Waar bent u naar op zoek?

blog

Kerkelijke krimp stimuleert komst nieuw soort ambtsdrager

Interim-predikant rukt op

03-02-2014

De oriëntatie op en de overkomst van een nieuwe predikant gaat voor kerkenraad en gemeente niet automatisch goed. Steeds meer gemeenten kiezen daarom voor een tussenperiode, waarin een interim-predikant in hun midden werkt.

Ooit heb ik een predikant mijn grote waardering getoond nadat hij zei: ‘Ik kan gelukkig voortbouwen op alle goede dingen die mijn voorganger gedaan heeft.’ Deze man had het niet nodig te groeien door iets minder aardigs over zijn voorganger te zeggen. Meestal hoor ik woorden van een andere strekking, in de trant van: ‘Je begrijpt, de start hier was niet makkelijk, want met ds. Jansen had de gemeente toch moeizame jaren achter de rug.’ Omdat een predikant in de kerken van de Reformatie zo’n centrale positie heeft, kan zowel zijn verkondiging en pastoraat als zijn karakter behoorlijk het verschil maken.

Verdriedubbeling

In de termijn waarin een interim-predikant in het midden van een gemeente werkt, is hij bezig te luisteren, te ordenen, de kerkenraad voorstellen te doen en te zorgen voor de implementatie daarvan. Omdat naar verwachting hun aantal in de komende jaren zal verdriedubbelen, verscheen de bundel Voorganger als voorbijganger. Het interim-predikantschap van de toekomst, waarin auteurs een bijdrage leveren die van meet af aan betrokken zijn bij de komst van deze nieuwe kerkelijke figuur.
Waar interimmers in het zakenleven niet altijd een goede naam hebben – mensen die op verzoek van de aandeelhouder snel reorganiseren en saneren, om vervolgens met een forse beloning te vertrekken – zoekt deze bundel naar het eigene van het interimwerk in de kerk. Het boek richt zich met name op gemeenten die overwegen met een interim-predikant te gaan werken. In 2004 startte de eerste tweejarige basisopleiding voor interim-predikant, waaraan zestien predikanten konden meedoen. Na de tweede opleiding in 2006 is in 2013 de derde gestart. Het aantal interim-predikanten groeit.

Omstandigheden

In de weergave van de wijze waarop de figuur van de interim-predikant in de Protestantse Kerk in Nederland geïntroduceerd is, volgen we tegelijk hoe er meer en meer invulling gegeven is aan zijn (of haar) taak.
Het verschijnsel is vanuit de Verenigde Staten tot ons gekomen, waar het verplicht is dat een gemeente een interimmer aanstelt, althans in de kerk die ds. Helen Dekker-Keller dient. Deze persoon moet als ‘predikant, theoloog, gelovige, authentiek spiritueel leider en procesbegeleider’ ‘het transitieproces tussen de vertrokken en de nieuw te beroepen predikant’ begeleiden. De gedachte hierachter is dat elk vertrek van een dominee ‘een kritisch moment in het leven van een gemeente’ is, zodat er tijd geschapen wordt om het oude af te sluiten en te doorleven, voordat aan iets nieuws begonnen wordt. Deze interimmer moet flexibel zijn, pioniersbloed hebben, goed kunnen luisteren en vooral tegen een stootje kunnen.
Kerkenraden deden tot nu toe vooral in bijzondere omstandigheden een beroep op een interim-predikant: als de vertrekkende voorganger erg geliefd (of het tegenovergestelde) was, als er hoogoplopende spanningen in de gemeente zijn, als twee wijken vanwege krimp gedwongen zijn met elkaar te gaan samenwerken, als een voorganger overleden is of als er sprake was van misbruik. Tegen deze achtergrond begrijpen we dat als specifieke taakstelling geformuleerd is ‘het verwerken van spanningen en beleidsvorming met betrekking tot onafwendbare reorganisatie’.

Beschrijven

Waar de predikant in de theologie reeds geschoold is, komen in zijn opleiding tot interim-predikant vooral agogische aspecten naar voren: hij leert omgaan met conflicten, met leiderschapsstijlen, met de dynamiek in groepen, met veranderingsprocessen. Dé houding die hij leert is om te beschrijven in plaats van te oordelen, om te aanvaarden wat hij in een gemeente ontmoet.

