brochure Geroepen vrouw. Vrouwen in Christus’ gemeente (geschreven door dr. M. van Campen en dr. J. Hoek) een plaats. Vanuit de praktijk kregen we een toelichting van twee leden van ‘Persis’, het platform voor vrouwelijke kerkelijk werkers binnen de Gereformeerde Bond.

Een ander praktisch onderwerp is het omgaan met ziekte en genezing in het licht van de Bijbel en de kerkgeschiedenis. Hoe komt het dat de ‘Ziekentroost’ alleen maar gericht is op het sterven en het eeuwige leven? Wat moeten we denken van hedendaagse genezingscampagnes? Wat mag je verwachten van het gebed?

Een heel ander onderwerp is de betekenis van de wet voor een christen. Waarom lezen wij op zondagmorgen vaak de Tien Geboden? Paulus zegt toch dat een christen vrij is van de wet? Dit onderwerp leende zich om een toelichting te geven op de verschillende manieren waarop het Nieuwe Testament de wet benadert. Een christen is wel vrij van de vervloeking van de wet, maar niet vrij van de wil van God. Het leven van de dankbaarheid vraagt toewijding en gehoorzaamheid. Toch is er onderscheid tussen de oudtestamentische bedeling en die van het Nieuwe Testament.

Onzekerheid

In het kader van dit artikel gaat het mij niet om de inhoud van de besprekingen, maar om het feit dat er veel onzekerheid en onduidelijkheid is, zeker bij jonge studenten. Ze hebben de Heere lief, willen meer van Hem weten en verlangen ook de boodschap van Gods Woord door te geven aan anderen. Maar de studie is soms erg zwaar.

Dat geldt niet alleen de tentamenstof die geleerd moet worden, maar ook de verwerking. Een wiskundeformule of een jaartal uit de geschiedenis doet minder met onszelf dan het lezen over allerlei opvattingen in de kerkgeschiedenis. En waar staan wij dan? Waarom? En hoe zeker kun je zijn van de boodschap naar anderen? Zeker, het is nodig door bepaalde aanvechtingen heen te gaan om te groeien naar een vaste overtuiging en om echt naast zoekers te kunnen staan. Het vraagt soms veel inspanning. En wat is de weg die God mij wijst in Zijn wijngaard? Het is mooi om daarin elkaar tot steun te zijn. 

Dit alles geeft een impressie van een stukje werk van de THGB. De studenten hebben vooral behoefte aan de integratie van theorie en praktijk. Daarbij is het wezenlijk voor elkaar te bidden, vanuit de hoop en verwachting dat God ons leidt en gebruikt voor Zijn doel.