Waar bent u naar op zoek?

blog

Synode besluit definitief tot vorming van elf classes

25-09-2017

Krijgen de zogenoemde classispredikanten niet te veel macht, ‘doorzettingsmacht’, zoals we dit met een nieuw kerkelijk woord noemen? Dát was de vraag voor alle critici van de nieuwe organisatiestructuur van de Protestantse Kerk.

De synode besloot dat ‘geestelijk leiderschap’ hét kenmerk van het werk van de elf classispredikanten moet zijn. Te veel macht voor dit kerkelijke elftal, dat was trouwens ook de vraag voor degenen die ervan overtuigd waren dat het schip van de kerk te zeer opgetuigd was en die de noodzaak van ‘Kerk 2025’ inzagen. Hoe blijven we een kerk waarin de beslissingen vallen in de vergadering van de ambtsdragers, waar we lokaal en landelijk geen bisschop kennen, laat staan een paus. ‘De ouderling was de pion waarmee Calvijn de paus ‘schaakmat’ zette’, zo herinnerde dr. O. Noordmans aan de door de gereformeerde Reformatie ingevoerde kerkstructuur.

Aansporen

Vergelijkingen hélpen, zeker als ze uit Gods Woord komen en goed toegepast worden. In het profiel van de nieuwe classispredikant wordt naar Handelingen 11 verwezen, waar over Barnabas gezegd wordt dat hij namens de gemeenten in Jeruzalem het land doortrekt en de gemeenten, tot Antiochië toe, ‘aanspoort om met een hartelijk voornemen bij de Heere te blijven’. Aansporen, bemoedigen, aan de roeping van de kerk herinneren – dat gaan de classispredikanten doen.

Ik vind deze gedachte mooier dan de vergelijking van Paulus met de voorzitter van de classicale vergadering, die het gezicht van de kerk in een bepaalde regio moet zijn. ‘In onze tijd heeft de kerk behoefte aan mensen die mede het gezicht zijn van het brede verband waarmee we samen Protestantse Kerk zijn.’ Nu, dat er omgezien gaat worden naar kwetsbare gemeenten, dat predikanten en kerkelijk werkers aangespoord worden het vol te houden, dat voorkomen wordt dat kerkelijke conflicten blijven smeulen – het geeft een geestelijke invulling aan het werk van elf vrijgestelde predikanten. Maar ‘een gezicht van de kerk’ in een bepaald gebied, laten we die woorden niet gebruiken. De kerk is geen politieke partij met een boegbeeld. Paulus immers acht alles – ook zijn opleiding, zijn cv, zijn apostelschap – als van geen betekenis vanwege de uitnemende kennis van Christus, door Wie hij gegrepen is. Het kruis van Christus, van iets anders wilde deze apostel niet weten.

Onderwijs over opzieners

‘Geestelijk leiderschap’, daartoe is de classispredikant nu geroepen. Dat betekent niet de verantwoordelijkheid van mensen, van een gemeente, overnemen, maar geestelijk leiding geven betekent mensen plaatsen voor het aangezicht van God. Vooral in stille ontmoetingen kunnen er dan mooie dingen gebeuren. We hopen dat de Protestantse Kerk het nieuwtestamentische onderwijs over opzieners toepast naar het kerkelijke leven in onze tijd.

Gelukkig is de verantwoordelijkheid van deze classispredikant sterk gekoppeld aan de classicale vergadering. ‘Eén is uw Meester, en u bent allen broeders.’ Meer dan een tijdelijke maatregel kan deze predikant niet nemen, omdat finale besluiten door het breed moderamen van de classis genomen worden. Hiermee is voor velen in de kerk een pijnpunt weggenomen, hiermee wordt de vergelijking met Barnabas sterker.

Consideraties

Het was vrijdag 22 september de dag dat de synode in een tweede ronde sprak over de wijzigingen van de kerkorde die nodig zijn vanwege ‘Kerk 2025’, het in 2014 begonnen traject om de structuur van de kerk te vereenvoudigen, haar omvang te verkleinen, nodig vanwege minder mensen en financiële middelen, waarbij de kerk tegelijk haar kernboodschap beter voor het voetlicht brengen wil. Alle kerkenraden hadden na de aanvaarding van de kerkordewijzigingen in de eerste ronde hun mening (de zogeheten consideraties) kunnen geven.

Namens de commissie van rapport – een commissie die het hele project volgt en begeleidt, waarin onder meer ds. M. van Dam uit Baarn zit – zei mr. W.L. Zielhuis dat de ‘regiegroep Kerk 2025’ goed naar het commentaar vanuit de classes geluisterd heeft. Ook dr. H.E. Wevers (voorzitter van de Generale Raad van Advies) vond dat het Generaal College voor de Kerkorde alle consideraties zorgvuldig gewogen heeft. Ds. Wevers signaleerde dat door de aanpassing van de wijzigingsvoorstellen de betrokkenheid van het grondvlak bij de kerk als geheel vergroot wordt en er meer machtsevenwicht gewaarborgd wordt. Immers, de classispredikant zal niet tegelijk voorzitter van de classis zijn, zijn functie zal ingebed worden in de ambtelijke vergaderingen.

