Waar bent u naar op zoek?

Ruimte geven aan vrouwen in de kerk

23-03-2017

Platform Persis, een platform voor vrouwelijke kerkelijk werkers in de Gereformeerde Bond, is ervan overtuigd dat vrouwen op allerlei manieren een volwaardige plaats kunnen hebben in de opbouw van de gemeente, stelt Teuni van de Water.

Toch ziet het platform vanuit de Bijbel geen ruimte voor vrouwen in het ambt. Als we door middel van bijbelse argumenten een visie willen weergeven, moeten we ons bewust zijn van onze hermeneutische keuzes, de bril waarmee we de Bijbel lezen. Het thema is des te actueler, nu het deputaatschap M/V en ambt van de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerken met een rapport komt waarin de voorkeur voor de openstelling van het ambt voor vrouwen wordt uitgesproken. 

Hermeneutiek

Ds. C. den Boer schrijft in Man en vrouw in bijbels perspectief: ‘Voor de tijd waarin de geschriften van het Oude Testament ontstonden, betekent dat, dat de vrouw in het algemeen gesproken een ondergeschikte positie had en als het eigendom van haar man werd beschouwd.’

We kunnen bijbelteksten interpreteren vanuit de patriarchale samenleving van toen, maar daarnaast kunnen we ook op zoek gaan naar de positieve bedoeling die God met de voorschriften heeft: ‘We verdisconteren dus bij het lezen van de Bijbel de bovengenoemde patriarchale maatschappelijke situatie en duiden van daaruit in de bredere context van de Schrift de genoemde wettelijke voorschriften. Dat vraagt evenwel van ons om achter dat alles en daar dwars doorheen de diepste bedoelingen van God met de mens (man en vrouw) en met de samenleving op te sporen.’

Vanuit deze hermeneutiek willen we als platform Persis een positieve duiding geven van hoofdschap en ondersteuning. De ‘zwijgteksten’ lezen we dan ook vanuit deze positieve duiding. Verder bestaat er volgens ons in de Bijbel een verband tussen hoofdschap en ambt. Daarnaast pleit het platform voor een meer volwaardige plaats voor vrouwen in de kerkelijke gemeenten in de gereformeerde gezindte.

Hoofdschap

Vanuit Efeze 5:23 is het hoofdschap van de man een voluit bijbelse lijn (Ef.5:23). Hoofdschap heeft meerdere kanten: aanspreekpunt in leiderschap en verantwoordelijkheid. Het komt de communicatie met een groep mensen ten goede als één persoon aanspreekpunt is en als deze daarbij aangesproken kan worden als pars pro toto én als vertolker naar de groep toe. Op die manier is van God uit de man aanspreekpunt voor zijn gezin. Als vertolker van de woorden van God heeft hij gezag.

In onze tijd heeft het woord gezag een negatieve klank. Echter als we van Christus lezen ‘Hij sprak als gezaghebbende…’ (Matt.7:29) zien we dat er absoluut geen sprake is van heerszucht of machtsmisbruik. Efeze 5 laat zien dat vanuit de verbondenheid met Christus gezag ten goede komt aan de man-vrouwverhouding. Goed leiderschap heeft een bepaalde mate van gezag.

Verantwoordelijkheid

Daarnaast heeft hoofdschap ook te maken met verantwoordelijkheid: de man is verantwoording schuldig naar God voor zijn vrouw en zijn gezin. Adam wordt eerst aangesproken en wordt als eerste ter verantwoording geroepen, terwijl Eva de eerste was die zondigde.

Mannen en vrouwen kunnen soms vastzitten in een bepaaldreactiepatroon. Een veel voorkomend patroon is bijvoorbeeld dat de één overheerst en de ander zich terugtrekt. Vrouwen kunnen overheersend zijn (‘dicht op de huid zitten’) en mannen trekken zich dan terug (vluchten).

De Bijbel geeft voorbeelden van mannen die de neiging hebben voor hun verantwoordelijkheid weg te vluchten. Andersom kunnen ook mannen overheersend zijn en vrouwen zich terugtrekken. Vaak wordt gedacht dat dit bedoeld wordt met Efeze 5:22-23: ‘Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere, want de man is hoofd van de vrouw…’ Een heerszuchtige houding lijkt me meer een teken van een verkeerd reactiepatroon dan een goede invulling van hoofdschap in een liefdevolle, evenwichtige relatie. Heerszucht kan al snel leiden tot machtsmisbruik.

Het vervolg van vers 23 is essentieel: ‘…zoals ook Christus Hoofd van de gemeente is.’ We mogen geloven dat wie in Christus is, een nieuwe schepping is. Dienend leiderschap moet mogelijk zijn (Mark.10:43). Vanuit de vrucht van de Heilige Geest mogen we geloven in een positieve invulling van hoofdschap.

