Waar bent u naar op zoek?

Wezenlijk en daarom actueel

14-10-2014

Theologie was voor prof.dr. C. Graafland geen vak. Het ging hem om God, om de kerk, om onszelf. Dat laatste ook. Zijn persoonlijke betrokkenheid maakt zijn theologiebeoefening in zekere zin tijdbepaald, schrijft dr. A.J. Kunz.

Nog zie ik me zitten, als eerstejaars student theologie in een grote collegezaal. Prof.dr. C. Graafland gaf college over het verbond in de gereformeerde traditie. Nauwkeurig analyseerde hij de verbondsleer van Calvijn, Perkins en vele anderen. En hij trok lijnen naar vandaag.
De context deed voor hem altijd mee. In zijn colleges en in zijn publicaties. Niet voor niets valt bij een herinnering aan prof. Graafland al snel het woord ‘existentieel’. Wie hem heeft gekend, weet dat het bedrijven van theologie heel zijn bestaan raakte. Typerend is in dit verband dat hij in zijn trilogie over het verbond reeds op de eerste bladzijde over zijn vader en moeder sprak. In zijn ouderlijk huis werd al aan theologie gedaan. Niet als hobby, maar als een zoeken naar waarheid aangaande God en geloof. De vraag is nu wat de actuele betekenis van Graaflands tijdbetrokken theologiseren is.

Als jong predikant schreef hij zijn proefschrift. Het thema was een voor hem actuele kwestie: de zekerheid van het geloof. Hoewel de academische context vanzelfsprekend vooral om een analyse vroeg, gaf hij in het woord vooraf iets prijs van zijn motivatie. Hij wilde weten in hoeverre de kerk van de Reformatie na haar wordingsperiode een legitieme ontwikkeling had doorgemaakt.
Deze vraagstelling verraadt het tijdbepaalde karakter van Graaflands toenmalige manier van theologiseren. Zo’n normatief geformuleerde probleemstelling van een historisch onderzoek kan vandaag niet meer. Dit maakt echter wel duidelijk waar het Graafland om te doen was. Theologie dient de kerk. Daarmee had zijn dissertatie iets van academisch pastoraat, zonder dat dit in mindering kwam op het wetenschappelijke gehalte van zijn onderzoek.

Dat Graafland de praktijk op het oog had, bleek vooral uit zijn volgende publicatie: Verschuivingen in de Gereformeerde Bondsprediking, het boek dat vermoedelijk het meeste stof deed opwaaien. Hij keerde zich tegen een heilsordelijke prediking waarin de verbinding met de mens vandaag buiten beeld bleef. Expliciet vroeg hij ruimte voor een verkondiging die vanuit de Bijbel en de gereformeerde belijdenis de brug sloeg naar de moderne mens.
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond reageerde nogal afwijzend. Blijkbaar werd Graaflands zorg ten aanzien van de verkondiging niet algemeen herkend. Bij een herlezing na vijftig jaar blijkt het spectrum ingrijpend gewijzigd. De prediking waartegen Graafland zich keert, komt binnen de Gereformeerde Bond nauwelijks meer voor.
Eerder dreigt het gevaar dat de verkondiging zich bij alle nadruk op de actuele culturele situatie van het gereformeerde belijden verwijdert. Een verschuiving waar Graafland in 1965 overigens ook niet blind voor was.