Waar bent u naar op zoek?

blog

Ja – Jezus alleen

21-03-2018

Wie in de belijdenisdienst ja zegt tegen God, beleeft een hoogtepunt in zijn of haar leven. Maar wat zeggen we eigenlijk met dat korte woordje ja? Wie of wat belijd ik daarmee?

In de vragen die belijdeniscatechisanten beantwoorden, komt veel aan de orde. Op de belijdeniscatechisatie zullen de verschillende aspecten besproken zijn. Gaandeweg de winter komen ze er steeds meer achter dat die twee letters (j + a) heel wat inhouden.

Tegelijk hebben de belijdenisvragen een duidelijke focus: het gaat vooral om de Heere Jezus. We belijden Hem als onze Heiland, terwijl we ook uitspreken Hem te willen volgen. Daarom mogen we het woordje ja zo lezen dat de beide letters staan voor ‘Jezus alleen’.

De belijdenisdienst is trouwens niet alleen voor de catechisanten een indrukwekkend moment, de hele gemeente beleeft een hoogtepunt. Juist in deze kerkdienst zien we namelijk dat God doorgaat met Zijn werk. Ook in onze tijd trekt Hij mensen naar Zich toe, zowel jongeren als ouderen. Vandaar dat sommigen op latere leeftijd belijdenis doen. En dat kunnen ook mensen zijn die niet christelijk zijn opgevoed en toch door het Evangelie gegrepen zijn. We hebben een God Die wonderlijk werkt. 

Ons eigen geloof

In de belijdenisvragen gaat het vooral om de Heere Jezus. Door op Hem gefocust te zijn leren we het af om te veel op onszelf te zien. Het is altijd weer een valkuil dat ik zelf een goede christen wil zijn, iemand met een sterk geloof. Misschien herkennen we het wel. In de praktijk valt het echter zo tegen. We vallen met ons eigen geloof dikwijls om. Het ene moment denk ik dicht bij God te leven, maar het andere moment kan de twijfel me zomaar overvallen.

Gelukkig betekent belijdenis doen niet dat we het van ons geloof verwachten, of dat ik zelf het jawoord zal waarmaken. Nee, we belijden in de eerste plaats dat de Heere Jezus alles voor ons is en dat we het volstrekt van Zijn genade verwachten. Op ons eigen geloof kunnen we niet steunen maar wel op Hem.

In de belijdenisgroep in onze gemeente gaven de jongeren deze winter meer dan eens aan dat je niet belijdt dat je zo’n goede gelovige bent, maar wel dat je niet zonder Jezus kunt. 

Drie-enige God

Nu zouden we kunnen vragen of die focus op Jezus wel terecht is. In de eerste belijdenisvraag gaat het immers over de drie-enige God. We geloven niet alleen in Jezus Christus, maar ook in God de Vader en in de Heilige Geest. Dat is helemaal waar.

We zijn trouwens ook gedoopt in de Naam van de Drie-enige. De meesten die belijdenis doen, kregen als kind al het teken van de heilige doop. En als dat niet het geval was, wordt iemand op de belijdeniszondag alsnog gedoopt. In de doop zet God Zijn driemaal heilige Naam op ons leven, opdat we Hem (er)kennen als Vader, Zoon en Geest.

Toch zien we in de Bijbel rond geloven en belijden een concentratie op de Heere Jezus, zonder dat dit ten koste van de Vader en de Geest gaat. De hemelse Vader wordt juist geëerd als wij de Zoon liefhebben en volgen. En de Geest zorgt er van harte voor dat Jezus bij ons in beeld is. Daarom draait het in de belijdenis van Petrus om de vraag Wie Christus is (Matt.16:16). En de heidense kamerheer wordt gedoopt, omdat hij gelooft ‘dat Jezus Christus de Zoon van God is’ (Hand.8:37). 

