Waar bent u naar op zoek?

Omgaan met ambtsdragers

19-01-2016

Pas als er een gemeente door Woord en Geest is ontstaan, krijgen de ambten hun plaats. De gemeente is er voordat het ambt er is, schrijft ds T.W. van Bennekom.

Er is in de Bijbel geen duidelijke blauwdruk te vinden voor het concrete werk van ambtsdragers in de verschillende Nieuwtestamentische gemeenten. Wel is de hoofdlijn duidelijk: ambten worden ingesteld nadat er een gemeente is ontstaan (1 Thess.5:12; Gal.6:16; Filip.1:1 en de pastorale brieven

Er zijn drie invalshoeken te onderscheiden met betrekking tot de roeping van ambtsdragers:

Ze zijn geroepen door de gemeente, alzo door God.

Ze zijn geroepen om te dienen in de gemeente (hoe kijkt de gemeente tegen haar ambtsdragers aan?).

En als laatste: ze zijn geroepen om samen te dienen binnen de kerkenraad.

Door de gemeente

De eerste vraag aan een te bevestigen ambtsdrager luidt: ‘Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent?’. Persoonlijke roeping geeft houvast bij de uitoefening van het ambt. Door alles heen wordt de stem van de HEERE vernomen.

Een ambtsdrager is als een tussenpersoon, een instrument om met volmacht het heil van God in Christus te bedienen en zo de gemeente te dienen. Christus verleent ambtsdragers volmacht om in Zijn Naam te arbeiden. Indien deze volmacht wordt verwaarloosd, verschrompelt het ambt. De eer van God wordt tekortgedaan wanneer de ambtsdrager niet Hem roemt maar zichzelf. Ambtsdragers hebben daarom te strijden tegen ambtelijke zonden. Ambtsdrager zijn betekent: dienen, voeten wassen tot eer van God. Dat is voorwaar geen erebaan, naar de mens gesproken.

Wijze van verkiezen

Gemeenteleden ervaren de roeping tot het ambt verschillend. Wie belijdend lidmaat is, kan tot een ambt verkozen worden. De kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland biedt verschillende mogelijkheden. Niet iedereen ervaart de wijze van verkiezen als ideaal.

Er bestaat ook de pijnlijke ervaring van het niet verkozen worden en de vraag wat de HEERE hiermee voor had. De vraag kan gesteld worden of de Heilige Geest werkt door middel van een meerderheid van stemmen.

Dr. A.A. van Ruler zag in deze wijze van verkiezen soms meer democratie dan theologie. Wellicht goed om als kerkenraad serieus na te denken over vragen die hierover vanuit de gemeente komen.

Het is mogelijk dat slechts een deel van de gemeente vertegenwoordigd is in de kerkenraad. Het gevaar is dan dat deze groep verwacht dat de kerkenraad vooral haar visie en gevoelens zal behartigen en zodoende de kerkenraad voor haar karretje wil spannen. Dan is een ambtsdrager gebonden en functioneert hij meer als een partijvertegenwoordiger dan als een tussenpersoon.

Om te dienen

In het Reformatorisch Dagblad van woensdag 15 oktober 2014, schreef ds. E.K. Foppen, predikant te Gorinchem: ‘Leunen op je ambt is heel lastig in deze cultuur. Het gezag is flinterdun. Er wordt grote druk op de persoonlijkheid van de ambtsdrager uitgeoefend. Wie is de persoon van de ambtsdrager? Heeft hij charisma?’

De achterliggende vraag die hierbij speelt is of de ambtsdrager wel wordt gezien als geroepen door de gemeente en alzo door God, om Hem, om Christus te vertegenwoordigen? Ziet men hem als Piet van Marie, die ook niet zo braaf was, of als Peter die vroeger wel elf biertjes op een avond kon drinken?

Soms wordt om die reden een (huis)bezoek geblokkeerd, vanwege dit verleden. Dan is men uit het oog verloren, dat de Heere God genadig wil vergeven en dat een ambtsdrager niet komt met zijn eigen verhaal, maar met het verhaal van zijn Koning, Die hij mag vertegenwoordigen.

T.W. van Bennekom

Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 22 januari 2016.