Waar bent u naar op zoek?

Ambten en gaven zijn beide nodig

15-02-2016

Als de gemeente krimpt, kan een ambtsdrager zich afvragen: ‘Wat doe ik niet goed?’ Twijfel slaat toe. Toch heeft het een bedoeling dat Christus Zich in de gemeente laat vertegenwoordigen door mensen met allerlei gebreken, stelt ds. P.F. Bouter.

Ambtsdragers kunnen sterk hun zwakte ervaren, omdat ze op hun eigen beperkingen stuiten. Als dominee kan het je soms aanvliegen: ‘Hoe is mijn prediking? Krijgt iedereen het goede voedsel?’ Een ouderling denkt: ‘Wat is de zin van mijn huisbezoeken, wat levert het op?’

Concrete mensen

Als de gemeente wat groeit, kan de stemming snel positief zijn. Maar als er vergrijzing is of krimp, rijst de vraag of dit aan ons als kerkenraadsleden ligt. Waarom laat Christus Zich toch vertegenwoordigen in de gemeente door mensen met allerlei gebreken en eigenaardigheden?

Beroemd is het mooie stukje dat Calvijn daaraan wijdt. Waarom gebruikt God mensjes voor dit grote geschenk van Zijn verlossing? Hij zegt: Ten eerste beproeft God zo onze liefde voor Hem, dat we gehoorzaam Hem dienen ook als Zijn Woord door medeschepselen wordt doorgegeven.

In de tweede plaats doet God het om Zich aan ons aan te passen. Hij wil door menselijke tolken met ons spreken om ons te lokken.

Maar ja, die mensen hebben hun zwakheden, gebreken en eigenaardigheden. Dat betreft hun karakter, geestelijke rijpheid en gaven. Het aparte is nu dat Christus concrete mensen met hun tekorten zo wil gebruiken dat Hij Zijn genade tot velen brengt.

Geestelijke training

Omgekeerd wil dit niet zeggen dat het er weinig toe doet hoe een ambtdrager zelf is. Het formulier zegt niets voor niets dat een ambtsdrager Gods Woord ijverig moet onderzoeken en zich voortdurend moet oefenen in de overdenking van de verborgenheden van het geloof.

Een ambtsdrager moet zich beijveren om in de genade te groeien. We moeten waken voor verzakelijking van het ambt. Het mag geen sociale taak worden. Juist de ambtsdrager moet ervoor zorgen dat hij in nauw contact met de hemel blijft. Dat betekent eenvoudig dat hij veel zijn Bijbel opent, erover nadenkt en lijnen trekt vanuit het Woord.

Ook van belang is dat hij zich oefent in de overdenking van de verborgenheden van het geloof. Een ambtsdrager moet geregeld in zijn hart de zaken van het geloof te overdenken.

Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 19 februari 2016.