Waar bent u naar op zoek?

blog

Hoe belangrijk is het Oude Testament?

20-02-2019

In onze tijd bespeur je soms een afnemende interesse voor het Oude Testament. Deze tendens is mede beïnvloed door evangelisch gedachtegoed. Het Nieuwe Testament wordt dan gezien als de eigenlijke Bijbel en zou ook veel vriendelijker zijn dan het Oude.

Het Oude Testament is echter van blijvende betekenis voor theologie en prediking. Dit thema verdient brede aandacht. Het Oude Testament speelt geen ondergeschikte rol. Daarom geef ik enkele richtlijnen voor onze omgang met het Oude Testament. Deze zijn mede geïnspireerd door een aantal bekende Nederlandse theologen, die ik met name zal noemen.

Gereformeerde theologie

Ooit zei prof. dr. Eep Talstra, emeritus hoogleraar aan de VU, tegen mij: ‘Als je in het buitenland iemand tegenkomt die een serieuze, wetenschappelijke studie maakt van het Oude Testament, is die persoon waarschijnlijk Joods of gereformeerd. Dat is namelijk de categorie mensen die zich het meest om het Oude Testament bekommert.’

Op deze stelling is wel iets af te dingen. Gereformeerden en Joden hebben zeker niet het alleenrecht op de uitleg van het Oude Testament, maar ze spelen er wel een belangrijke rol in.

Een gereformeerd mens hééft iets met het Oude Testament. Het zit bij wijze van spreken in zijn DNA. De verhalen van het Oude Testament worden ons van kinds af verteld, we zingen de 150 psalmen in de eredienst en er wordt relatief vaak uit het Oude Testament gepreekt, veel meer dan in andere christelijke stromingen.

Toen ik studie deed naar de receptie van Ezechiël 40-48, merkte ik dat daarover in de rooms-katholieke traditie nauwelijks nagedacht werd. Er waren wel aardig wat gereformeerde preken en verhandelingen over beschikbaar, onder anderen van Calvijn, Vitringa en de puritein William Greenhill. 

Solide twee-eenheid

In de gereformeerde theologie hebben Marcion en Von Harnack weinig navolgers gevonden. Deze theologen (uit de tweede en negentiende eeuw) zagen het als een fundamentele dwaling van de christelijke kerk om het Oude Testament naast het Nieuwe in de Bijbel op te nemen. Deze negatieve visie op het Oude Testament is de gereformeerde theologie vreemd. Het Oude Testament en het Nieuwe vormen daarin een solide twee-eenheid.

Ze gaat hiermee in het spoor van Calvijn die de samenhang van Oude en Nieuwe Testament in een eenvoudige, maar trefzekere formule samenvatte: één verbond en twee bedelingen. In het Oude en Nieuwe Testament gaat het ten diepste om hetzelfde heil, al is de vorm waarin dat heil tot ons komt anders.

Calvijn sloot daarmee aan bij een brede traditie, van onder anderen Irenaeus en Augustinus. Irenaeus van Lyon (gestorven 202) herkende in het Oude en Nieuwe Testament één en hetzelfde verlossingsplan (oikonomia) dat zich nader ontvouwt en tot een climax komt in Christus en het eschaton. Augustinus dacht in dezelfde lijn: ‘In het Oude ligt het Nieuwe Testament verborgen en in het Nieuwe wordt het Oude duidelijk.’ 

Calvijn

Het is van belang de visie van Calvijn nog wat nader te bezien. Calvijns visie overstijgt namelijk discussies die hierover vaak spelen.

1. Zijn visie op de verhouding Oude en Nieuwe Testament overstijgt die van de tegenstelling tussen Wet en Evangelie. Voor Calvijn is in het Oude Testament het Evangelie voluit aanwezig en tegelijk is in het Nieuwe Testament de wet niet afwezig. In het lutheranisme werd het Oude Testament gemakkelijker als wet en het Nieuwe als Evangelie gezien.

2. We mogen de tegenstelling ‘oude verbond/bediening van de verdoemenis’ en ‘nieuwe verbond/bediening van de gerechtigheid’ (2 Kor.3:9) niet zomaar toepassen op het verschil tussen Oude en Nieuwe Testament. Ook in het Oude Testament vinden we Evangelie. Wat Paulus aanstipt, heeft veelmeer te maken met de tegenstelling Wet en Evangelie (zie het commentaar van Calvijn op deze plaats).

3. Het Oude Testament is voor Calvijn ook niet zondermeer voorbereiding op het Nieuwe. Het Oude Testament houdt zijn eigen waarde en wordt theologisch niet verzwolgen door het Nieuwe. We mogen het Oude Testament niet zomaar beschouwen als een opstapje naar het Nieuwe en daarmee uitsluitend van historisch belang achten.

Belofte en vervulling

4. Je kunt ook niet zomaar zeggen dat het Oude Testament alleen belofte was en het Nieuwe vervulling. De tegenstelling belofte en vervulling loopt door de hele Bijbel heen. Ook in het Oude Testament hadden de gelovigen echte troost en ontvingen ze wat God beloofde, al lag het fundament van hun uiteindelijke heil in Christus Die komen zou. Ook al leeft een christen vanuit de vervulling, toch wordt ook zijn leven getekend door de verwachting. Zowel oud- als nieuwtestamentische gelovigen hebben het einddoel nog niet bereikt; beiden zijn pelgrims in deze wereld (Hebr.11).

5. Calvijn dacht zeer genuanceerd over de messiaanse beloften. Hij had daarbij oog voor de concrete, historische situatie waarin ze gesproken zijn en betrekt ze soms pas in tweede instantie op Christus (zie bijvoorbeeld zijn uitleg van Genesis 3:15). De uitleg die het Nieuwe Testament van een messiaanse belofte geeft, is voor hem zeker niet de enig mogelijke uitleg.

6. Als het gaat om de Messiasverwachting in het Oude Testament spreekt Calvijn vaak over het ‘Koninkrijk van Christus’. Volgens Calvijn spreekt het Oude Testament meer en duidelijker over dit Koninkrijkdan over de Koning ervan. Wat de Messias allemaal doet en geeft, wordt vaker genoemd dan wie Hij precies zijn zal. 

Hetzelfde geloof

7. Voor Calvijn was er niet zoveel verschil tussen het geloof van een oudtestamentisch kind van God en een gelovige uit het Nieuwe Testament. In de kern was er een grote overeenkomst tussen het geloof van (laten we zeggen) Jesaja en Petrus. Petrus had dan wel de Messias gezien, maar hun geloofsleven was toch niet wezenlijk anders. Er was verschil in helderheid, niet in de kern van het geloof.

Juist dat maakt het voor gereformeerden mogelijk om zonder aarzeling prekenseries te houden over bijvoorbeeld Elia en Elisa. Uiteindelijk hadden al de bijbelheiligen hetzelfde geloof en kunnen ze daardoor voor ons tot geloofsvoorbeelden zijn. Daarom kunnen we ons ook in het zingen identificeren met de psalmisten uit het Oude Testament.

Samenvattend kun je zeggen: Het Oude Testament heeft en houdt zijn eigen betekenis en waarde binnen de twee-eenheid van Oude en Nieuwe Testament.

A.J. van den Herik