Waar bent u naar op zoek?

blog

Sluiting van Apeldoornse synagoge is signaal

Joods leven trekt weg

20-02-2012

Als inwoner van Apeldoorn kom ik op straat zelden een Jood tegen. Dat verrast niet. Van de ruim 150.000 inwoners behoren er twaalf tot de Joodse gemeenschap. Nu wordt de synagoge verkocht - in een plaats die in de vorige eeuw een bloeiend Joods leven kende.

De enkele cijfers vertellen een aangrijpende geschiedenis. In de Apeldoornse synagoge is het nog nauwelijks mogelijk om een dienst te beleggen, omdat daarvoor tien mannen nodig zijn. En dat terwijl twaalf jaar geleden de Joodse gemeente al samengevoegd is met die van Deventer en Zutphen en de Deventer synagoge reeds verkocht is. Nu moet de synagoge van Apeldoorn weg, een gebouw dat in de plaats kwam van de synagoge die in 1941 in brand gestoken werd. Zou 1941 sterk samenhangen met 2012?

 

Auschwitz

Het Joodse leven in de Veluwse plaats is voorbij. Oudere Apeldoorners herinneren zich vast andere tijden. Voor de Tweede Wereldoorlog was de psychiatrische instelling Het Apeldoornse Bosch bekend, evenals het Paedagogium Agisomog, waar zwakzinnige en moeilijke opvoedbare Joodse kinderen gehuisvest werden.

De beide verpleeginrichtingen werden ontruimd onder leiding van Ferdinand aus der Fünten, een van de nazi’s die na de oorlog in Breda een levenslange gevangenisstraf uitzat. Van Apeldoorn naar Auschwitz. Van de 1550 Joden die in 1941 in Apeldoorn bekend waren, keerde tien procent na de oorlog terug.

 

Antisemitisme

Als het aantal Joden in Nederland afneemt en hun religieuze leven niet meer zichtbaar is in de samenleving, zal het antisemitisme daardoor ook minder worden. Dat gebeurt dan wel op een verkeerde manier, namelijk omdat de Joden die hier nog leven, ook vertrekken. Zestig procent van de orthodoxe Joden verliet de afgelopen jaren Amsterdam, omdat het antisemitisme in de hoofdstad steeds gevaarlijker vormen aangenomen heeft.

Antisemitisme heeft oude papieren en lijkt onuitroeibaar. Het wordt gedefinieerd als een op vooroordelen gestoelde vijandige opstelling tegenover Joden en uit zich vanouds in verwijten aan de Joodse gemeenschap dat ze de wereldpolitiek beheerst. Als illustratie een schokkende uitspraak op een Marokkaanse website: ‘En die tyfusjoden hebben overal hun vinger in de pap. Hitler had dus toch gelijk.’ Het uit zich in beledigen en schelden, in intimideren, bij voorbeeld naar Joodse kinderen die een keppeltje dragen. Via internet heeft het eveneens plaats. In de sportwereld gebeurt het, soms zonder dat daders zich dit bewust zijn. Zo zong de Haagse profvoetballer Lex Immers in maart vorig jaar ‘We gaan op Jodenjacht’, nadat zijn club Ajax verslagen had. De Hoge Raad verbood in 2009 dat het lied ‘Hamas, Joden aan het gas’ gezongen werd. Joden die weten wat discriminatie is, geven aan dat de gedaante van het antisemitisme steeds weer anders is.

 

Holocaust

Ook het relativerend spreken over de Holocaust, het vermoorden van zes miljoen Joden, is een vorm van antisemitisme. Het doet geen recht aan de geschiedenis als Israëls huidige strijd met de Palestijnen vergeleken wordt met het optreden van de nazi’s. Hoezeer er ook door het Palestijnse volk geleden wordt – waarvoor hun leiders als eerste verantwoordelijk zijn -, de enkele duizenden dodelijke slachtoffers staan niet in verhouding tot de miljoenen slachtoffers van Hitler, waarbij komt dat er toen geen sprake was van een conflict. De Franse politicus Jean Marie le Pen noemt de Holocaust ‘een detail van de Tweede Wereldoorlog’.

                                                                                  ***

Ons land vindt het nog altijd moeilijk zich te verhouden tot de Joodse gemeenschap, deze groep burgers veiligheid en welzijn te bieden, een perspectief om te leven. De invloedrijke oud-politicus Frits Bolkestein concludeerde op basis van toenemend antisemitisme, vooral van allochtone jongeren, dat er voor bewuste Joden geen toekomst in Nederland meer is. In plannen voor beveiliging heeft hij zo weinig vertrouwen dat hij Joden die aan hun uiterlijk herkenbaar zijn, adviseert naar Amerika of Israël te vertrekken.

