Waar bent u naar op zoek?

In memoriam ds. J. Koolen (1930-2014)

01-09-2014

Op 26 augustus overleed in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen in de leeftijd van 83 jaar in het Antoniusziekenhuis te Nieuwegein Jacobus Koolen. Zijn prediking balanceerde als het ware tussen Kohlbrugge en de Nadere Reformatie.

‘Houdt vast in geloof aan Jezus de Heere, als de enige Redder’ staat er boven zijn kaart. Niet zozeer een bijbeltekst, maar wel de inhoud van de Bijbel in een notendop die hij zijn gezin en gemeenten op het hart wilde binden.

Delft

Jacobus Koolen werd op 24 september 1930 te Leiderdorp geboren en verhuisde al spoedig naar Delft. Daar groeide hij op in een confessioneel milieu terwijl hij reeds als twaalfjarige jongen, in de oorlogstijd, een roeping kreeg tot het wondere ambt van predikant. Hij deed belijdenis van het geloof bij ds. G. van Hoegee. Op zondag hoorde hij ook de emeritus predikanten P. Zandt, T. Lekkerkerker, die er woonachtig waren, en W.L. Tukker en J.J. Poot, die in zijn studententijd in Delft stonden.
Met name het genadekarakter in de prediking van laatstgenoemde predikanten heeft hem gevormd. Ds. W.L. Tukker heeft hem in al de drie gemeenten die hij diende bevestigd, terwijl ds. J.J. Poot een van de voorgangers was bij zijn huwelijk op gevorderde leeftijd in de Prinsekerk te Rotterdam.

Onderwijs

Uit de vier gemeenten die hem beriepen nam hij het beroep naar Reeuwijk aan. Hij was daar de stuwende motor achter de bouw van de Ichthuskerk vanwege de groei van de gemeente. Bij de handoplegging sprak ds. W.L. Tukker de niet zo gebruikelijke tekstwoorden: ‘In de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes.’ Naast het predikantschap gaf hij godsdienstles aan het Christelijk Lyceum te Gouda en aan twee openbare scholen in Reeuwijk.
Onderwijs en catechese hadden zijn hart. Hij probeerde in zijn prediking zo eenvoudig mogelijk te preken, zonder dat dit ten koste ging van de diepgang. Zijn prediking balanceerde als het ware tussen Kohlbrugge en de Nadere Reformatie. Van zijn preken zijn er enkelen gepubliceerd er in de prekenserie Genade voor genade alsmede in het boekje Wij zwijgen niet. Zelf verzorgde hij de uitgave van een aantal preken van ds. J.J. Poot met als titel Gode zij dank, terwijl hij van ds. W.L. Tukker onder de titel Om treurigen te troosten diens catechismuspreekschetsen persklaar maakte. Met zijn vriend ds. Jac. Jongerden verzorgde hij een bundel preken van hun leermeester A.H. Edelkoort, getiteld Wacht bij uw hart.

Na Reeuwijk (1958-1966) volgde de gemeente Werkendam (1966-1973). In deze tijd was hij ook voorzitter van de protestants-christelijke vleugel van het Beatrixziekenhuis te Gorinchem.
Zijn laatste gemeente werd IJsselstein. Nadat hij eerder voor een beroep naar deze gemeente bedankte, meende hij bij een tweede beroep toch de herdersstaf aldaar op te moeten nemen. Twintig jaar heeft hij deze gemeente gediend. Ondanks herhaaldelijke beroepen bleef hij IJsselstein trouw tot aan zijn emeritaat. Na zijn emeritaat leefde hij met de kerkelijke gemeente mee zonder zijn opvolgers voor de voeten te lopen. Wel ging de ontkerkelijking en niet het minst de kerkscheuring in 2004 hem na aan het hart.

Studiezin

Naast zijn ambtelijke arbeid kende hij een grote studiezin. Zo legde hij in IJsselstein onder leiding van zijn studievriend prof. dr. C. Graafland het doctoraal examen af met een scriptie getiteld ‘Dr. G. Oorthuijs, theoloog en predikant’. Na zijn emeritaat schreef hij in 2000 een doorwrochte studie over Jacobus Fruytier, die hijzelf overigens betitelde als ‘een bescheiden bijdrage tot vermeerdering van de kennis der Nadere Reformatie’.
Toen bij het ouder worden de lichamelijke gebreken toenamen, besloot hij rond zijn vijftigjarig predikantschap te stoppen met preken. Hij preekte toen over 2 Korinthe 4:7: ‘Maar wij dragen deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid der kracht zij Gode en niet uit ons.’
Stil zitten deed hij echter nog niet want hij leidde tot voor kort nog een jonge lidmatenkring in de gemeente; zelfs gaf hij verschillende jaren leiding aan een leeskring waarin literatuur werd gelezen en besproken, terwijl hij tot aan zijn overlijden eindredacteur bleef van het regionale kerkblad ‘de Bazuin’ eerder ‘Ons Kerkblad’ geheten. Tal van boeken (van lijvige theologische studies tot jeugdboeken) zijn in dat blad gedurende dertig jaar door hem gerecenseerd. Op de herhaalde vraag om toch eens wat memoires uit zijn predikantschap aan het papier toe te vertrouwen, ging hij helaas, uit bescheidenheid, niet in.

Om Jezus’ wil

Op 2 september is zijn lichaam gezaaid op de begraafplaats ‘de Hoge Akker’ na een rouwdienst in de Oude Sint Nicolaaskerk, die hij ook wel eens ‘de kathedraal’ placht te noemen.
Toen ds. Koolen bij zijn intrede in IJsselstein voor de derde maal zijn bevestiger toesprak, wenste hij deze toe dat straks tot hem gezegd mocht worden: ‘Ga in in de vreugde uws Heeren.’ We mogen vertrouwen dat dit nu Jacobus Koolen mocht gelden. Niet om Jacobus’ wil, maar om Jezus’ wil, van wie hij een getuige mocht zijn.

M. van Kooten, Elspeet