Waardering

Hoe waarderen we deze vrij nieuwe kerkelijke functionaris, die tevens ambtsdrager is? Nu, aan elk nieuw verschijnsel moet een mens (zeker in de kerk) even wennen, maar ik stond al snel ‘niet negatief’ en later zelfs ‘positief’ tegen zijn komst en werkzaamheden. Je zult in de Amsterdamse Westerkerk maar de opvolger worden van de welbespraakte ds. Nico ter Linden. Na de intrede van zijn opvolgster ontstond een hevig conflict, kwam er zelfs een comité ‘Redt de Wester’. De invloed van de tijdgeest laat zich echter ook in allerlei gewone situaties gelden, als gemeenteleden onvoldoende zien dat de opbouw van de gemeente van Christus niet maakbaar is, dat leiding geven in de kerk dienen in plaats van heersen betekent, dat de christelijke gemeente bestaat uit leden die aan elkaar gegeven zijn enzovoort. Waar (groepen van) mensen de gemeente overeenkomstig hun gedachten willen vormen in plaats van dat zij gebracht wordt onder de gehoorzaamheid aan Christus, is het vertrek van een dominee inderdaad een moment waarop partijschappen aangewakkerd kunnen worden.
In deze situaties – maar bij voorbeeld ook als een predikant vijftien jaar of langer een gemeente diende – kan het verstandig zijn in het beleid een pas op de plaats te maken, als kerkenraad in de spiegel te kijken, in de context waarin de gemeente zich bevindt haar identiteit opnieuw te formuleren. Het is waardevol als onze landelijke kerk dan toegeruste ambtsdragers in dienst heeft, om de plaatselijke gemeente voor een bepaalde periode te dienen. Ik ben er positief over, heb hier in gemeenten die met de Gereformeerde Bond meeleven goede dingen over gehoord en van gezien.
Het feit dat de interim-predikant als ámbtsdrager zijn werk doet, mag het volle pond houden. Waar Jodien van Ark de vertrouwelijkheid van het ambt en de begeleiding vanuit het verstaan en vertolken van de Schriften ‘belangrijke hulpmiddelen’ noemt, wil ik van meer dan hulpmiddelen spreken: naast luistervaardigheden en gesprekstechnieken zijn dit de wezenlijkste middelen die we gebruiken mogen.

Veranderdruk

Er is echter één aspect waarmee ik moeite heb, sterker nog, waarvan het spreken erover in Voorganger als voorbijganger enige irritatie bij me ging oproepen, namelijk het schijnbaar onontkoombaar moeten veranderen van de identiteit van de gemeente. Is verandering en vernieuwing in het Woord van God en daarom in de kerk niet altijd weer een hernieuwde concentratie op wat God in deze wereld deed, zodat de gemeente meer en meer als bruid van Christus gaat denken, leven en handelen?
Wat kom ik zoal tegen? De interim-predikant heeft als ‘kerntaak beweging te organiseren’, de gemeente te begeleiden ‘in het zoeken naar nieuwe wegen’, ‘komt in een gemeente die ‘onder ‘veranderdruk’ staat’; ik lees over het doorvoeren van beklijvende veranderingen, over het ‘begeleiden van verschuivingen in de identiteit’. Ik lees over het werk van een interim-predikant die ‘niet in de eerste plaats werkt op basis van modaliteit, maar van professionaliteit’ – is hij dan toch meer functionaris dan ambtsdrager?
Dr. Rein Brouwer schrijft dat het interim-predikantschap een zich ontwikkelend verschijnsel is ‘dat, naar ik vermoed, iets zal veranderen aan de ervaring en de betekenis van het ambt van predikant’. Ik lees de opgeworpen vraag ‘wie over de eventuele stap nadenkt om verplicht interim-pastoraat ook in Nederland in te voeren’. Laat de bijzondere situatie waarin een interim-predikant zijn diensten kan inzetten, niet de norm worden voor alle vakante gemeenten.

Koord

De krimp waarmee de Protestantse Kerk te maken heeft, de invloed van seculier denken op de essentie van gemeente-zijn en op het wezenlijke van het ambt, maken dat de interim-predikant als ambtsdrager een welkome nieuwe figuur is. Zijn werk heeft iets van lopen over een koord, waarvan hij valt als de presbyteriaal-synodale kerkvisie onder druk komt en de theologie van het kruis vervaagt.

P.J. Vergunst

N.a.v. Rein Brouwer, Jodien van Ark en Jan Oortgiesen (red., ‘Voorganger als voorbijganger. Het interim-predikantschap van de toekomst’, uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 126 blz., € 15,90.