Waar bent u naar op zoek?

blog

Op Golgotha heeft Jezus iedereen binnen handbereik

In het midden

15-04-2014

Op Golgotha hangt de Heiland. Naast Hem zijn nog twee kruiselingen. Zijn het criminelen of vrijheidsstrijders? In elk geval, ze hangen er. Meer nog: ze hóren er. Golgotha zou Golgotha niet zijn, als er niet in het evangelie stond: ‘en met Hem twee anderen'.

Voortdurend zien we Jezus in de buurt van anderen. Dat begint al na Zijn geboorte met de herders en de wijzen. Later kan Hij Zich met moeite afzonderen om in gesprek te zijn met Zijn Vader. Zit dat gesprek erop, dan zijn ze er weer: de anderen, zoals de discipelen, de schare, de leiders van het volk. Ook op Golgotha zijn ze er.

Is dat niet naar de aard van het evangelie? Waar Christus is, zijn anderen. Het omgekeerde geldt ook: waar anderen zijn, is Christus. Hij is immers mens onder de mensen geworden, Hij is uit op gemeenschap, ontmoeting, nabijheid. Vandaar steeds die anderen.

Wijzelf

En wat voor anderen. Markus (15:28) vertelt het ons: misdadigers. ‘Opdat het woord van Jesaja in vervulling zou gaan dat zegt: Hij is onder de misdadigers gerekend.’ Trouwens, wat belijdt een medekruiseling? ‘Wij krijgen onze verdiende straf.’
Het is naar de aard van het evangelie dat Jezus tussen zúlken hangt. Bij hen hoort Hij thuis. Zien we dat ook niet heel het evangelie door? Allen die gebeukt en gebutst door het leven gaan, zoekt Christus op. Hij gaat met hen om, eet met hen. En nu, op Golgotha, is Hij gekruisigd met hen.
Wellicht herkennen we ons in hen. Bijvoorbeeld omdat wij ook in de buurt van Christus terecht zijn gekomen. Of omdat wij onszelf hebben leren kennen als misdadiger. Dat zijn boude woorden, die vervreemding kunnen oproepen. Totdat de Heilige Geest ons stilzet en vraagt: ‘Zit er toch geen kern van waarheid in? Speelt God de hoofdrol in jouw leven en krijgt de naaste van jou de voorrang?’
Laten we maar eerlijk zijn: we zijn ‘van dezelfde lap gescheurd’ als die twee anderen die naast Christus hangen. Zou het ons geen goed doen als we dat erkenden, één keer en steeds weer? ‘Heere, U hebt gelijk: ook in mijn leven spelen Uw wet en Uw recht een geringe rol. Ik zou het niet erg vinden als U ergens bleef staan aan de grens van mijn bestaan en niet verder kwam.’

Nabijgekomen

Maar onze God is wél verder gekomen. In Christus is Hij ons zeer nabijgekomen. Met geen mogelijkheid kunnen wij Hem ontlopen. Want Hij is ons vermolmde en veroordeelde bestaan binnengetreden. Daarom hangt Hij aan een kruispaal, net als die twee anderen. Omdat zij er hangen, hangt Hij er.
‘In het midden’, voegt Johannes eraan toe (19:18). Alsof Jezus de allergrootste misdadiger is. Maar ís Hij dat ook niet? Die twee anderen dragen alleen hun eigen zondepak. Christus hangt daar met de schuld van heel de wereld. Zijn hoofd is bedolven in de golven van onze ongerechtigheden.
En toch, Jezus hangt er niet als moordenaar, maar als Míddelaar. Er is geen betere plek voor Hem dan in het midden. Daar kan Hij Zijn (verlossers)werk het beste verrichten. Waar de hardste slagen vallen, waar de spot het scherpst is, waar de bliksem het eerst zal inslaan, dáár is Hij. ‘En Jezus in het midden.’ Tussen die twee misdadigers. Tussen al die anderen die ook heden ten dage wegzinken in een zee van zonde en ellende. Tussen u en mij.

