Waar bent u naar op zoek?

blog

Maria vindt de vreugde niet in zichzelf maar in Gods daden

Het heil beleven

15-12-2015

Rond de kerstdagen wordt gezongen, veel gezongen. Dat gebeurt in het Evangelie rond de geboorte van de Heere Jezus ook. Maar hoe kun je meekomen in de lofzang wanneer het lied in je eigen leven is verstomd?

Het is ronduit opvallend hoe vaak het woord blijdschap valt in het kerstevangelie. Wanneer de engel aan Zacharias verschijnt in de tempel, spreekt Gabriël over de blijdschap die de priester − en velen met hem − ten deel zal vallen vanwege de geboorte van Johannes. Deze voorloper van de Messias springt in de schoot van zijn moeder van vreugde op wanneer Maria bij Elizabet op bezoek komt.

Maria zelf barst in een blijde lofzang uit wanneer ze zingt: ‘Mijn ziel maakt de Heere groot, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker.’ Later, in de velden van Efratha, verkondigt de engel aan de verschrikte herders grote blijdschap. Als de herders bij het Kind zijn geweest, keren ze vol lof en aanbidding terug als blijde missionarissen. Wat een vreugde rond de geboorte van de Heere Jezus, ongekend.

Blijdschap

Het woord blijdschap (chara) is in het evangelie naar Lukas een van de kernwoorden. Je kunt het zo nakijken. Wat is de herder uit de gelijkenis ontzettend blij als hij zijn schaap gevonden heeft (15:5). De engelen in de hemel verblijden zich wanneer een zondaar tot bekering komt (15:7). Dat geldt ook de vrouw die haar penning terugvindt (15:9) en de vader die een feestmaal aanricht wanneer de jongste zoon thuiskomt (15:23-24). Zacheüs ontvangt de Heere Jezus met blijdschap (19:6), een menigte van discipelen verblijdt zich bij de intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem (19:37) En de discipelen keren na de hemelvaart van de Heere Jezus met grote blijdschap terug naar stad en tempel (24:52-53).

Bij het kruis

Het is van groot belang dat we zien waar die blijdschap vandaan komt. Pas dan kunnen we antwoord geven op de vraag waarmee we begonnen: hoe kun je blij zijn wanneer het in je eigen leven om te huilen is?

Daarvoor letten we op Maria, de moeder van de Heere Jezus. Waar komt in haar leven de lof vandaan? Die komt niet uit de lucht vallen, al wordt de oorzaak van haar vreugde van Bovenaf ingegeven. We moeten ons het leven van Maria, dat ineens op de kop wordt gezet, niet te romantisch voorstellen. Dat uitgerekend zij de moeder van Gods Zoon worden mag, brengt ook het nodige aan schande en lijden met zich mee. We moeten ons daarop niet verkijken. Ze is (wat wij zouden noemen) een ongehuwde moeder en de kans bestaat dat Jozef bij haar weggaat. Een zwaard zal bovendien door haar ziel gaan, profeteert Simeon later.

Met Maria begint een stuk kruistheologie, waarvan geldt dat je tot de ‘minste der mensen’ wordt gemaakt. Ze mag dan wel gezegend onder de vrouwen worden genoemd (1:28), maar dat is nog niet hetzelfde als succes en alle dagen voorspoed. Staat zij niet straks bij het kruis?

Lofzang

In de lofzang die Maria aanheft, wordt ons veel duidelijk over de oorzaak van de bijbelse blijdschap. Dit lied, waarover Luther een beslissend commentaar schreef (en in zijn voetspoor vele anderen), hebben we volgens de reformator goed te leren en ons (steeds) voor de geest te houden. Waarom? Onder andere vanwege het feit dat de moeder van de Heere Jezus ons in deze lofzang duidelijk maakt waaruit haar blijdschap ontspringt.

De eerste regel maakt dat meteen helder: ‘Mijn ziel maakt de Heere groot, en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker.’ Maria vindt de oorzaak van haar vreugde niet in zichzelf, maar in de daden van God. Dat horen we in het vervolg van de lofzang steeds terug. Het is God Die omziet, Die machtig is, een krachtig werk doet. Hij vernedert de hoogmoedigen, stoot vorsten van de troon. Hij verzadigt de hongerigen en stuurt rijken met lege handen weg. Dat doet Hij!