 

Excuses

En dan hebben we Geert Wilders. De PVV-leider daagde vorige maand de regering uit excuses aan te bieden voor de slappe houding van de Nederlandse regering ten opzichte van de Jodenvervolging tijdens de oorlog in ons land. Als onze daden de betrouwbaarheid van onze woorden onderstrepen, zou deze suggestie van Wilders gepaard moeten gaan met vergaande voorstellen voor de bescherming van Joden in ons land en voor een eerlijke behandeling van de Holocaust in het onderwijs.

Er is nog een reden dat we veel meer aan daden dan aan woorden hebben. De Joodse journalist Dick Houwaart heeft eens gezegd dat Joden geleerd hebben met ‘de smerigheid van de Jodenhaat’ te leven – en dat het daarom een zaak van niet-Joden is ermee in het reine te komen. Daarom zegt de sluiting van een synagoge in een plaats waar eens een bloeiend Joods leven was, ons veel; en daarom kan een samenleving niet toekijken als orthodoxe Joden voor zichzelf geen leefklimaat in onze hoofdstad ervaren.

 

Oorzaken

De eeuwenlange Jodenhaat wordt meestal verklaard vanuit sociologische of psychologische motieven. Het gaat om het ontzeggen van leefruimte aan een minderheid die zich niet wil aanpassen aan haar seculiere omgeving. En de vreemdheid van Joodse gebruiken roept weerstand op. In tijden van economische crises zijn Joden de zondebok. Zelfs Mugabe deed dat, de leider van Zimbabwe die zijn volk in een politieke en economische crisis bracht. Waar alleen hijzelf de dader is, legt hij de schuld bij… de Joden.

Hoe terecht het is te zoeken bij sociologie en psychologie, daarmee gaan we voorbij aan het religieuze aspect. In een vraaggesprek met De Groene Amsterdammer

zei dr. Bloeme Evers-Emden, wier hele familie in de oorlog vermoord is: ‘Als moslims in Amsterdam straks in de meerderheid komen en de gemeentepolitiek gaan domineren, dan zullen de eerste discriminerende maatregelen tegen Joden en vrouwen worden genomen.’ De moslimextremist Osama bin Laden richtte zich tegen alle Amerikanen en alle Joden.

 

Verkiezing

De hervormde theoloog dr. Miskotte heeft de Jodenhaat vooral godsdienstig gefundeerd, toen hij schreef dat ‘de Jodenhaat in wezen niets anders is dan veel te lang verzwegen haat tegen de God van de Thora, die ook de God van de Kerk is’. De Hervormde Kerk legde in een rapport uit 1960 ook de verbinding naar Christus: ‘Wie het volk Israël verwerpt, moet eindigen met ten slotte Christus Zelf te verwerpen.’

De Joden zijn het volk van Gods verkiezing – en daartoe heeft de Heere Zelf het besluit genomen. Aan die verkiezing – ‘geliefden vanwege de vaderen’ – houdt Hij vast, door de raadselachtigheid van de geschiedenis heen. Maar God is zo betrouwbaar dat Hij op die verkiezing niet terugkomt, wat een grote troost is voor allen die op Zijn Naam betrouwen. Hij ziet daarbij hoe de volken van de aarde samenspannen tegen Zijn Gezalfde. (Ps. 2)

 

Geheimenis

Nadenken over de blijvende positie van Israël in Gods handelen kan in de kerk tot moeilijke discussies leiden, omdat we met een geheimenis van doen blijven houden, een geheimenis dat niet te ontrafelen is. De taak van de kerk is allereerst om te bidden of de Heere, zoals Hij in Ezechiël 37 belooft, de Geest wil geven aan Zijn volk, ‘op beenderen die heel het huis van Israël zijn’.

Als orthodoxe christenen verschillend over de plaats van Israël denken, hoeft er geen sprake te zijn van antisemitisme. Tegen dat kwaad moeten we ons samen keren. Dat kwaad te bestrijden, is een taak voor alle burgers in Nederland, maar zeker voor degenen die bij het Woord van God leven. Daartoe mogen we christenpolitici steunen en stimuleren. Daartoe zetten we ons in voor een klimaat waarin ruimte is voor een religieuze minderheid als de Joden – en dan niet vanuit het motief dat we als orthodoxe christenen van die ruimte zelf wel eens een goed gebruik zouden moeten gaan maken, maar omdat we oog en hart hebben voor het volk van God. En aan de volgende generatie onderwijzen we eerlijk dat Jodenhaat er ook in een ‘christelijke’ gedaante geweest is.

 

Vrees

In Psalm 2 wordt gesproken over het dienen van de Heere met vrees. Dat woord komen we ook tegen in Romeinen 11, als Paulus Gods weg met Israël ontvouwt: ‘Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees.’ Eerbied voor Gods grote daden, eerbied voor Gods weg met Zijn volk mag ons leven stempelen. En wie vreest, spreekt geen grote woorden, omdat hij niet alles doorgrondt en onder woorden kan brengen, maar doet wel wat haast heeft: bidden en het goede doen op aarde.

P.J. Vergunst