Waar bent u naar op zoek?

blog

Lijden, verdragen volharden – werkwoorden voor een christen

Nee, geen maakbaarheid

30-06-2015

Waar in de maatschappij de gedachte dat het leven maakbaar is, steeds weer naar voren komt, zou de kerk beter moeten weten. Immers, het Evangelie klinkt tegen de achtergrond van de gebrokenheid van ons bestaan. Wat betekent dit voor de gemeente?

Onze samenleving raakt in een stress bij onverwachtse gebeurtenissen. Wat doen we als een gewapende overvaller kort voor het achtuurjournaal de studio van de NOS binnenkomt en enige minuten zendtijd eist? Binnen een uur na (de goede afloop van) de gebeurtenissen worden de eerste voorstellen voor extra beveiliging gedaan.

Als enige weken later de Duitse piloot Andreas Lubitz een vliegtuig van Germanwings opzettelijk tegen de bergen laat crashen (hier geen goede afloop, maar een verschrikkelijk verdriet in tientallen families), willen we de veiligheid in de lucht anders organiseren. Vanwege het optreden van kapers in het verleden konden passagiers en medebemanningsleden niet in de cockpit komen – een feit dat bij de ramp met het toestel van Germanwings de reden voor de dood van 150 mensen is. Moeten we vanwege één psychisch zieke piloot het nu toch weer anders organiseren?

Kunnen we in onze westerse wereld ramp en leed uitsluiten? Nee, ondanks onze grote technische vermogens.

Onderwijs

In een essay in DRS magazine, het blad voor christelijke/reformatorische leerkrachten, gingen dr. A. de Muynck en dr. A.J. Kunz onlangs in op hoe het (neoliberale) mensbeeld de inhoud van het onderwijs bepaalt. Ze schrijven dat in onze kenniseconomie een kind geworden is tot een product waar je iets instopt en iets uithaalt. ‘In plaats van om informeren, gaat het echter om formeren, vormen.’ Ondertussen zuchten de leerkrachten onder een veelheid aan toetsen, onder regelgeving en administratie.

Eenzijdige nadruk op effectiviteit van onderwijs – ook bij ouders, die vooral interesse in de cijfers van hun kinderen hebben – betekent een enorme verschraling. Waar aan de leidinggevenden op scholen in toenemende mate professionele eisen gesteld worden – op zichzelf niet verkeerd –, moeten we de realiteit wel in het oog houden. Want, er is de zonde, er is gebrokenheid. Maakbaar is het onderwijs niet. Het gesprek over het eigene van de christelijke school is in dit kader een belangrijk thema voor bezinning, in bestuur en met ouders.

Opvoeding

Wat in het onderwijs speelt, gaat ook de opvoeding niet voorbij. Een christen zal in zijn roeping en verantwoordelijkheid om kinderen op te voeden in de vreze des Heeren van maakbaarheid niet willen weten. Hij of zij zal veeleer houvast vinden in het feit dat ons kind ook in de Naam van de Heilige Geest gedoopt is. Deze Geest verzekert ons dat Hij in ons wonen wil, om ons tot lidmaten van Christus te heiligen, zoals het doopformulier zegt.

En toch, je hoort om je heen telkens weer opmerkingen die verraden dat we het verwachten van menselijke prestaties, geloven in onze inspanningen. Hoe kan het dat die jongen ontspoort, terwijl zijn ouders de pastorie bewonen? Hoe kan het dat dit meisje met verkeerde vrienden verkeerde dingen doet, terwijl haar ouders avondmaalgangers zijn? Vragen die laten zien dat de essentie van genade ons nog niet helder is.

Gezondheid

Zit het maakbare van de samenleving ook niet in de gezondheidszorg, als menselijk leven sterk gerelateerd wordt aan euro’s? Je hoeft anno 2015 immers geen gehandicapt leven geboren te laten worden? Hier dreigt zelfs intolerantie naar hen die het leven relateren aan de Schepper, aan een geheim dat zich niet laat opsporen, dat wij nooit in de vingers (mogen) krijgen.

Wie een ziekenhuis van binnen bekijkt, leert wel dat gebrokenheid bij het leven hoort, tegelijk dankbaar voor de medische zorg die duizenden aan hun naasten geven.