Genade

De Schotse nieuwtestamenticus I.H. Marshall merkt hierover op dat de lofzangen in de geboortegeschiedenis van de Heere Jezus het hele verhaal van de Messias plaatsen in de geschiedenis van de beloften die God in het Oude Testament aan Zijn volk doet. God lost Zijn beloften in. Dat is precies wat Maria (in)ziet. Het gaat om een blijdschap die, los van de omstandigheden, gegrond is in Zijn machtige daden in de geschiedenis. De sleutel om het evangelie van Lukas te verstaan is het woord verlossing of redding. Deze komt niet pas volgende week in het vizier, maar is heden en nu voorhanden. Ik ben het ook niet zelf die de zaligheid aanbrengt, maar Hij bewerkt die.

Dat verkondigt de engel aan de herders in Efratha’s velden. De geboren Zaligmaker en niets en niemand anders is de oorzaak van de grote blijdschap. Dáárover zingt Maria haar blijde zang. ‘Maria kan niet zwijgen, ze móet zingen, want Hij dwingt de lofzang af’ (J. Koopmans). Het is bepaald geen toeval dat het Griekse woordje voor blijdschap (chara) rijmt op het woord voor genade (charis). Beide woorden gaan terug op dezelfde stam. Nu begrijpen we het. Genade, daar word je pas werkelijk blij van.

Ons gevoel

Dit moeten wij in gedachten houden. Laten wij de blijdschap niet vaak afhangen van onze omstandigheden, onze stemming en ons gevoel? Wie het evangelie van Lukas en de Handelingen doorleest, ziet dat het Lukas erom te doen is duidelijk te maken dat het Gods hand is die de geschiedenis schrijft. Vorsten en heersers, tirannen en wreedaards, hoe ze ook heten mogen (Lukas noemt er heel wat), hebben het laatste woord niet. Dat is aan Hem, Die tenslotte het Evangelie onverhinderd laat verkondigen (Hand.28:31).

Toegegeven, het handschrift waarmee God geschiedenis in mijn leven schrijft, is niet altijd even goed te lezen. Tranen zitten nogal eens hoog, het hart zit dikwijls barstensvol vragen. Maar Maria (en later ook Zacharias) zingt ook niet over haarzelf, over haar omstandigheden, haar vragen, maar over Zijn weg en werk. Maria heeft Gods hand in de geschiedenis gezien.

Op het gevaar af dat iemand zich miskent weet, stellen we elkaar de vraag of hier een gevoelig punt ligt. We laten de zaak zo vaak afhangen van onze situatie. We nemen onszelf verschrikkelijk serieus. Het is een vrucht van de geïndividualiseerde samenleving, die ons aanmoedigt om in elk geval jezelf niet te vergeten, jezelf het beste te gunnen en goed om jezelf te denken. Je moet blij zijn, in deze wereld. Zo niet, dan toch.

Zingen

Hoe te zingen in een land van schaduwen? Wat valt er te lachen wanneer het in je leven om te huilen is? De Duitse praktisch theoloog Rudolf Bohren, die wist wat depressie en zwaarmoedigheid met een mens kunnen doen, schreef zijn indrukwekkende In der Tiefe der Zisterne. Erfahrungen mit der Schwermut. Een zogenaamd medicijn in tijden van depressie en neerslachtigheid is volgens hem het zingen en mediteren van een bijbels lied.

Leren we in dit licht niet veel van Maria’s lofzang? In ieder geval dat we onze blijdschap buiten onszelf, in de Heere Jezus moeten zoeken. Zo wordt er in de hemel ook gezongen (Openb.5:9vv.). Aan de twintigste-eeuwse christelijke auteur Rufus Moseley werd eens gevraagd of de Heere Jezus ooit gelachen heeft. Hij antwoordde: ‘Ik zou het niet weten. Ik weet echter één ding: Dat Jezus het zo gemaakt heeft, dat ik weer kan lachen. Mijn ziel maakt de Heere groot.’

Vergeet de lofzang niet.

C.H. Hogendoorn

Ds. C.H. Hogendoorn is predikant van de hervormde gemeente te Katwijk aan Zee en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.