Waar bent u naar op zoek?

blog

Kerst, ingreep van Boven

15-12-2014

Het is vol rumoer in de wereld waarin wij Kerst vieren. Jezus spreekt in Lukas 21 over radeloze benauwdheid onder de volken. Wie denkt daarbij niet aan de mensen in Oekraïne, in Afrika (ebolacrisis) en aan de vluchtelingen die zuchten onder de terreur van IS?

In hetzelfde Schriftgedeelte spreekt Jezus echter ook over hoop. Het Koninkrijk van God, úw verlossing, is nabij.

Politieke context

Het valt op dat de profetie van God, Die verlossend ingrijpt in de geschiedenis van Zijn volk, steeds ook de politieke context belicht. Het volk van God wordt namelijk overheerst door ‘vreemden’, door geweldenaars. Dit onheil is een oordeel van God over de ontrouw en het geflirt van Israël en de gemeente met de afgoden, de welvaartsgoden.

Vóór de heilsprofetie in Jesaja 11 dat er een Twijgje zal opgroeien uit de afgehouwen stronk van Isaï, wordt een aangrijpend oordeel over Juda en het koningshuis van David verkondigd: een verrassingsaanval van de Assyrische stoottroepen. Dat leidt tot grote paniek. Mannen, vrouwen en huilende kinderen vluchten allen naar het ommuurde Jeruzalem. Ieder zoekt een veilig heenkomen.

Het doet denken aan de vluchtelingenstromen in het Midden-Oosten, aan de terreur waarmee IS dreigt. Jeruzalem wordt ook weldra belegerd en koning Achaz uit het huis van David trilt als een riet. Het volk wordt overheerst door ‘vreemden’.

Ook de context van Gods ingreep op het kerstfeest wordt gekleurd door politiek en geestelijk onheil voor Israël. De pax Romana

(vrede binnen het Romeinse rijk) lijkt mooi. Maar de werkelijkheid? Geweld heerst als oordeel van God.

Zacharias en Elisabet leven in de dagen van Herodes (Luk.1:5). Deze Edomiet heerst over Juda. En Maria en Jozef móeten meedoen aan de volkstelling. Het gebod van die ene machtige mens, die zichzelf als god en wereldheiland laat vereren, brengt hen in Bethlehem.

Rechtvaardigen

Hoe leven de ‘rechtvaardigen’ in deze donkere tijden van oordeel? Zacharias en Elisabet, Maria en Jozef waren allen rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de HEERE. Het eerstgenoemde echtpaar was kinderloos. Elisabet was namelijk onvruchtbaar. Deze mededeling is veelzeggend: onvruchtbaar. Wat laat Lukas ons daardoor zien? God kiest voor de geboorte van Johannes mensen ‘die model staan voor de gelovige Rest in een tijd van oordeel en die ook model staan voor het onvermogen van deze Rest om uit zichzelf nog veranderingen aan te brengen’ (dr. J. van Bruggen).

Wat hier geldt met betrekking tot Zacharias en Elisabet is nog meer van toepassing op Maria. Wanneer zij hoort over de geboorte van Israëls Koning en Verlosser lijkt dit onmogelijk. ‘Hoe zal dat zijn, aangezien ik geen gemeenschap heb met een man?’

Les voor ons

Het volk van God is in de tijd van Jesaja machteloos én schuldig. De profeet ziet een donkere toekomst van een (belegerde) stad zonder koning, van een land zonder David. Dat wordt een ruïne, een geestelijke chaos.

En ‘in de volheid van de tijd’ is het niet beter. Een volk van God dat zijn God niet meer kent en een gelovige Rest, die uit zichzelf niets kan veranderen. Zien we hoe de Heilige Geest ook ons met onze ideeën van ‘maakbaarheid’ te kijk zet? Dat Hij de gemeente van God, die vandaag ‘zucht’ onder de gevolgen van haar eigen zonden, onder de terreur van het onrecht van de economische god en de dwingende en leugenachtige god van de publieke opinie, hier tekent in haar volstrekte onmacht om zichzelf te verlossen. Dat Hij ook ‘de gelovige Rest’ vandaag opnieuw leert: u bent ‘onvruchtbaar’ in uzelf, onmachtig. U bent te zwak en te zondig om uzelf, om de generaties na u te verlossen.

Laten ook wij dan samen hierover schuld belijden en ons diep vernederen voor onze God. Maar ook hopen. Want de hoop is nog niet uitgeblust. Jesaja moet ervan profeteren en ook Lukas getuigt van heil. God heeft ons niet bevolen om te wanhopen, maar om te hopen (Luther).

Ingreep

Er komt namelijk een ingreep van Boven, zegt Jesaja. Onze God gedenkt voor eeuwig aan Zijn beloften en verbond met Israël, met het huis van David en met Zijn gemeente. Hij volvoert getrouw Zijn heilsplan en beloften.

