Waar bent u naar op zoek?

blog

Kunnen we Bonhoeffer ook te serieus nemen?

Wat de kerk mist

25-06-2015

Het is opvallend dat de verschijning van ‘Tegendraads en bij de tijd’ van dr. W. Dekker vrijwel samenviel met het moment dat de generale synode sprak over de toekomst van de kerk naar aanleiding van de nota ‘Kerk naar 2025’. Er wordt vandaag de dag stevig nagedacht over de koers van de kerk. Biedt Bonhoeffer uitkomst?

In het boek Tegendraads en bij de tijd. Verder in het spoor van Bonhoeffer – dat in zekere zin een vervolg is op Dekkers eerdere Marginaal en missionair – worden hier en daar harde noten gekraakt. Ds. Dekker schuwt stevige uitsmijters niet. De geliefkoosde uitdrukking ‘oecumene van het hart’ moet het al snel ontgelden. De verkleutering van kerk en eredienst is de studiesecretaris van de IZB een doorn in het oog. Kritische vraagtekens worden gezet bij het mega-evenement The Passion en de verwatering van de (kinder)doop. En nog veel meer.

Over de knie

Voor een goed begrip: dr. Dekker legt links én rechts over de knie. Bij lezen en overdenken van dit boek dacht ik menig keer: ‘Hadden we deze dingen pakweg twintig jaar geleden ook maar zo ferm tegen elkaar gezegd.’ Toen meenden we dat drempelverlaging dé oplossing was om het tij van het dalende kerkbezoek te keren. Niets bleek minder waar. Door een lagere instap kwamen er niet van buiten naar binnen, integendeel, er stroomden er van binnen alleen maar harder naar buiten.

Ds. Dekker geeft een raak voorbeeld: laat de kerk niet de marktkoopman zijn die achter je aankomt en het product (lees: het Evangelie) nóg eens aanbiedt, nu tegen een lager bod, omdat je op het eerste niet bent ingegaan. Hoe vaak is dit (op het lachwekkende af soms!) echter niet het geval geweest?

En hebben we het Evangelie niet dikwijls zo aan de man proberen te brengen dat we (onbewust) het signaal afgaven dat het geloof voor de ‘kneusjes’ is; een warme jas voor iemand die vroeger door omstandigheden te veel op de tocht heeft gestaan.

In dit verband pleit de auteur voor een meer challenge en minder comfort karakter van het christelijk geloof: meer uitdaging en minder troost en bevestiging. Een oproep die we in het licht van de profetenprediking uit het Oude Testament, de prediking van Johannes de Doper, de Heere Jezus en de apostel Paulus alleen maar van harte kunnen bijvallen.

Bonhoefferhype

Deze studie laat zich niet lezen buiten de stroom aan publicaties om die vandaag de dag over Bonhoeffer verschijnt. Het is Bonhoeffer (naast Tim Keller en N.T. Wright) wat de kerkklok slaat. Hoe voorkomen we dat Bonhoeffer de nieuwe protestantse heilige wordt?

In Tegendraads en bij de tijd volgt Dekker het spoor dat Bonhoeffer in zijn geschriften trekt. Dat is een niet altijd even gemakkelijk te volgen spoor en kan zomaar een dwaalspoor zijn of worden. Dekker volgt echter kritisch, stelt scherpe vragen, valt in de rede, luistert dan weer aandachtig, is het bij tijden oneens met Bonhoeffer én probeert ondertussen te duiden wat Bonhoeffer voor vandaag te betekenen heeft. Dat levert een met hartstocht geschreven boek op.

Gemeente en ambt

Het is ondoenlijk alles wat ds. Dekker te berde brengt, in een notendop samen te vatten. Bonhoeffers gedachten over de gemeente zijn het overwegen meer dan waard. Kritisch zijn op een knus en gezellig gemeentegevoel gaat samen met intense dankbaarheid voor het feit dat de gemeente er is. Dit is de lijn van de apostel Paulus, die ondanks allerlei wantoestanden in de gemeenten, haar steevast blijft aanspreken als geroepen heiligen en dankbaar was voor het bestaan van de gemeente. Het gaat erom de gemeente te zien vanuit Góds perspectief.

Ook voor ambtsdragers staan er diverse waardevolle opmerkingen in dit boek. Durft een ouderling op huisbezoek bij iemand die klaagt over gebrek of gemis aan geloof door te stoten en te vragen of er wellicht geen sprake is van bewuste of niet meer bewuste ongehoorzaamheid? Predikheren vinden ook een preek aan hún adres. Preken we in de goede zin onderscheidenlijk? Preken is namelijk (veel) meer dan een aantal kanttekeningen zetten bij een bijbeltekst. Waarvan akte.

Over de zogenaamde disciplina arcani, de tucht van het verzwegene, schrijft Dekker mooie (ik schrijf bijna: bevindelijke) en waardevolle dingen. We moeten de zaak van God en Christus niet te grabbel gooien. Het heilgeheim wordt immers aan Zijn vríenden getoond; vrienden die het geheim kunnen bewáren.

Onbestemd

We leren van dr. Dekker. Je merkt dat auteur door jarenlange ervaring in kerk en gemeente dingen doorziet en werkelijk peilt. De passie om kerk en gemeente verder te helpen is duidelijk voelbaar. Toch blijf ik met een onbestemd gevoel achter.

Zou de preek niet nog scherper mogen zijn, meer ontdekkend? Wanneer het gaat om wat God van ons vraagt vandaag de dag, wát moet er dan precies overboord? Waar snijdt de kerf in ons leven? De Heilige Geest leidt in alle waarheid, zegt Dekker, en we moeten ons openstellen voor de Geest (63). Iedere tijd heeft immers haar eigen vragen; het zal dan eens hier en dan eens daar schuren en vonken (158).

En verder? De auteur zal beducht zijn voor moralisme en voor je het weet, is er sprake van valse profetie. Dat begrijp ik. Maar wanneer we het woord gehoorzaamheid (liever dan discipelschap of navolging) gebruiken, dringt deze vraag zich in alle hevigheid op. Gehoorzaamheid is van waarde naarmate ze concreet wordt. Ethische verlegenheid slaat de kerk lam. Dat zien we toch om ons heen? Weten we het niet, of durven we het niet (meer) te zeggen?

Ongehoorzaamheid

Opmerkelijk is toch dat de dooppraktijk (dr. Dekker komt daar in zijn boek één en andermaal op terug) in het Evangelie duidelijk omgeven is met het vaste kader van onderwijs én (juist ook) het leren onderhouden van alles wat Jezus geboden heeft (Matt.28:19). Christus volgen betekent toch voor alles Zijn geboden doen? De Heilige Geest leidt in alle waarheid, maar bedient Zich daarbij van vaste coördinaten. Daar heeft de gereformeerde theologie in het spoor van Calvijn altijd veel oog voor gehad; de concrete heiliging van het leven. Tot in de catechismus toe − de behandeling van de Tien geboden in het stuk van de dankbaarheid. Als Jezus de Heer is, ben ik toch onderdaan? Is dít de diepste nood van de kerk niet? In één woord: ongehoorzaamheid. Er is maar één remedie, en de Schrift is daar volstrekt helder over: bij de leer van Christus blijven. Doen we dat niet, dan wacht ons een verschrikkelijk oordeel (Hebr.10:26-27).

Te serieus

Ik stel ik een laatste vraag: kunnen we Bonhoeffer ook té serieus nemen? Is zijn theologie niet in zekere zin te onaf – en toont zijn theologische ontwikkelingsgang dat niet aan – om het als uitgangspunt te nemen voor onze bezinning? Het trieste is dat Bonhoeffer jong stierf. Daardoor hebben theologische concepten niet voldoende kunnen rijpen en bleef het soms letterlijk (denk aan zijn Ethik) bij aanzetten. Welke consequentie trekken we daaruit? Overigens, in zijn Ethik is Bonhoeffer nu juist wél heel concreet wanneer het over de geboden gaat.

Doop

Met dr. Dekker zeg ik daarom: laten we onze doop serieus nemen. Daar ligt alles in. Gods genadige eerste stap. Het verzaken van de wereld én het leven in een nieuwe gehoorzaamheid. Kruisdragen hoort daar ook bij. Nodig is dat we een gedoopt leven leiden in het spoor van de Heere Jezus. De doop neemt daarbij het ‘gehele mensenleven’ (Melanchthon). We lopen dan misschien wat achter op de wereld. Of juist vóór? Het is maar net hoe je het bekijkt.

C.H. Hogendoorn

Ds. C.H. Hogendoorn is predikant van de hervormde gemeente te Katwijk aan Zee en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.