Waar bent u naar op zoek?

Herkenning in de hemel

14-10-2013

David zegt na het heengaan van zijn zoon: ‘Ik zal wel naar hem toe gaan, maar hij zal niet bij mij terugkomen.' Ds. G.H. Kruijmer gaat in op de vraag of deze tekst een bewijs is dat de gelovige zijn geliefden in de hemel zal ontmoeten.

Het zijn allereerst de woorden van een vader die na veel strijd komt tot de aanvaarding van het verlies van zijn kind. Na zijn zonde met Bathseba is David door een diep dal gegaan. De profeet Nathan had hem namens God gezegd dat zijn zonde vergeven was. De zoon die geboren was, zou sterven.

Toen het jongetje ziek werd, had David zeven dagen gevast. Hij lag op de grond en wilde niet eten, ook niet toen de oudsten van zijn huis hem aanspoorden.

Opvallend is de wending die plaatsvindt nadat het kind is overleden. David staat op, wast zich en trekt andere kleding aan. Daarna gaat hij het huis van de HEERE binnen en buigt zich neer. Zijn dienaren vragen waarom David van houding is veranderd. Zolang het kind leefde, heeft hij gevast en gehuild, in de hoop dat de HEERE genadig zou zijn en het kind in leven zou blijven.
Hij realiseert zich dat de dood definitief is en aanvaardt het verlies. Het roept de vraag op, die bij velen leeft, of de gelovige in de hemel zijn geliefden zal ontmoeten.