Waar bent u naar op zoek?

blog

Hartslag van het leven

Synode bespreekt visienota

31-10-2011

Het lijkt dat de benoeming van een scriba een van de belangrijkste beslissingen is ten aanzien van het beleid van de kerk. ‘Het is waardevol om je eigen ideeën te spiegelen aan anderen, maar deze nota draagt duidelijk mijn signatuur', aldus dr. A.J. Plaisier in Trouw over de tweede visienota van de kerk.

Sinds 2005 was Leren leven van de verwondering leidend voor het beleid van de Protestantse Kerk. De synode aanvaardde die visienota als leidraad voor haar eigen keuzes en voor het werk van de dienstenorganisatie. Daarin werd het verlangen geuit de protestantse traditie vruchtbaar te maken voor heel de samenleving. Daarin werd ook gezegd dat de kerk zonder Israël niet volgroeid is en we niet kunnen bestaan zonder een diepe verbondenheid met het Joodse volk.

Migrantenkerken

Gesproken werd over de Geest, die bevrijdt van moedeloosheid. Het verlammende gevoel dat de kerk een aflopende zaak is, werd bestreden. De kerk verwoordde er haar identiteit in als gemeenschap rondom het Woord. Als speerpunten voor beleid werd sterk ingezet op missionair werk en jeugdwerk. Ook zouden de banden met de migrantenkerken aangehaald worden en de samenwerking met hen verdiept worden. Dat laatste is de afgelopen jaren waarschijnlijk vaker genoemd dan werkelijk gebeurd.

                                                                                   ***

De titel van de tweede visienota luidt De hartslag van het leven,  een verwijzing naar de liedregel ‘Is de hartslag van het leven niet de liefde van de Heer?’ ‘Met die hartslag is er toekomst voor de kerk’, aldus de nota. Ik denk dat de schrijver hier zowel bedoelt dat het hart van mensen klopt door geloof, hoop en liefde als dat Gods hart klopt, dat de kerk leeft van Zijn bewogenheid.

Opstanding, verzoening, genade

Ds. Plaisier zet voordat de vorm aan de orde komt de nota terecht in met een hoofdstuk over de inhoud: ‘Op de dag van de opstanding’. Wezenlijk is het dat hier woorden als opstanding, verzoening en genade vallen. Genade wordt mensen geschonken als de Schrift opengaat, met name op de zondag. De kernnoties van het christelijk geloof staan niet ter discussie: ‘We zullen aan onze allergie voor waarheid en overtuiging voorbij moeten komen.’
Hierbij wordt het geschenk van de zondag benoemd. ‘In een samenleving waarin elke millimeter van het leven uitgebuit wordt, is de zondag een open dag die uitgehakt wordt in ons dichtgegroeide bestaan.’ Dat is mooi gezegd.

Heilige Geest

Mij lijkt het winst als in dit hoofdstuk niet alleen de Vader en de Zoon, maar ook de Heilige Geest genoemd wordt. Het is immers de Geest die ons van de waarheid overtuigt. Voordat werkelijkheid is dat wij ‘geliefde kinderen van God zijn en van zijn liefde leven’, is het werk van de Heilige Geest in ons leven nodig.
Deze visienota spreekt over ingewijd worden in het rijk van God en het leven als kinderen van God. Dat zijn mooie thema’s om het gesprek in de gemeente over te voeren, om in toegerust te worden. Ik hoop dat het dan ook zal gaan over de verdieping van het geloofsleven en over de toewijding aan God in alle facetten van ons leven. Immers, een missionair tekort is in 2011 niet los te zien van een oppervlakkige geloofsbeleving van veel gemeenteleden – in alle delen van onze kerk.

Vreemdelingschap

Het besef van het anders zijn van de kerk heeft te maken met de heiligheid van God én onze opdracht heilig te leven. Heiligheid is nauw verbonden met liefde. Evenals andere modaliteiten heeft de Gereformeerde Bond drie maanden geleden dankbaar gebruikgemaakt van de gelegenheid om te reageren op een conceptversie van de visienota. In onze reactie viel het woord vreemdelingschap, omdat de kerk haar leden het besef van de inhoud van dit begrip zou moeten bijbrengen. Zitten kerkleden immers niet net zo vast aan materiële zaken als niet-christenen en kijken ze niet veelal naar dezelfde programma’s?
Het zou mooi zijn als het gesprek op de synode volgende week ook hierover gaat. ‘We hebben een kerk nodig die breed genoeg is om van de waarheid geen groepswaarheid te maken’, schrijft ds. Plaisier. En dat is zo. Maar wie breed is, moet ook diepgang kennen, anders rest ons de oppervlakkigheid. Ook dat is zo.

