Waar bent u naar op zoek?

blog

Gunst vinden bij mensen

Nederlanders en de kerk

06-12-2011

We weten het al langer: het vertrouwen in instituties is niet groot in Nederland. Dat de kerk in 2010 voor het eerst het minste vertrouwen waard lijkt, dat geeft te denken. De kerk zelf mag daar niet aan voorbijgaan.

Is het niet logisch dat de kerk op de maatschappelijke ladder tot een lage score komt? Haar boodschap is immers tegendraads en de wandel van haar leden is – als het goed is – in de hemel. De spits van de kerktoren trekt ons weg van de waan van de dag en de luidende kerkklok nodigt ons steeds weer te breken met wat geen werkelijke waarde heeft. De kerk wil deze wereld laten weten dat er meer is dan brood en spelen, dan euro’s, sport en vakanties. Dat kan irriteren.

In de gunst staan

Op de gunst van de mensen kan de kerk zich niet richten. In veel landen wordt ze zelfs vervolgd en verdrukt. Maar, dat is slechts één kant van de zaak. Christenen hebben wel de roeping om goed bekend te staan. De Spreukendichter geeft als onderwijs aan zijn zoon: ‘Vind gunst en goed verstand in de ogen van God en mens’ (Spr.3:4). Over de apostelen lezen we in Handelingen 5 dat ‘het volk grote achting voor hen had’.
Nu is in de gunst staan iets anders dan vertrouwen hebben in, maar er is wel een sterk verband tussen die twee. Ik heb vertrouwen in (kerk)mensen die oprecht, transparant, integer en behulpzaam zijn. Om die reden heeft het rapport De sociale staat van Nederland 2011 van het Sociaal en Cultureel Planbureau alle leden van de kerk veel te zeggen. Wat zijn de uitkomsten?

Elfde plaats

Speciaal onderzoek is gedaan naar sociaal vertrouwen, vertrouwen in (onbekende) medeburgers, en ook vertrouwen in instituties. De kerk staat op de elfde en laatste plaats als het gaat om vertrouwen in instituties: 35 procent van de mensen heeft vertrouwen in de kerk, wat in 2006 nog 49 procent was. Daarmee staat ze ruim achter de radio (75 procent), de politie (73), het rechtssysteem (65), de vakbonden (59) en de Nederlandse regering (48).
Voor het feit dat de kerk nooit eerder op de laatste plaats stond, wordt geen verklaring gegeven, slechts de suggestie gedaan dat ‘dit waarschijnlijk komt door het nieuws over seksueel misbruik in de katholieke kerk’. Niemand zal deze verklaring terzijde leggen, omdat het misbruik door rooms-katholieke geestelijken naast het grote leed in de levens van de slachtoffers voor grote imagoschade voor de kerk zorgde.

Schadevergoeding

Terzijde zij in dit verband opgemerkt dat de schadevergoeding waarmee de Rooms-Katholieke Kerk onlangs instemde, ook te denken geeft. Welk signaal gaat er naar de samenleving uit als de kerk voor seksueel getinte handelingen 5000 euro uitkeert, voor betasting van intieme delen 7500 euro, voor verkrachting 25.000 euro en voor verkrachting met trauma’s als gevolg maximaal 100.000 euro? Doet de kerk hierin niet mee met het maatschappelijke denken dat alles in geld vertaalt?
Het zou kunnen dat mensen dit financiële gebaar als genoegdoening beleven, maar ik had liever dat de kerk in haar woorden en daden getuigde van royale schuldbelijdenis, van erkenning van aangericht leed, van beleid dat gericht is op verzoening en heling, van passende sancties tegen geestelijken die zich het ambt onwaardig getoond hebben. Petrus zei tegen een kreupele bedelaar (Hand.3): ‘Zilver en goud heb ik niet.’ Wat de kerk wel te bieden had, dat gaf hij, zonder mensen naar de mond te praten. Zou het vertrouwen in de kerk niet groter zijn als ze zelf laat zien ook van vergeving te moeten leven?

