Waar bent u naar op zoek?

Christenen in Nigeria hebben geen antwoord op aanslagen

12-05-2014

De terroristische moslimorganisatie Boko Haram stort zich op weerloze mannen en vrouwen, die geen ander wapen pakken dan het gebed. Te gast in Nigeria.

Welke betekenis heeft het om samen met SDOK-bestuurslid ds. A.Th. van Olst en -medewerker Richard Groenenboom naar de kerk van Nigeria af te reizen? Die vraag moet niet alleen vanwege de investering in tijd en geld beantwoord worden, maar ook omdat het risico bij de reizigers gelegd wordt, als ze komen in regio’s waar ondanks veiligheidsmaatregelen een aanslag niet uitgesloten kan worden. Uniek zijn onze overwegingen niet, als ik denk aan bijbelsmokkelaars ten tijde van het IJzeren Gordijn, aan hen die zonder woorden present willen zijn voor de kerk in Noord-Korea of andere gesloten landen enz.

Reisinformatie
De trouwe dienaar van Paulus, Tychikus, helpt me bij het vinden van een antwoord. In Kolossenzen 4 schrijft de apostel dat deze mededienstknecht al zijn omstandigheden aan de gemeente in Kolosse zal vertellen en daarmee het hart van de gemeente bemoedigen zal. Ook Onesimus mag mee. Het is niet zonder betekenis dat reisinformatie van deze aard in de Bijbel te vinden is.
Het lijden van Paulus vanwege het volgen van Jezus is niet slechts lastig voor de apostel, een horde in de loopbaan van een evangeliedienaar. Zijn lijden heeft de gemeente wat te zeggen. In Kolossenzen 1 schrijft Paulus: ‘Nu verblijd ik mij in mijn lijden voor u en vervul in mijn vlees wat overblijft van de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van Zijn lichaam, dat is de gemeente.’ De gemeente moet weten dat Christus de hoop op de heerlijkheid is én moet leren dat zij door verdrukkingen zal ingaan in het Koninkrijk. Blijkbaar heeft Paulus zelf het meeleven van de gemeente ook nodig, haar voorbede en betrokkenheid.

Ranglijst
Om die reden reizen we naar Nigeria, het land dat onder ons niet als eerste genoemd wordt als we denken aan de vervolgde kerk. Meedogen met de kerk van Syrië, ontzetting over jarenlange opsluiting van christenen in Noord-Korea, denken aan hen die in Eritrea in zeecontainers gevangen zitten – we zijn ertoe geroepen. ‘Bid voor ons’, zo klinkt het appèl uit deze landen waar de kerk geleerd heeft dat God de Hoorder van gebeden is.
De veertiende plaats op de nieuwste Ranglijst Christenvervolging heeft Nigeria te danken aan de rust die er in het zuiden is, waar christenen de meerderheid vormen. De zeven noordelijke provincies waar de moslims dominant zijn, laten een heel ander beeld zien, terwijl het midden van Nigeria echt een overgangsgebied is. Alleen in Syrië werden er in 2013 meer christenen vanwege hun geloof vermoord – afgezien van de landen waarover geen cijfermateriaal beschikbaar is.

Tja, wat zeggen cijfers, wat heb je eraan of je de twaalfde of twintigste plaats inneemt in deze ranglijst, als je je leven niet veilig bent, als je naasten op brute wijze vermoord zijn, als de kerk gedecimeerd is, als je verdriet hebt om je vermoorde broer? Jij voelt jouw pijn.

***

Sonongk
Dat beseffen we als we op de eerste dag van ons bezoek naar Sonongk rijden, het dorpje waar een week eerder 34 christenen neergeschoten en verbrand werden. Bijzonder, dat we zo kort na een aanslag ter plekke kunnen zijn? Ja, dat is het natuurlijk wel, als we bedenken dat onze reis maanden eerder geboekt is. Tegelijk is het niet bijzonder, omdat vrijwel elke week, elke tien dagen een dorp, een kerk of een school door de strijders van Boko Haram aangevallen wordt.
Het recept is – zo lezen we later tijdens onze reis in een overzichtsartikel in de krant The Guardian – steeds hetzelfde. In dit corrupte land zorgen rijke moslims voor de bewapening van Boko Haram. Deze strijders worden door moslims die in een overwegend christelijk dorp wonen, getipt wanneer het een geschikt tijdstip voor een aanslag is. De meeste dorpen – een dorp in Nigeria ziet er anders uit dan een dorp in Nederland – liggen in het hoge gras verscholen, zodat de aanval heel onverhoeds plaatsheeft. Soms is het leger op de hoogte – corruptie verlamt ook het leger -, maar als een moslim de leiding over een eenheid heeft, zorgt deze man ervoor juist naar elders getrokken te zijn. Dat is een verklaring voor de berichten die we soms lezen dat op het uur van de aanslag de militairen net afwezig zijn. Weerloos zijn ze, de christenen.

Gewond
Op weg naar Sonongk is het bij een militaire controlepost even spannend. ‘Zijn jullie missionarissen?’, blaft een politieman. Ik vind dit niet prettig en toon mijn Engelse Bijbel, die hij ter plekke wil innemen. Ook dat hoort bij de corruptie – zoals de douanebeambte op het vliegveld bij het openen van de koffer ook laat weten waarvoor ze belangstelling heeft.
We naderen Sonongk. Het is nu doodstil in de auto, we voelen de ernst van het moment, de spanning van het bezoek. Christenen uit Nederland gaan het gewonde lichaam van Christus in Nigeria ontmoeten. We zijn er bijna: een vrouw loopt in de hete zon met een kom water op haar hoofd, een man is zijn brommer aan het poetsen, geiten scharrelen rond. Het volgende dorp, dat is het.