Na deze mooie conclusie vervolgde ds. Wevers: ‘Nu is het tijd dat de synode doorpakt, nu is het tijd voor een geestelijk réveil.’ Ben ik de enige die op zo’n moment denkt: ‘Zou een geestelijk ontwaken echt beginnen met een aanpassing van de structuur, hoe nodig op zichzelf ook?’

Bestuurbaar

Een eerlijke toespraak kwam uit de mond van mw. mr. dr. H. Evers, voorzitter van het Generaal College voor de Kerkorde. ‘Veel classes spreken over een breuk met de presbyteriaal-synodale beginselen. (Een model waarin de regering van de kerk bij de ambtelijke vergaderingen ligt, red.) Dat is terecht, het ís een onmiskenbare breuk. Sinds de synode van Wezel en Emden (1571) kennen we een rechtstreekse afvaardiging vanuit elke kerkenraad naar de classis. Nu komen er gekozen afgevaardigden. Tevens hebben ze niet meer de taak de kerk te regeren, het geestelijk leiding geven aan de gemeenten.’

‘En toch’, zei dr. Evers, ‘een wijziging in de kerkorde is nodig om de kerk in de toekomst bestuurbaar te houden.’ Omdat het presbyteriaal-synodale in delen van het land wel functioneert, vond zij het logisch dat in de consideraties uit die regio’s de grootste bezwaren te lezen waren.

Elf of 22?

Om die reden waren de woorden van diaken J.A.A. Bas (classis Alblasserdam), diaken C.A. Guijt (classis Katwijk) en ds. M.J. Tekelenburg (classis Gouda) ook logisch. Zij komen uit regio’s waarin de classicale vergaderingen functioneren, waar de bestuurskracht wel voldoende zijn zal. Diaken Guijt: ‘Het gaat mij niet om het precieze aantal classes, het gaat erom dat bepaalde gemeenten en bepaalde stromingen in de kerk bang zijn dat hun stem niet meer gehoord zal worden.’

Ds. Tekelenburg wees op de vele consideraties waarin gezegd wordt dat een teruggang naar elf classes te rigoureus is. ‘De vraag is: Wat is in een regio een goed classicaal bestuur?’

Diaken Bas diende een motie in om van 74 naar 22 classes te gaan, in plaats van naar elf, zodat toch elke gemeente iemand naar de classis afvaardigen kan. Slechts acht stemmen waren er voor deze motie.

Ring

Het zijn de zogenoemde ‘ringen’ waarin gemeenten in een regio elkaar gaan ontmoeten. Hoe die functioneren zullen? Ds. R.J. van Elderen (classis Amersfoort) wilde er nauwgezet op toezien. ‘Als die niet gaan leven, dan hebben we niets meer om het samen kerk-zijn vorm te geven.’ Scriba dr. R. de Reuver keek in dit verband ook naar de werkgemeenschap van predikanten: ‘Laten die op de ring betrokken zijn. Als we investeren in de kwaliteit van de ring, dan kan daar iets moois gebeuren.’

Met ruime meerderheid aanvaardde de synode de kerkordewijzigingen in tweede lezing over het terugbrengen van het aantal classes naar elf, over de toekomst van elf classispredikanten. Ds. K. van den Broeke, de preses, sprak van een historisch moment: ‘We kunnen nu bouwen aan het implementeren van wat we met ‘Kerk 2025’ beogen.’ 

***

Gereformeerde Bond

Zo verandert gaandeweg het kerkelijke landschap in Nederland, de kerkelijke infrastructuur. Daags voor de synode vergaderde het dagelijks bestuur van de Gereformeerde Bond – en op onze agenda stonden thema’s die linken aan ‘Kerk 2025’: hoe kunnen gemeenten in het noorden behouden blijven voor de gereformeerde prediking? Hoe houden we in Nederland plaatsen waar theologie beoefend wordt, in gehoorzaamheid aan het Woord als de stem van de levende God? Hoe houden we een jongere generatie betrokken bij de grote waarde van christelijk onderwijs? 

De neergang van de kerk én de te nemen maatregelen inzake de organisatie – ze kunnen je verdriet doen. En de vraag uit Lukas 18 drukken we niet weg: ‘Zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden?’

Gelukkig, morgen, de dag nadat ik deze impressie van de synodevergadering schrijf, is het weer zondag. Laat de Naam van de Heere Jezus Christus verkondigd worden. Hij is de steen die door de bouwers veracht werd, maar geworden is tot een Hoeksteen. Op Hem rust het fundament, van mijn leven, van mijn kerkelijke gemeente, van de Protestantse Kerk. Zo niet, dan vrezen we voor elke slagregen.

P.J. Vergunst