Ledenverlies

Wat het aanzien van de kerk evenmin goed doet, is de neerwaartse spiraal waarin ze verkeert. De statistische jaarbrief 2011 van de Protestantse Kerk laat zien dat de kerk in 2010 opnieuw 50.000 verloor. Het is goed om helder te hebben dat dit niet betekent dat elke week 1000 mensen zich uit de kerk laten uitschrijven, zoals wel gedacht wordt. De belangrijkste reden is dat er veel meer kerkleden overlijden dan dat geboorteleden ingeschreven worden – wat de zorg voor de toekomst van de kerk overigens niet minder urgent maakt.
Mensen hebben meer vertrouwen in instanties en verenigingen die het goed doen, die groeien en bloeien dan in instellingen die in een crisis verkeren. Die werkelijkheid is ook een verklaring voor de slechte score van de kerk in het SCP-rapport.

Atheïsten

Opvallend is dat vrijwel tegelijk met het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau wetenschappers in Canada het nieuws haalden met hun onderzoek. In een psychologisch tijdschrift concludeerden zij dat religiositeit – wat uiteraard niet te verwarren is met de kerk – als een teken van betrouwbaarheid zou gelden. Atheïsten worden volgens dit onderzoek gezien als onbetrouwbare mensen, die op de schaal van betrouwbaarheid net zo scoren als verkrachters en criminelen. Dat is blijkbaar ook een kant van de werkelijkheid.

                                                                                       ***

Negatieve rapporten over de kerk kunnen mensen versterken in hun antipathie tegen christenen, tegen het geloof. De vraag voor elke christen is daarom op welke wijze hij of zij ambassadeur van het Evangelie is. Door ons gedrag of onze houding werpen we gemakkelijk barrières op. Tegelijk is waar dat een open houding naar de ander op korte of lange termijn vragen naar de basis van ons bestaan zal opleveren.
Dat kan – als een voorbeeld – zelfs op het sportveld. Ik hoorde van een achttienjarige jongen die, als enige christen in zijn team, de vraag kreeg wat God voor Hem betekende. Al deed hij op het veld dezelfde dingen, het was zijn ploeggenoten opgevallen dat hij toch anders was, dat hij belangstellend terugkwam op dingen die andere jongens hem weken eerder verteld hadden. Op dit soort momenten vallen belangrijke beslissingen over het vertrouwen in de kerk, belangrijker: over openheid voor het Evangelie.

De waarheid doen

Dit betekent behalve (dogmatisch) de waarheid belijden, ook de waarheid zeggen en doen. Dat is ook geloofsgehoorzaamheid aan God, die in Psalm 89 zegt: ‘In Mijn trouw zal Ik niet falen; nooit zal Ik tegen David liegen.’ Het bijbelboek Spreuken laat op diverse plaatsen zien wat de gevolgen zijn van het spreken van waarheid of leugen, toont ons het kind van God dat als rechtvaardige in woord en wandel door de wereld gaat.
Het Nieuwe Testament toont eveneens de betrouwbaarheid van God, ‘die niet liegen kan’, zoals Paulus aan Titus schrijft. In Efeze 4 doet de apostel de oproep om de leugen als een kleed af te leggen en de waarheid te spreken. Wie de leugen liefheeft en de dwaling omarmt, kent volgens de Bijbel een levenswijze die strijdig is met een leven van betrouwbaarheid en waarachtigheid. In die spiegel laat het SCP-rapport ons kijken.

Nederigheid

Behalve naar onze woorden en daden mogen we letten op onze houding. De mentaliteit van kerkbestuurders tegenover de armen heeft in de geschiedenis van ons land de kerk een slechte naam bezorgd. Om die reden moeten we van Jezus leren (Mat.11:29) wat nederigheid is. Nederig zijn mensen die zich bewust zijn van hun afstand tot de heilige God. Ze zijn mensen die de ander werkelijk uitnemender achten dan zichzelf, die oog hebben voor de belangen van de medemens.
In Mattheüs 23 zegt Jezus dat ‘de belangrijkste van u uw dienaar zal zijn’. De les van de nederigheid was het signaal voor de kerk dat vorig jaar vanuit het wereldzendingscongres in Kaapstad tot ons kwam. Als dat beoefend wordt, doet de kerk vanzelf waartoe ze uit de wereld geroepen is en wat nu haar roeping is. Zoals je het kleed van de leugen aflegt, moet je het kleed van de nederigheid (1 Petr.5:5) aandoen.

Beschikbaar

De kerk die in de waarheid leeft en zich nederig weet, is beschikbaar, staat ten dienste van God en van de ander. Haar betrouwbaarheid zal dan hopelijk geen voorwerp van onderzoek meer zijn, maar zichtbaar worden op de weg van het leven.

P.J. Vergunst

Drs. P.J. Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend en algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond.