Waar bent u naar op zoek?

Drukke mantelzorger

09-11-2015

Omzien naar en zorgen voor een hulpvragende bloedverwant of vriend lijkt haast een automatische reflex, een vanzelfsprekend impuls. Mantelzorg vraagt echter veel. Anderzijds kan het je mens- en godsbeeld verrijken, schrijft ds. J. Belder.

Afgelopen dinsdag was het de Dag van de mantelzorg. Aandacht en waardering voor al die onbezoldigde, stille werkers is geen overbodige luxe.

Prof.dr. Hattinga Verschure was de eerste die de begrippen mantelzorg en mantelzorger gebruikte. In Het verschijnsel zorg (1977) omschrijft hij mantelzorg als vrijwillige, niet-alledaagse zorg die gegeven wordt aan mensen die vanwege beperkingen aangewezen zijn op hulp van anderen.

Mantelzorg veronderstelt een sociale relatie. Er moet een persoonlijke, emotionele band tussen twee mensen zijn. Daarbij wordt meer dan gebruikelijke zorg geboden. Niet zo nu en dan, maar structureel.

Mantelzorg is geen synoniem voor vrijwilligerswerk. Je kiest er namelijk niet voor om mantelzorger te worden. Je wordt het. Soms tegen wil en dank, maar meestal omdat de liefde je motiveert. Partners helpen elkaar, vrienden helpen vrienden, kinderen hun ouders en waar nodig ouders hun kind. Bovendien, als jij niet helpt, wie helpt dan wel.

Het woordje mantelzorg bestaat uit twee andere woorden. Mantel en zorg. De Bijbel benadrukt steeds het belang van een mantel. Wee hem die zijn naaste van zijn mantel berooft (Ex.22:25; Deut.24:13). Hij laat hem letterlijk in de kou staan. Heb je twee mantels? Geef er dan een aan wie er geen heeft, beveelt Jezus (Luk.3:11).

Is dat niet wat een mantelzorger doet? Een mantel van liefde leggen om de schouders van een hulpbehoeftig mens? Daarmee onderstreept hij tegelijk de betekenis van die ander, diens identiteit. ‘Hoe geschonden ook, jij blijft voor mij medemens. Ik zie je door de ogen van Jezus.’ (Matt.25:35-40)

Mantelzorgers leveren een grote inspanning, vooral wanneer het een jarenlang project wordt. Kunnen vrijwilligers hun tijd afgrenzen, mantelzorgers kunnen dat niet of veel minder. Wie vervangt hen als ze het laten afweten?

Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 13 november 2015.