Waar bent u naar op zoek?

column

Vervolgd

14-11-2011

‘Kun jij je voorstellen dat het te gevaarlijk is om je eigen kinderen over de Heere Jezus te vertellen?'

‘Welke dingen zou jij niet meer kunnen doen als je voor iedereen verborgen moet houden dat je christen bent?’ We doen het spel ‘Op reis naar de vervolgde kerk’. Ik gooi 3, ga vooruit met mijn vliegtuigje. Bij mijn nieuwe plek op het speelbord hoort een uitdaging: de vragen moeten een antwoord krijgen.

 

Het spel nemen we mee na ons bezoek aan de Open Doors-dag. We luisteren naar verhalen uit Colombia, Pakistan en Noord-Korea. Verhalen verteld door Leila, Shabbaz en Timothy. Mannen en vrouwen die de vervolging aan den lijve ondervinden. Ze leven in een stad of dorp waar geen plaats is voor christenen ­- ook niet voor vergeving. Kinderen kunnen er geen kind zijn, omdat vervolging normaal is. Geweld en misbruik, angst en afwijzing komen langs. Ik wil eigenlijk niet geloven dat deze verhalen echt gebeuren. Maar ze gebeuren wel en er is niets nieuws onder de zon.

 

‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ Zo is deze dag ook vol van bemoediging. We worden opgeroepen het meeleven met onze vervolgde broeders en zusters een deel van ons leven te maken. Bidden, schrijven, gaan, vertellen, geven. Hen niet vergeten.

 

De Open Doors-dag is afgelopen. We rijden naar huis. Naar ons veilige Papendrecht, waar we niet verborgen hoeven te houden dat we christen zijn. Bijbellezen, bidden, uit volle borst zingen, voor ons geloof uitkomen, naar de kerk, christelijke school, huisbijbelkring, gebedskring, zondagsschool, openluchtclub, missionair zijn – het mag allemaal. En: Nee, ik kan me niet voorstellen dat het te gevaarlijk zou zijn om onze kinderen van de Heere Jezus te vertellen. Onze kinderen trouwens ook niet. Intussen bidden we wel dat dit in Nederland allemaal normaal blijft.

 

Ik heb antwoord gegeven, mijn dochter mag nu gooien. We vervolgen onze reis naar de vervolgde kerk. Op het speelbord staan de woorden uit 2 Korinthe 4: ‘Wij worden vervolgd, maar niet verlaten.’

Nelleke Donk