Waar bent u naar op zoek?

Ds. de Bie reageert op boek dr. Van de Beek

13-01-2016

Er zijn plaatsen in de Bijbel die een niet-harmonieus begin van de schepping veronderstellen, aldus dr. A. van de Beek. Heeft de voormalige hoogleraar gelijk wanneer hij de zondeval ter discussie stelt?, vraagt ds. H.J. de Bie.

Op het symposium bij het afscheid van dr. J. Hoek kwam ook het laatste boek van dr. Van de Beek ter sprake, Een lichtkring om het kruis. Het boek oogstte veel waardering omdat Christus daarin centraal staat.

Er was echter ook kritiek. Die richtte zich vooral op de ontkenning van de zondeval. Van de Beek wijst daarbij op de psalmen 93 en vooral 104. Een ander argument dat hij aanvoert is dat de mens moet heersen over de dieren. Ook de uitspraak dat ‘het niet goed is dat de mens alleen is’ kun je negatief opvatten. Tot slot staat in Genesis 1 bij de schepping van de mens niet: ‘En God zag dat het goed was’.

Onze belijdenisgeschriften

De Nederlandse Geloofsbelijdenis volgt de klassiek gereformeerde belijdenis van het christelijk geloof met als kernpunten: de schepping, val, verkiezing en verlossing van de mens, de betekenis van Christus, rechtvaardiging en heiliging, kerk en sacramenten, de relatie kerk en overheid en de laatste dingen.

Wat hierin opvalt, is dat het dan niet gaat over de schepping van hemel en aarde in het algemeen maar over de mens: ‘Wij geloven dat God de mens geschapen heeft uit het stof der aarde, en hem gemaakt en gevormd heeft naar Zijn beeld en gelijkenis, goed, rechtvaardig en heilig, zodat hij met zijn wil in alles kon overeenstemmen met de wil van God’ (art.14).

Diezelfde concentratie op de mens keert terug in het volgende artikel: ‘door de ongehoorzaamheid van Adam heeft de erfzonde zich over heel het menselijk geslacht verbreid’. Dit is ook de lijn van de Heidelbergse Catechismus (zondag 3 en 4) en de Dordtse Leerregels (I.1e.v. en III/IV, over de verdorvenheid van de mens en de bekering tot God en de wijze waarop zij zich voltrekt).

Psalm 104

Beperken wij ons tot Psalm 104. In deze psalm gaat het echter niet over de onvolkomenheid van de schepping maar over de majesteit en de glorie van de HEERE. Hij is de Koning van het heelal, de Heer van de engelen. Hij heeft de aarde gegrondvest. Hij is alle machten en krachten de baas en onderhoudt mens en dier. Psalm 104 ziet de grootheid van God weerspiegeld in de schepping vanuit het hier en nu:

Hoe groot zijn Uw werken, HEERE,

U hebt alles met wijsheid gemaakt,

De aarde is vol van Uw rijkdommen.

Daar ligt de zee, groot en wijd uitgestrekt;

Daar leeft krioelend gedierte, niet te tellen,

Kleine dieren en grote.

Daar varen de schepen,

Daar gaat de Leviathan.(vs.24-26).

 H.J. de Bie

Lees de volledige tekst van het artikel in De Waarheidsvriend van 15 januari 2016.