De les lezen

Voor vrouwen hebben woorden als hulp, onderdanigheid of onderwerping al snel een denigrerende klank en vragen daarom ook een nadere duiding. Vrouwen die in de Bijbel geprezen worden, zijn geen ‘sloofjes’. Ze laten meestal juist een kordate en toegewijde houding zien (zie bijvoorbeeld Abigaïl, 1 Sam.25). Een mooie omschrijving van het bijbelse begrip ‘onderdanig’ (onderwerping) geeft Larry Crabb in Man & vrouw. Hij omschrijft onderwerping onder andere als ‘onverstoorde, uitnodigende ondersteuning’.

Bij het eerder genoemde reactiepatroon zien we echter dat vrouwen de neiging hebben te overheersen, ofwel hun (of een) man op een betweterige, bemoeizieke manier te behandelen.

Het zou kunnen dat 1 Timotheüs 2:12 juist die betweterige houding veroordeelt. Dan zou ‘onderwijzen’ meer gelezen moeten worden als ‘de les lezen’. Almatine Leene stelt in haar boekje Samen dansen in de kerk dat het om een dominante vorm van onderwijzen gaat. Deze tekst heeft ons vrouwen dan wel iets te zeggen wat betreft onze houding, maar is geen reden om vrouwen in de gemeente op basis van 1 Timotheüs 2 onderwijzende of toerustende taken te ontzeggen.

Een ‘tegenover’

Een goede manier van onderdanigheid in een uitnodigende en ondersteunende houding moet mogelijk zijn. Vrouwen zijn meer relationeel gericht en kunnen vanuit hun relatie met God met respect ‘tegenover’ of een spiegel zijn voor (hun) mannen.

De diepste bedoeling van God met de mens is ‘het is niet goed dat de mens alleen is’. De man heeft een ‘hulpe tegenover’ gekregen, een ezer kenegdo. Opvallend is dat het woord Ezer ook voor God zelf gebruikt wordt. Worden vrouwen ook op die manier gewaardeerd?

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen meer connectief en mannen meer autonoom redeneren. Begrijpelijk is het als mannen vanuit dit meer autonome denken moeite hebben met het accepteren van ondersteuning of een ‘tegenover’. Ook is het begrijpelijk dat vrouwen vanuit hun meer connectieve, verbindende instelling ‘te dicht op de huid zitten’. Toch is ook deze houding niet naar Gods bedoeling. God heeft ons geschapen als mannen en vrouwen om elkaar in goede harmonie aan te vullen.

In de gemeente

Deze bijbelse visie op de man-vrouwverhouding is niet alleen bedoeld voor het gezin, maar heeft ook iets te zeggen in bredere verbanden van de gemeenschap. In de Bijbel zien we dan ook een verband tussen ambt en hoofdschap (bijv. in: 1 Tim.3:4,5,12 en Titus 1:5-9). Dus behalve dat ‘het profetisch ambt gestalte krijgt door een mannelijke ambtsdrager als dienaar van het Woord’ lijkt het een voluit bijbelse lijn dat de leiding van de gemeente en de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de gemeente als hoofdschap berust bij mannelijke ambtsdragers.

Dit wil echter niet zeggen dat in de gemeente geen volwaardige plek voor vrouwen overblijft. Juist vanwege de twee-eenheid van hoofdschap-ondersteuning en vanwege de ‘hulp tegenover’ zijn mannen en vrouwen aan elkaar gegeven en op elkaar aangewezen om elkaar aan te vullen. Daarom zou er meer ruimte moeten zijn voor vrouwen in advisering en meedenken ter ondersteuning van de ambten, bijvoorbeeld in ‘supervisie’ van ambtsdragers of in beleidsmatig opzicht.

Dat vrouwen een aanvulling kunnen zijn in het pastoraat, bijvoorbeeld bij echtscheidingsproblematiek, bij vormen van seksueel misbruik of bij alleenstaande vrouwen, is duidelijk. Ook kunnen vrouwen aanvullend en ondersteunend zijn in catechese, diaconaat of missionair werk. In verbindend en intuïtief opzicht hebben vrouwen misschien juist wel een voorsprong en kunnen zij daarom ook van dienst zijn in allerlei begeleidingsprocessen. 

De Bijbel biedt veel aan voor de plaats van de vrouw. De brochure Geroepen vrouw laat zien hoe zij op allerlei manieren in de praktijk van de gemeente voluit kan participeren. Als platform horen we graag meer mooie voorbeelden hiervan.

Teunie van de Water