Waar bent u naar op zoek?

blog

Prediker: verlangen naar vroeger is hoogmoedig

10-01-2017

In Prediker 7:8 lezen we dat ‘het einde van een zaak beter is dan zijn begin; dat een geduldige geest beter is dan een hoogmoedige geest’. Wat zegt dit ons aan het begin van een nieuw jaar?

Luther vertaalde het Hebreeuwse Qohelet – iemand die de volksvergadering samenroept – met ‘Prediker’. Sindsdien is dat de naam voor dit bijbelboekje. Dat is merkwaardig, want predikt de Prediker wel iets? Hij lijkt eerder een mijmeraar te zijn.

Geschiedenis is een theologisch thema, maar de Prediker gaat daar volledig aan voorbij. De Prediker rept niet over Gods grote daden van heil. Hij noemt niet de heilige Naam: HEERE. Dat is niet zonder gevaar. Dan houd je alleen maar God en mens over, in het nu. Dat levert diepzinnig gemijmer op, over het leven en over de dood, en over de zin van het leven. Het levert aangrijpende vragen op.

Lijden en piekeren

Als mens en dier een lot treft, wat heeft het leven dan voor zin? Wij zwoegen en tobben, wij lijden en piekeren – maar de schepping wordt er niet heet of koud van. Al het water van de rivieren stroomt gewoon naar de zee. En de zon gaat gewoon op. Ook als je een geliefde verliest. Of als je onder de terreur van oorlog leeft. Wij leven ons leven als mensje onder de zon, tot de dood erop volgt. Dus het beste is maar dat je geniet van de dingen die God je geeft bij al je zwoegen.

Maar als zulk gemijmer niet ingekaderd is in de heilige geschiedenis van Gods verbond met Israël, dan kom je op glad ijs. Als je al mijmerende niet langs kruis en opstanding van Christus komt, dan verzand je in de weemoed.

Leeswijzer

Het boekje Prediker – wil het überhaupt iets kúnnen prediken – heeft de ruggensteun nodig van de canon, van het geheel van de Bijbel. De Joden lezen dit boekje bij het Loofhuttenfeest. Daarmee geven ze een leeswijzer mee aan de kerk: lees dit gemijmer over het leven in het kader van de uittocht.

Het leven van die ene mens onder de zon is een leven in de gemeenschap, lid van een geroepen volk, dat door de woestijn heen op weg is naar het land dat ons beloofd is. Toch is dit bijbelboek in de canon gekomen, zij het met de hakken over de sloot. Wij ontvangen het toch als een Woord Gods. Ook deze stem is een stem die getuigt van God.

Een observatie

Ik heb deze aanloop nodig om Prediker 7:8 te verstaan. ‘Het einde van een zaak is beter dan zijn begin.’ Het staat er als was het een observatie. Prediker heeft het leven gewogen, doorschouwd, geanalyseerd. Zijn conclusie: het einde is beter dan het begin.

Zou dat waar zijn? Het is beter te sterven. Want de doden weten niets. Mens te zijn onder de zon is enorm moeizaam. Want je moet met jezelf leven – geen sinecure! En je moet met God leven, Die geen uitleg geeft bij wat Hij allemaal met je doet. Hij maakt zowel de dag van de voorspoed als van de tegenspoed.

Het einde van een zaak is beter dan zijn begin. Is dat een beschouwing? Maar dan klopt het niet. Soms is dat zo, soms niet. Dat hangt er maar van af welke zaak je in gedachten hebt.

Belijdenis

Ik lees het niet als een constatering, niet als een conclusie, maar als een belijdenis. Een belijdenis van hoop. Het boek Prediker is niet zo afhankelijk van de rest van de canon dat het zelf niet op eigen benen kan staan. Keer op keer bevrijdt het geloof zich uit de greep van de zwartgalligheid. Keer op keer ontworstelt de hoop zich uit de greep van de zinloosheid, waaraan de schepping is onderworpen.

Het leven heeft talloze raadsels, maar het is niet absurd. Het einde is beter dan het begin. Soms moet je bij al je gemijmer jezelf door elkaar rammelen, en zeggen: wat buig je je neer? God is er ook nog! Hij maakt het einde beter dan het begin. Wacht maar!