Jezus is Heere

Treffend is ook wat Paulus schrijft in Filippenzen 2:11: ‘en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is’. In de tijd van het Nieuwe Testament was dit de eerste geloofsbelijdenis. Korter en krachtiger kan het niet. Je kunt het bij wijze van spreken op de nagel van je duim schrijven: ‘Jezus is Heere!’ Maar het is wel een belijdenis die heel het geloof en de inhoud ervan omvat.

In het Grieks staat het woord <i>Kurios<p>. Dat betekent zoiets als eigenaar, heerser, machthebber. Eigenlijk is het een hoge titel die ook door de Romeinse keizer werd gedragen. Hierdoor kwamen de eerste christenen voor een ingrijpend dilemma te staan. Wie is jouw <i>Kurios<p>, Jezus of de keizer? Veel gelovigen hebben hun keus voor Christus met de dood moeten bekopen. Toch stond hun Heere voor hen in. Dwars door het sterven heen waren ze in Zijn doorboorde handen geborgen. 

Volgen

Het betekent nogal wat om Jezus als onze Heere te belijden. Onder meer strijden tegen de zonde en de duivel (zoals de tweede belijdenisvraag zegt). Als het eigendom van Christus kunnen we niet langer de macht van de boze dienen. Dat wíllen we ook niet als we bedenken welke prijs onze Heiland voor ons heeft betaald: Zijn eigen bloed. We gaan Hem juist volgen, niet gedwongen maar uit liefde.

Concreet zal dat te merken zijn aan de keuzes die we maken. Omdat Jezus Koning is over de volle breedte van ons leven, betrekken we Hem bij alle beslissingen die we nemen. Om het in één woord samen te vatten: het komt aan op overgave. Het voornaamste kenmerk van levend geloof is dat we ons door Christus laten leiden.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Volgen is immers niet onze sterkste kant. We zijn eerder geneigd om zelf voorop te gaan. En dan hebben we het liefste dat Jezus ons volgt en zegent wat wij hebben bedacht. Maar zo werkt het niet in het leven van het geloof. Als onze <i>Kurios<p> heeft Hij het voor het zeggen.

Wat is er soms een moed voor nodig om voor Hem uit te komen op ons werk, in onze vriendenkring, in onze familie misschien wel. Brengen we dat zelf op? Vergeet het maar. De tweede belijdenisvraag bevat drie woorden die ik op de catechisatie altijd laat onderstrepen: ‘door Zijn genade’. Alleen zo kunnen we belijdenis doen. Zonder genade is er geen beginnen aan. 

Voeding

In de twaalf artikelen wordt Jezus beleden als ‘onze’ Heere. Hem belijden doe we dus niet in ons eentje. We hebben elkaar nodig om Christus te volgen. Daarom komt in de derde belijdenisvraag onze betrokkenheid bij de gemeente aan de orde. Trouw zijn in onze kerkgang bijvoorbeeld. We krijgen door onze belijdenis ook toegang tot het heilig avondmaal. Ongetwijfeld hebben belijdeniscatechisanten daarover deze winter nagedacht. Brood en wijn zijn versterkende middelen voor ons vaak zwakke geloof. Ze bepalen ons nog weer extra bij het offer van de Heere Jezus. Daar moeten we het toch van hebben.

Verder moeten we ook volharden in bidden en bijbellezen, dagelijks contact zoeken met God dus. Geloof heeft voeding nodig. Belijdenis doen is nu eenmaal geen eindpunt.

Vermoedelijk krijgen belijdeniscatechisanten van de kerkenraad een belijdenisplaat als herinnering aan die bijzondere zondag in hun leven. Het is echter geen diploma, geen bewijs dat iemand geslaagd is als christen.

In het Koninkrijk van God is er maar Eén geslaagd: onze Heere, Die als Leidsman vooropgaat. Hij is het ook Die bidt dat ons geloof niet ophoudt (Luk.22:32). Laten we daarom scherp op Hem letten (Hebr.12:3). En laat voor wie binnenkort ja zegt, dat kleine woordje dan staan voor ‘Jezus alleen’.

J.C. Schuurman