Waar bent u naar op zoek?

Vertrouwen en toerusten

05-01-2016

‘Negen jaar werken bij een organisatie met een inhoudelijke missie deed ik met veel overtuiging. Dat inhoudelijke is voor mij een soort behoefte, het motiveert me’, zegt Tineke van der Waal. Op 31 december nam ze afscheid als eindredacteur van ‘De Waarhei

Hoe leuk of lastig is het om met scribenten om te gaan die niet willen dat je iets aan hun tekst wijzigt?

‘De meeste auteurs zijn blij als je naar hun tekst kijkt. Ze staan open voor opmerkingen van een redacteur en hebben het idee dat hun tekst ervan opknapt. Dat lijkt me een volwassen houding. Het aantal mensen bij wie over wijzigingen een discussie nodig is, is bij De Waarheidsvriend niet groot. Ik heb royaal vertrouwen gekregen.’

Heeft het werken in een kerkelijke organisatie iets met je gedaan, met je geloofsleven?

‘Mijn geloofsleven wordt vooral door concrete bijbelwoorden, de prediking, gesprekken en persoonlijke ervaringen gevormd. In de laatste jaren heb ik bewuster gezien dat God alles bestuurt, tot in de schijnbare details van ons leven. Dat leidt tot verwondering en zet aan tot vertrouwen en gebed, waarbij we mogen uitzien naar de verhoring. Je hebt alleen jezelf vaak tegen. Als beschaafd kerkmens kun je hoogmoedig zijn, je vertrouwen op van alles en nog wat stellen en het moeilijk vinden om te ontvangen. Daarmee overschatten we onszelf en doen we de Allerhoogste ernstig tekort.

De missie van de Gereformeerde Bond om een gereformeerd geluid in de kerk te laten horen is onze inzet waard, en dat met het oog op de hele kerk. Voor de hervormd-gereformeerde beweging zelf hoop ik dat we allereerst gericht zijn op de Bron en dan op onze omgeving. In deze volgorde, juist omdat we niet ongevoelig lijken voor onze cultuur.’

Elke week een kerkblad laten verschijnen, is dat nog van deze tijd?

‘Regelmatig word ik op zondag al aangeschoten met een opmerking over het laatste nummer. Dat vind ik positief. Een blad dat op vrijdag verschijnt, is dus al gelezen. De Waarheidsvriend heeft grote kansen. Voor veel mensen hoort De Waarheidsvriend bij de zondag. Het is mooi om bij het weekritme aan te sluiten.

Veel tijdschriften, ook in de kerkelijke wereld, moeten ingrijpen omdat de abonneeaantallen snel teruglopen. Al is het hard werken om op peil te blijven en om bij jongere mensen binnen te komen, bij De Waarheidsvriend is er van zo’n terugloop geen sprake. Het dwingt ons wel scherp te zijn. Het is goed om open te staan voor een andere vorm. De komende generatie lezers is veel minder op papier georiënteerd en bindt zich minder aan organisaties.

Ik ben wel eens verbaasd als ik merk dat kerkenraadsleden het blad niet lezen. Wanneer je leiding hebt te geven aan de gemeente behoor je naar mijn mening toegerust en kerkelijk geïnformeerd te worden. De Waarheidsvriend lijkt me dan een heel geschikt middel.

Mensen komen soms niet aan lezen toe. Ik snap dat, want het leven is vol. Er is de nodige concurrentie als het gaat om onze tijdsbesteding. De vraag die zich natuurlijk wel aandient, is welke keuzes wij als christenen maken als we aan lezen niet meer toekomen en een weekblad als De Waarheidsvriend niet meer kunnen behappen.’

Lukt het je − heel generaliserend − de lezer van de Waarheidsvriend te typeren?

‘Dat is lastig. De lezersgroep bestaat uit een heel gemêleerd gezelschap. Ik denk altijd aan een gewone hervormde gemeente: gemeenteleden, kerkenraadsleden en de predikant – geïnteresseerde mannen en vrouwen met een heel verschillend opleidingsniveau.’

Wat is je, terugkijkend, het meest bijgebleven of wat heeft het meeste indruk gemaakt?

‘De laatste weken denk ik vaak aan de laatstgehouden redactievergadering, in september. Mr. G. Holdijk was erbij en we vermoedden dat dat voor het laatst zou zijn. Het was een bijzondere vergadering, waarbij je het gevoel had dat we goed naar hem moesten luisteren. Het is een voorrecht hem van nabij meegemaakt te mogen hebben.

De redactievergaderingen zijn altijd waardevol, met een heel betrokken gezelschap waarbij ieder zijn eigensoortige inbreng levert. Positief kijk ik ook terug op de samenwerking met hoofdredacteur Piet Vergunst. We waren goed op elkaar ingespeeld. Ik genoot van het samen brainstormen over onderwerpen. Misschien waren we soms te doelgericht bezig om op het moment zelf voldoende te genieten van het samenwerken. Ik zie het als een voorrecht dat ik dit werk mocht doen.’

Anneke van Maanen