Waar bent u naar op zoek?

Huygens’ avondmaalsgedicht

19-02-2013

In poëzie vinden we terug dat het avondmaal vreugde en dankbaarheid met zich brengt, maar ook geloofsworsteling. Lees 'Gij maakte water wijn' van Constantijn Huygens, schrijft dr. J. de Gier.

Huygens is geen gemakkelijke dichter. De zeventiende-eeuwse taal is al een drempel, maar bij Huygens komt er nog een extra barrière bij: zijn poëzie zit vol technisch en intellectueel vernuft, vol spitsheid en gedachtesprongen, vol raffinement in de vormgeving. Poëzie heeft enige ‘vertolking’ nodig, is een bekende uitspraak van hem. Ook schreef hij eens: een gedicht is ‘dicht’!

Huygens steekt in zijn poëzie zijn godsdienstige overtuiging niet onder stoelen of banken. Hij was een principiële calvinist en op vele plaatsen is dat in zijn gedichten merkbaar. De Bijbel nam in zijn leven een belangrijke plaats in en hij bezat dan ook een grote bijbelkennis. Die kennis veronderstelt hij ook bij de lezer en dat verhoogt de moeilijkheidsgraad van zijn poëzie.

De principiële verschillen tussen Rome en de Reformatie waren voor de zeventiende-eeuwer Huygens nog steeds nadrukkelijk actueel. Als lid van de Muiderkring, de culturele kring rond Hooft op het Muiderslot, kende hij Maria Tesselschade heel goed en toen zij overging tot het rooms-katholicisme schreef hij een gedicht waarin hij deze woorden tot ‘Tesseltje’ richtte: ‘Kom … uit de mis en uit het misverstand’! Dat klinkt, zeker voor hedendaagse oren, nogal venijnig. Overigens, ook toenmalige gematigde en ruimdenkende protestanten als Hooft konden weinig begrip opbrengen voor een overgang naar het rooms-katholicisme.