Zuinig op goede vormen

In het tweede hoofdstuk – over vormen van kerk-zijn – lezen we wel over de Geest. ‘De Geest geeft de gaven om vormen te vinden die passen bij de tijd.’ Het is de titel van een boek over samenleven in kerk en wereld, De Geest schrijft wegen in de tijd, een woord dat als vaste uitdrukking bekend geworden is.
Waardevol is de opmerking in de visienota dat we zuinig moeten zijn op goede vormen en dat we in een fase van krimp in de gemeente niet alles moeten blijven doen. Als met minder vrijwilligers er evenveel georganiseerd moet worden, ‘raken de agenda’s overvol en verdwijnt de vreugde’. Dit uit te spreken is beleidsmatig verstandig en tegelijk pastoraal. Gelukkig zijn er steeds meer kerkenraden die na de bezinning op wat cruciaal is voor het gemeente-zijn een aantal andere zaken skippen.
Ds. Plaisier schrijft dat ‘onze vormen kunnen afstoten’ en dat ‘sommige vormen hun tijd hebben gehad’. Dat is een terechte relativering van de vormen, die immers een hoger doel dienen. Tegelijkertijd pleit hij voor goede smaak en kwaliteit. Het is de taak van de lokale gemeente om hierin keuzen te blijven maken. Geleid door de Geest. Want de nota zelf wordt niet concreet in het benoemen van met welke vormen flexibel omgegaan kan worden en welke bijbelse noties er in de omgang tussen God en Zijn gemeente blijvend toe doen.

Ongeboren leven

Het derde hoofdstuk vraagt aandacht voor de plaats van de kerk in de samenleving. Eerst een zin om over na te denken: ‘God doet aan politiek door een samenleving te scheppen van verzoening tussen mensen, van liefde en dienstbaarheid.’ Waardevol is de aandacht die de nota vraagt voor onze levensstijl, als de vinger gelegd wordt bij de eindigheid en kwetsbaarheid van het leven. Hier is de nota gelukkig wel concreet als onze omgang met ouderen, met vreemdelingen en met het ongeboren leven benoemd wordt.
Hier kan nog een punt ingebracht worden, waarvoor onder anderen dr. Bart Jan Spruyt al enige keren aandacht gevraagd heeft, namelijk het protest van de kerk tegen de politiek steeds dominantere gelijkheidsideologie. Vorig jaar verzocht de Gereformeerde Bond onze kerk om hierover samen met de Rooms-Katholieke Kerk haar stem te laten horen. Spruyt vroeg hier deze zomer aandacht voor, omdat er uit de kerken geen protest kwam nadat de gemeente Amsterdam vanwege het homohuwelijk gewetensbezwaarde ambtenaren de weg van een andere baan wees. Twee weken geleden herhaalde Spruyt zijn onbegrip vanwege de stilte in de kerken over het verdringen van publieke uitingen van geloof in een interview in het RMU-contact.

Oecumene

Tot slot het laatste hoofdstuk, dat de oecumene behelst. In de media kreeg de uitgestoken hand van ds. Plaisier naar de Rooms-Katholieke Kerk al aandacht. Maar na de opmerking dat de kerk met andere kerken wil optrekken, staat dat dit ‘in het bijzonder geldt voor kerken van het protestantse erf’. Het zou daarom goed zijn een vervolg te geven aan de toespraken die dr. A. van der Dussen (Nederlands gereformeerd), prof.dr. G.C. den Hertog (christelijk gereformeerd) en prof.dr. B. Kamphuis (gereformeerd-vrijgemaakt) in de afgelopen jaren tot de synode richten – weliswaar op persoonlijke titel, maar toch. Of wacht onze scriba nog altijd op een tegenuitnodiging?

Handvatten

In deze bijdrage focus ik op de eerste helft van de visienota. Daarna volgt de andere helft met handvatten voor beleid en vallen woorden als geloofsgesprek, toerusting, catechese en andere belangrijke steekwoorden. Pasmunt zal er echter moeten komen op het niveau van kerkenraad en gemeente. Hopelijk zal de visienota door velen gelezen en overdacht worden – en omgezet in kerkelijk beleid.
Met het oog daarop zien we uit naar een goede discussie in de synode.

P.J. Vergunst