Waar bent u naar op zoek?

blog

Agatha: Mijn man was bereid om voor het geloof te sterven

Zingende weduwen

16-06-2014

Wat maak je als alleenstaande vrouw in Nigeria nog klaar als je man door moslimstrijders vermoord is? In het Stephencentre in Kaduna, het gebied tussen Midden- en Noord-Nigeria, worden ruim veertig weduwen opgevangen.

Ik doe de poort in de omheining van het naar martelaar Stefanus genoemde centrum open en word zingend verwelkomd: ‘Mensen kunnen niet doen wat God voor ons doet.’ Terwijl er juist hier zoveel aan opvang voor hen gedaan wordt. Het lied zegt daarom vooral iets over de grootste Helper.
Vrouwen in kleurrijke gewaden zingen vol overgave. Trommels zorgen voor de begeleiding. Binnen de minuut ervaar je verbondenheid met deze christenen, slachtoffer van vervolging vanwege hun geloof.

Het klimaat maakt leven in de buitenlucht mogelijk. Daarom is het zingen tot ver in de stoffige straat te horen. Ondanks moord en dreiging, waardoor de afgelopen maand opnieuw vele slachtoffers vielen, leeft de kerk in Nigeria niet ondergronds. Ook deze vrouwen zijn de angst voorbij.

Alle macht

We lezen tijdens de verwelkoming uit Mattheüs 28, de afscheidswoorden van Jezus tot de discipelen. Aan Hem is alle macht in de hemel en op de aarde gegeven. We bidden niet alleen met en voor elkaar, maar wijzen de vrouwen op Christus, Die voor Zijn kerk bij de Vader pleit, voortdurend. Bijzonder om te zien dat overbekende woorden in hun levens landen.

Net voor we vertrekken houdt Sarah, de leider van deze vrouwen, ons Mattheüs 5 voor, de zaligsprekingen. ‘Wil je dit woord doorgeven aan de kerk in Nederland?'

Net voor we vertrekken houdt Sarah, de leider van deze vrouwen, ons Mattheüs 5 voor, de zaligsprekingen. ‘Wil je dit woord doorgeven aan de kerk in Nederland?’

Agatha Gabriel is bereid haar levensverhaal te vertellen. Ooit woonde ze in het noorden van Nigeria. ‘In het jaar 2000 is mijn man vermoord. Ik was toen 27 jaar. Tijdens een aanval van moslimstrijders vluchtte iedereen. Mijn man ging na enige tijd terug om te inspecteren of de overvallers weg waren en is toen vermoord. Ja, hij was bereid om voor het geloof te sterven.’

Dader

De jonge weduwe kon haar man na de moord nog slechts herkennen aan zijn benen en zijn kleding. ‘Hij was verbrand, nadat ze hem gedood hadden. Ik dank God dat hij nu bij Hem is.’ Agatha weet wie de moord op haar man pleegde. ‘Ik kom de dader af en toe nog tegen.’ Haatgevoelens heeft ze niet.
‘Mijn dochters waren in 2000 zeven en vijf jaar, mijn zoontje was twee. Hun schoolgeld kon ik echt niet betalen.’ Zes jaar geleden kwam Agatha in het Stephencentre, een instelling van Voice of the Christian Martyr’s, de partnerorganisatie van SDOK. ‘Daar ben ik heel dankbaar voor, want het is niet makkelijk om in dit land te leven. Er is wel welvaart, maar de mensen zijn egoïstisch, zorgen niet voor elkaar. Ik bid voor degenen die mij hulp geven.’

 

Na veertien jaar

Ruth Alyshi komt uit het noorden van de miljoenenstad Kaduna. Ook haar man werd vermoord in het jaar 2000. ‘Een stam uit een naburig gebied viel ons aan, om 11.30 uur in de morgen, waarna onze mannen het gebied gingen verdedigen. Vier mannen vonden de dood, onder wie mijn echtgenoot, 32 jaar oud.’

Na veertien jaar valt het Ruth nog altijd zwaar haar verhaal te vertellen. ‘Ik heb de zorg voor vier kinderen. Toen mijn man vermoord werd, waren de jongens acht, zes en drie jaar, mijn dochtertje was vijf maanden.’ Van christelijke gezinnen kreeg Ruth geen enkele steun, alleen Voice of the Christian Martyr’s zag naar haar om. ‘Men gaf me geld om het schoolgeld te kunnen betalen.’ Via een soort Oikocredit-programma kreeg Ruth een machine om graan te verbouwen. ‘Later kreeg ik computerles, waardoor ik als secretaresse op de universiteit werk vond.
We vragen Ruth naar haar krachtbron. ‘Het geloof in God hield me op de been. Toen ik overdacht en inzag dat Jezus Christus voor mijn zonden stierf, toen was ik gelukkig. Ik begon te huilen en te klagen toen mijn man stief. Maar waarom zou ik huilen als ik naar de Heere Jezus kijk?’

Zaligsprekingen

Wij openden voor deze blijmoedige vrouwen, die allen de littekens van de Heere Jezus dragen, het Woord, tot hun vertroosting. Maar, net voor we vertrekken, komt Sarah Shynkut, de leider van deze vrouwengroep, naar ons toe. Haar Bijbel ligt open, geen Engelse versie maar in het Haussa, de stamtaal. Ze wijst op Mattheüs 5: 3-12, de zaligsprekingen. Of we dit woord willen doorgeven aan de kerk in Nederland. Zalig die treuren, die zachtmoedig zijn, die vervolgd worden om de gerechtigheid – al diegenen mogen zich verheugen vanwege een groot loon in de hemel.

P.J. Vergunst