Politiek

In de politiek is de gedachte van maakbaarheid nooit zo sterk meer geweest als in de jaren zeventig, de periode waarin de socialisten de grootste partij waren. Het streven naar een ‘maakbare samenleving’ kenmerkte het beleid van Joop den Uyl als premier van Nederland. Spreiding van kennis, macht, inkomen waren de instrumenten om dit te realiseren.

En toch, als het beleid van latere kabinetten beoordeeld wordt, komen altijd weer vragen boven die blootleggen dat de samenleving niet maakbaar is, zoals in de media. ‘Kent de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) de samenleving zo goed dat enkel echte terroristen last zullen krijgen en wie niets misdaan heeft ook niets zal hebben te vrezen? Kan de overheid de snelle aanwas van beveiligers voldoende screenen om ons voor hun corruptie en machtsmisbruik te vrijwaren?’ Het goede voor onze maatschappij is niet maakbaar.

Ongeduld

Als Paulus de jonge christelijke gemeenten één ding leren wil, is het om niet te gaan in het denkschema van deze wereld, om zo niet wereldgelijkvormig te worden, om niet alleen voor dit leven op Christus te hopen. Daarom is de vraag legitiem of gemeenten zich op een goed spoor bevinden als onder ons de gedachte meer en meer postvat dat het leven in de gemeenten en de kerk door ons te organiseren is, dat wij met een extra vergadering de problemen oplossen. Zouden we ten aanzien van het maakbare met elkaar niet meer aangevreten zijn door de tijdgeest dan we door hebben?

Er kan in de gemeente zomaar ongeduld insluipen als de rond een thema voelbare spanning niet direct weg te nemen is. Als we ons minder aangesproken weten door de gaven van onze eigen predikant – ik zeg niet: door de boodschap, want daarover mag het gesprek gevoerd worden –, vertrekken we naar elders. Kritisch zijn we op onze wijkouderling als hij communicatief niet de sterkste is.

Doorzettingsmacht

De tijd van neergang die de kerk vandaag beleeft, mag ons leren dat het leven van de gemeente niet maakbaar is. En toch, steeds weer zijn we geneigd de oplossing te zoeken in onze acties. Het is waar, een hervormde gemeente kan ook te lang ‘polderen’, in de hoop de gemeente bijeen te houden. In de synode is daarom het woord ‘doorzettingsmacht’ al gevallen. Dat is echter toch een andere discussie dan die over het maakbaarheidsdenken.

Bij het lezen in de Bijbel valt ons op dat het de taak of roeping van een christen niet is om iets te maken. Paulus schrijft (2 Tim.1) ten aanzien van lijden dat hij de dingen ondergaat, dat hij zich houdt aan het voorbeeld van de gezonde woorden, terwijl hij de gemeente oproept het goede, toebetrouwde pand te bewaren.

Dat zijn de werkwoorden die er toe doen: (verdrukkingen) lijden, in gedachten houden (dat Christus uit de doden opgewekt is), (alles) verdragen, volharden en je beijveren (om jezelf welbeproefd voor God te stellen).

Gericht op God

Deze werkwoorden leren ons wat de roeping van een kind van God dient te zijn, dat is je richten op het werk dat God gedaan heeft. Ds. C. den Boer schrijft in zijn commentaar op 2 Timotheüs dat ‘voor een evangelie waarin de grootste der zondaren behoud verkondigd wordt en alle menselijke prestaties van nul en generlei waarde worden bevonden, men de neus ophaalt in een wereld die van grootdoenerij aan elkaar hangt’.

Wij maken niets, en wij maken niets klaar. Het zegenrijke is dat de Bijbel het werkwoord ‘maken’ met God verbindt.

Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten,
Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten,
En dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.

Tot verootmoediging van ons lezen we over ‘Zijn maaksel’. Hij is de Maker – en daarin ligt de troost voor degenen die Hem door het geloof toebehoren. In Jesaja 44 zegt ‘de HEERE, uw Maker: Wees niet bevreesd.’ Ook in Jesaja 54 staat de almacht van deze Maker centraal: ‘Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam.’

Alle dingen nieuw

Spanning in de gemeente, neergang, een conflict, ze kunnen ons raken, en we doen er alles aan om conflicten te voorkomen en spanning weg te nemen. En ondertussen verdragen we, en lijden we mee én zien we op naar Hem, Die op de troon zit en Die zegt (Openb.21:5): ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw.’ Schrijf maar op, Johannes, want ‘deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar’.

P.J. Vergunst