Geen bereik

En dan ook echt in het midden. Niet iets meer de ene of de andere kant op. Met andere woorden: die twee misdadigers hangen allebei even ver bij Jezus vandaan. Of liever: ze hangen allebei even dicht bij Hem. Hij kan met Zijn linkerhand de ene vastgrijpen en met Zijn rechterhand de andere.
We zijn allemaal even dicht bij Jezus. In welke omstandigheden we ook verkeren, niemand hoeft te denken dat Jezus ons niet kan vastgrijpen. Niemand valt buiten het bereik van Zijn genade en vergeving.
‘Geen bereik hebben’ overkomt ons nogal eens. Christus kent deze woorden niet. Nette mensen, misdadige mensen, bekommerde mensen, seculiere mensen: op Golgotha heeft Jezus hen allemaal binnen handbereik. Daarom was ‘Jezus in het midden.’ Zo kan elke zondaar op zijn beurt Hém vastgrijpen. En zal nooit iemand tevergeefs het moordenaarsgebed bidden: ‘Heere, denk aan mij’.

Heil

Waar is iemand die zozeer met ons meelijdt en meestrijdt in onze zonden en zwakheden als deze grote en barmhartige Hogepriester? Het ligt nog dieper: dat Hij in het midden hangt, betekent vooral dat Hij vóór ons lijdt, vóór ons sterft. Want Hij is bezig met het werk der verzoening. Hij hangt niet alleen tussen twee misdadigers in, Hij hangt ook tussen hemel en aarde in. De hemel die Hem niet meer moet, de aarde die zich van Hem ontdoet.
Zo verwerft Hij ons heil. Dat laat Hij ons in de verkondiging telkens horen: ‘Ik voor u’. Niet voor niets hangt Hij op Golgotha in het midden. Want hier woedt zich boven Zijn hoofd de toorn van Zijn Vader uit, de toorn die wij hebben verdiend. Hier gaat Hij de hel van de godverlatenheid binnen, waar wij eigenlijk thuishoren. Tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Zijn smaad is onze glorie, Zijn vloek onze zegen, Zijn oordeel onze vrijspraak.

Scheiding

‘En Jezus in het midden.’ Zo trekt Hij hen allebei naar Zich toe. Maar er gebeurt nog iets: er ontstaat een scheiding tussen beide misdadigers. Ineens raken deze mannen, tot voor kort broeders in het kwaad, angstwekkend ver van elkaar verwijderd. ‘Denk aan mij!’ hoorden we de een al roepen. Maar de ander lastert de Heiland: ‘Als U de Christus bent, verlos Uzelf en ons’. Terwijl Jezus bezig is de poort van het paradijs ook voor hem open te doen, gooit hij die met een ferme zwaai dicht.
Het is een voorspel op wat zal gebeuren op de jongste dag: de een zal aangenomen en de ander verworpen worden. Christus’ linker- en rechterzijde op Golgotha blijken dus alles te maken hebben met Zijn linker- en rechterhand in het laatste gericht.
Nog steeds ontstaat er scheiding waar het kruisevangelie klinkt en Jezus in het midden hangt. Sommigen kennen die boodschap wel; het evangelie van de verzoening vervéélt hen. Anderen echter ademen op als het gaat over het kruis van Christus. Omdat ze steeds meer merken: het is de enige grond van ons behoud. Zo wordt in de verkondiging van het evangelie Gods oordeel uitgewerkt, het oordeel van verkiezing en verwerping.

Koninklijk

‘En Jezus in het midden.’ Daar schuilt ook iets koninklijks in. Dat laat Johannes doorschemeren door niet te vertellen over Simon van Cyrene, maar door Jezus in eigen kracht Golgotha te laten betreden en door uitgebreider dan de andere evangelisten stil te staan bij het opschrift van het kruis. Voor Johannes is Jezus’ kruisiging Zijn troonsbestijging.
‘En Jezus in het midden.’ Dat woord waaiert uit over de gemeente, over ons leven, over deze wereld. Opdat niet de boze het midden zal beheersen, maar onze Kruiskoning. Daarom bidden we dagelijks: ‘Uw koninkrijke kome’. We zien uit naar het moment dat Christus als de verrezen Vorst van Pasen zal wederkomen op de wolken des hemels om al de Zijnen eeuwig thuis te halen.
Hoe zal het daar zijn? Dat weten we niet. Het belangrijkste weten we wel: ‘En Jezus in het midden’. Johannes profeteerde ervan: ‘En ik zag en zie, in het midden van de troon, een Lam, staande als geslacht’. In dat perspectief leven wij en sterven wij. Jezus in het midden.

H.J. Lam

Ds. H.J. Lam is hervormd predikant te Ridderkerk en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.