Wijsheid

Dat is wijsheid: bedenken dat God er ook nog is! De dwaas zegt in zijn hart: er is geen God (Ps. 14:1). Hij doet geen goed en Hij kan geen kwaad (Zef.1:12). Dwaas is: geen rekening houden met God. Wijsheid, ontsproten aan de vreze des HEEREN, houdt de dingen open naar Hem toe.

Daarom moet je niet denken dat vroeger alles beter was. Dat zou niet wijs zijn. Want dan zeg je eigenlijk: vroeger was God meer aanwezig dan nu. Maar dat weet je helemaal niet. Je zegt dan eigenlijk: God heeft mij in een verkeerde tijd geboren laten worden. Maar dan doe je net alsof jij het beter weet dan God. Dat is hoogmoedig. Verlangen naar vroeger is hoogmoedig. Vroeger, toen de kerken vol zaten, en de mensen ontzag hadden voor een dominee, en het gras groen was. Dat is weemoed, maar is het wijs?

Wees voorzichtig met je conclusies. Geef het de tijd. Schort je oordeel even op – je bent God niet. God overziet de dingen. Maar jíj niet. Jij ondergaat de dingen.

Geduld

Beter een geduldige geest dan een hoogmoedige geest, staat er ook in Prediker 7:8. Vers 8b legt vers 8a uit. Heb geduld! Geduld met God. Hij is echt niet mínder machtig dan 500 jaar geleden. Hij is van de hele secularisatie niet onder de indruk. Hij maakt het einde van de zaak beter dan het begin.

God is er ook nog! En we zijn er nog niet. Wij zijn in hoop zalig geworden (Rom.8:24).

Ieder van ons heeft wel een ‘zaak’. Misschien wel meer dan een. Misschien een groot verlies in persoonlijke sfeer. Verlies aan gezondheid, aan kracht. Geharrewar in de gemeente. Spanningen in de kerkenraad. De dominee krijgt geen beroep. Er dreigt losmaking.

Welke zaak jij op dit moment ook in gedachten hebt – ik zou je willen vragen om die zaak tegen deze tekst aan te leggen. ‘Het einde van de zaak is beter.’ Namelijk: als de Heere die zaak in Zijn handen neemt. Zeg niet te gauw dat Hij dat vroeger wel kon, maar nú niet. Dat zou niet wijs zijn. Hij kan jouw zaak laten meewerken ten goede (Rom.8:28).

Houd dat wel open, ook al zie je het nú niet (Gen.50:20). Wees niet geërgerd in je geest. Hoed je voor verbittering! Geef de boze geen plaats. Je verliest je kracht, maar het zou kunnen zijn dat God je nu tot grote zegen stelt door jouw zwakheid heen.

Vruchteloos

Je ziet misschien op tegen 2017. De kerk maakt allerlei veranderingen door, maar wordt ze er beter van? Al zulke klaagzangen zijn vruchteloos, als je er niet toe komt om de zaken in Gods hand te leggen. Het overkomt ons niet bij toeval (Heid. Catechismus, Zondag 10).

Het valt ons toe. Uit de handen van onze hemelse Vader. Dat betekent: Christus weet ervan.

De Heere weet heus wel dat wij in de 21e eeuw leven, en dat wij door de secularisatie heen moeten.

En dat dat niet zonder kleerscheuren gaat.

Maar het einde is beter. Het einde is dat wij iets kostbaars geleerd hebben. Dat God niet langs rechte lijnen werkt, maar kruiselings.

Nochtans

Het einde is beter. Met een zekere koppigheid is dat de belijdenis van het geloof. Tegen al het zichtbare in. Ik hoor er het ‘nochtans’ van het geloof in. Nu moet de zwaarmoedigheid vertrekken. Nu komt de blijmoedigheid binnen, als gave van de Geest.

Want God komt, waar Hij zijn wil. Met ons en met de kerk en met de wereld. Hij vol-eindigt. Tot op de dag van Jezus Christus. Hij draagt alle dingen naar Zijn doel toe. Dwars door alle raadsels en verdriet en onbeantwoorde vragen heen. In ons leven, in de gemeente, in de kerk. God neemt onze zaken in Zijn handen. Met een enorme reuzenzwaai dwingt Hij ze om mee te werken ten goede. Dat weten de díngen niet. Maar wíj weten dat. Met een onverwoestbare vreugde.

 ***

Er is wel degelijk iets nieuws onder de zon verschenen.

Christus is verschenen.

Wees wijs, en wacht op Hem.

J.A.W. Verhoeven