Mijn moeder, mijn neef…
Onze eerste blik als we de ‘hoofdweg’ opgaan, is een aan een paal vastgebonden man, die na negen stokslagen een emmer water over zich krijgt. De rest van de dag mag hij stilstaan, de handen op de rug, de zon op zijn hoofd. We ontdekken dat – met een geordende overheid op afstand – de lokale gemeenschap zelf de orde bewaakt: deze man heeft zich onbehoorlijk gedragen door zijn dieren op het land van een ander te laten grazen en krijgt nu een publieke berisping. ‘Obstructie’, vat de leider van Sonongk, Benjamin Bala Shom, voor ons samen.
Dan concentreren wij ons op onze missie. Als de mannen zich om ons heen opstellen, stel ik direct de vraag die hun hart beroert. ‘Van wie is er vorige week een familielid omgebracht?’ Vrijwel niemand zwijgt. ‘Mijn zuster,’ zegt de een. ‘Mijn drie broers,’ antwoordt een ander. ‘Mijn moeder, mijn neef, mijn zoon.’ Luka Thomas zegt helemaal niets, tot ik het hem zelf vraag. ‘Dofni, mijn dochtertje van acht jaar, ons enige kind, is vermoord,’ zegt hij nauwelijks hoorbaar.

Bidden, schuilen, vluchten
Die dag, ze zullen hem niet meer vergeten. Om negen uur in de morgen waren de mannen bezig met huiselijke werkzaamheden. ‘We hoorden schieten, overal gegil om ons heen.’ Van alle kanten komen de moslimstrijders het dorp binnen. Bidden, schuilen, vluchten – wat doe je? 26 vrouwen en kinderen zoeken veiligheid in een huis, dat kort daarna met benzine overgoten wordt en in vlammen opgaat. Allen vinden de dood.
Op de wegen en paden sterven de andere acht slachtoffers. Bij deze aanslag worden de doden niet verminkt, hun keel niet doorgesneden – handelingen die steevast horen bij het patroon van Boko Haram. Dat we de daders tot deze moslimextremisten kunnen rekenen, dat is voor Bala Shom duidelijk. ‘Ze riepen ‘Overwinning aan Allah’ toen ze op ons afkwamen. En tegen een jonge vrouw die op de grond viel en nu in het ziekenhuis verblijft, zeiden ze: Sta dan op als je echt gelooft, dat deed Jezus Christus toch ook?’
Waarom denk ik op dit moment aan Golgotha? Op dat stukje van de aarde leed de Heiland der wereld, ook bespot. ‘Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij nu van het kruis komen…’ (Mat. 27:42) Hier lijden Zijn kinderen en gaat Jezus’ woord in vervulling: ‘Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft.’ (Joh. 15) In Sonongk, in dit Nigeriaanse dorpje, ervaar ik dat lijden zoals ik het niet eerder ontmoet heb.

Opstanding en leven
Stil lopen we door het dorp. Bij elk spoor van geweld staan we stil, niet omdat de mannen van Sonongk denken dat we hen niet geloven, maar vooral als verwerking voor hen. Ze stoppen bij de verkoolde maiskolven, bij onbruikbare landbouwmachines, bij lege kogelhulzen en uitgebrande autowrakken, wijzen op bloeddruppels op de grond. Je proeft de ingehouden verontwaardiging, hun boosheid en hun machteloosheid als uitingen van diep verdriet. Daarom klinken de woorden die ds. Van Olst bij het eerste massagraf leest alsof Johannes ze speciaal voor deze mannen in zijn evangelie opgenomen heeft. ‘Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?’ Preek en toepassing vallen hier helemaal samen.
Als ik bij het andere graf mag lezen, kies ik Jesaja 41, om licht te laten vallen op de almacht van Israëls God. ‘Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u.’ Als ds. Van Olst bidt, vraagt hij niet alleen om troost en bescherming, maar doet hij ook waarin de vervolgde kerk ons voorgaat: bidden voor de vijand, voor de bekering van degenen die zich door haat laten leiden. Of Saulus ook nu een Paulus mag worden.

Nieuwe aanvallen
Christopher Collins, manager in de stad Jos van de partnerorganisatie van SDOK, gaat pas na een onverwachts appèlwoord met ons terug: ‘Mannen, nu moeten jullie wel bij de Heere blijven, Zijn Woord lezen en Hem trouw dienen. Alleen dan zijn jullie veilig als er nieuwe aanvallen komen.’
Na dit vermaan aan de mannen van Sonongk maant Christopher ons. ‘Nog hooguit tien minuten. Als we langer blijven, lopen we groter gevaar.’ We nemen afscheid.
Hoe voelde Paulus zich, na veelal korte bezoeken aan kwetsbare gemeenten? Hij bleef na zijn vertrek met die gemeenten verbonden en eindigt in ‘de genade die er is voor allen die onze Heere Jezus Christus in onvergankelijkheid liefhebben’.

P.J. Vergunst