Waar bent u naar op zoek?

Ruilen van standplaats

24-05-2017

Vanuit ambt en professie blijven predikanten voorbijgangers. Verfrissing door een nieuwe omgeving kan een bron voor vernieuwde inspiratie zijn, stellen mr. drs. W. de Jong en ds. E. Westrik.

Ook als een predikant naar menselijke maatstaven prima functioneert, is het goed elkaar ruimte te geven voor voorbijgangerschap.  Het functioneren van een predikant is in de eerste plaats een ‘geestelijk werk’. Er is gezocht naar de beste predikant en er wordt geprobeerd de beste gemeente te zijn. Maar misschien heeft de Heere der kerk wel andere bedoelingen dan wat wij willen en denken.

Het komt niet altijd zoals het ons past. Een gemeente moet zich dan slijpen aan een als lastig ervaren voorganger. Of een predikant moet geduld leren hebben met hoge verwachtingen. Soms geeft de Heere je die lastige ander op je kerkenpad.

Uit beeld

Predikanten stellen zich, na vier jaar verbonden te zijn geweest aan een gemeente, niet altijd meer zonder meer beroepbaar. De aangekochte woning is een blok aan het been geworden, in plaats van een mooie investering. Of een echtgenote heeft ook haar gerechtvaardigde baanwensen. Kinderen voelen zich verbonden aan een nabijgelegen school. Het zijn allemaal zaken die al langer leefden, maar steeds duidelijker worden.

Na zeven of acht jaar zonder beroep raakt de predikant, zoals dat genoemd wordt, ‘uit beeld’ en komt hij niet meer voor op de lijstjes van kerkenraden van vacante gemeenten. Mogelijk kan een vermelding bij de aanbevelingen van het mobiliteitsbureau van de Protestantse Kerk hulp bieden. Of is er onnodige schroom voor een vermelding?

Een beroep blijft uit en de situatie kan uitmonden in een zekere berusting. Daarin kan zonder meer zegen worden ervaren. Maar er kan ook verbittering ontstaan. De van God gegeven ambtelijke dienst wordt ‘uitgediend’. Irritaties en gebrek aan het ervaren van zegen liggen op de loer.

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van vrijdag 26 mei 2017.