Die heerlijke ingreep van Boven heeft twee kanten: het onheil en oordeel over al Gods tegenstanders, die onrecht plegen. En bevrijdend heil, volkomen verlossing voor allen die Gods beloften geloven en blijven hopen op Zijn Woord (Ps.130:7). Jesaja profeteert. Het trotse Assyrië en alle antigoddelijke machten die zich tegen God en Zijn volk keren, gaan voor de bijl.

Profetie van heil

Wie geeft Israël en ons dan nog hoop? De HEERE, onze God. ‘Want er zal een Twijgje opgroeien uit de afgehouwen tronk van Isaï.’ Van het koningshuis van David is niets overgebleven. Dit huis is vervallen. Jozef en Maria zijn twee arme mensen, evenals de Rest die op de HEERE wacht, armen van geest, zoals Simeon en Anna.

Maar de HEERE verkondigt Maria door Gabriël: de afgehouwen stronk van Isaï zál weer uitlopen. Er komt een Scheut tevoorschijn. Díe wordt tot een Twijg, die groeit en bloeit en vrucht draagt. Dat is: in Hem zal Israël en zullen de volken gezegend worden. Hij (Zijn kruis) wordt tot een banier waaromheen Israël en de volken zich zullen verzamelen (Jes.11:10). Zo profeteert Jesaja van de geboorte van Israëls Messias. De rechtvaardige Koning Die God ook aan ons gegeven heeft.

Waar komt Hij vandaan? Uit het Vaderhart van God. Hij wordt ‘geboetseerd’ door de Heilige Geest in Maria. Gods Zoon neemt óns vlees en bloed aan om voor de zonden van Israël en óns te sterven, op te staan en om over Israël en óns te heersen.

Daarom wordt Híj gezalfd met de Geest. Die Geest geeft Hem een volheid van gaven. Om Israël en ons ermee te dienen. Het is namelijk de Geest van wijsheid en inzicht Die Hem in staat stelt recht te spreken én recht te doen. Het is ook de Geest van kracht om de wil van Zijn Vader uit te voeren.

Verademing

Kerstfeest: de Geest leert ons knielen bij Zijn kribbe. Hij gunt ons genadig een blik op onze verachte Koning. Zal Híj recht doen en ons verlossen? Ja. Híj stoot machtigen van hun tronen en doet armen recht.

Hij is niet omkoopbaar. Hij is niet gevoelig voor gelobby, steekpenningen en bonussen. Hij is wars van machtshonger, onrecht, eerzucht en geldzucht (Jes.11:3-5). Het is voor arme, kwetsbare zondaren zeer weldadig, een verademing om onder zijn genadige heerschappij te leven in een wereld (en vaak ook in een kerk) vol heerszucht en onrecht, onbarmhartigheid en liefdeloosheid.

Koning

Voor wie is Hij Koning? Voor de armen, de zwakken, voor zondaren, die Hem hun schuld belijden. Voor de zachtmoedigen die zichzelf geen recht kunnen verschaffen. Voor hen die treuren over de onbekeerlijkheid van Israël en de schuldige verdeeldheid in de kerk en gemeenten. Gods Zoon ontledigt Zich in grote liefde en wordt benaderbaar voor hen.

Voor wie is Hij aantrekkelijk? Wie trekt Hij nog door Zijn Woord en Geest tot Zich? Gehandicapten als Bartimeüs, ouders die geloven dat alleen Hij nog raad weet met hun kinderen. Witteboordencriminelen als Zacheüs die geen vrede meer vinden in hun geld, bezit en macht. Armen die lijken op de arme Lazarus (Gód helpt). Zij worden door de rijken misbruikt, ontrecht en als niets geacht.

Maar God verkiest hen in Christus om hen genadig te zijn. Rechtzinnige farizeeën als Saulus, die met hun eigen hoogmoed schipbreuk lijden, worden gerechtvaardigd. ‘Gearriveerden’ en harde idealisten (‘die ene moordenaar’) ontdekken bij Hem dat onze verlossing niet maakbaar is. Zij allen zijn door het geloof goed af met deze barmhartige Koning van kribbe en kruis. Zij zullen door Hem ook zeker de bewoners zijn van Zijn vrederijk, dat haastig komt.

Troost

Wat een blijdschap, vrede, troost en verkwikking mag ons dat nu al geven, want spoedig komt Zijn dag, waarop Hij recht zal doen. ‘Men zal nergens kwaad doen of verderf aanrichten op heel Mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van de kennis van de HEERE. (Jes.11:9)

Laten alle zachtmoedigen uit Israël en de gemeente volhardend bidden tot Gods Lam, onze Koning, de Leeuw uit de stam van Juda, Die staat en regeert in het midden van de troon: ‘Kom haastig, HEERE Jezus, om recht te doen. Want Uw komst is het die ons heil volmaken zal.’ Hij antwoordt: Ik kom haastig en God zal spoedig recht doen.

Nog één vraag: zal de Zoon des mensen, als Hij komt, dít geloof nog op de aarde vinden?

P.H. van Trigt

Ds. P.H. van Trigt is predikant van de hervormde gemeente te Hoevelaken en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.