Waar bent u naar op zoek?

Daniëls onkreukbaarheid valt op

13-12-2016

Het Babylonische wereldrijk werd na haar ondergang opgevolgd door het rijk van de Meden en de Perzen. We zijn aangekomen bij het zilveren deel van het beeld dat koning Nebukadnezar heeft gezien in zijn droom, schrijft Anneke van Maanen.

De macht van de koningen van de Meden en de Perzen was minder absoluut dan die van de Babyloniërs. Formeel was de koning ondergeschikt aan de wet, die hij weliswaar zelf kon uitvaardigen, maar als de wet eenmaal vastgesteld was, was hij daar ook aan gebonden.

Darius, naar alle waarschijnlijkheid een onderkoning, stelt 120 mannen in zijn rijk aan, die verantwoordelijk zijn voor het bestuur en met name voor het innen van de belastingen. Boven deze bestuurders staan drie ‘ministers’ van wie Daniël er één is.

Eerherstel

Daniël, inmiddels op leeftijd, ontvangt een hoge positie aan het hof van Darius. Hij was weggezet door koning Belsazar in het Babylonische rijk, maar hier, in Perzië, wordt hij in eer hersteld. Ook nu valt Daniël op. Darius overweegt hem over het gehele rijk aan te stellen.

In het Oude Oosten (en niet alleen toen) was het normaal dat je wanneer je een hoge positie innam, je jezelf verrijkte, oftewel je inliet met corruptie.

Onkreukbaar

Daniël blijkt echter onkreukbaar en de bewindslieden zijn niet blij met het inperken van hun mogelijkheden om geld voor eigen gewin binnen te halen.

Ook hier geldt dat wanneer het om de portemonnee gaat, mensen massaal in beweging komen. De heren proberen een manier te vinden om zich van die lastige Daniël te ontdoen. Allereerst kijken ze naar zijn functioneren. Er moet iets te vinden zijn waarop ze een aanklacht kunnen formuleren. Maar helaas voor hen, Daniël blijkt een zeer betrouwbaar mens, ze kunnen niets vinden waarop ze deze Joodse vreemdeling kunnen pakken. Daniël onderscheidt zich door eerlijkheid en een oprechte levenswandel. Het zou mooi zijn wanneer dat van iedere christen gezegd kan worden. Het wordt door vriend en vijand opgemerkt.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 20 december 2016.