Waar bent u naar op zoek?

blog

Zoeken naar een gezonde verbintenis tussen predikant en gemeente

25-04-2017

Uitgebreid sprak de synode vorige week over de mobiliteit van predikanten. Het ‘huzarenstukje van deze synode’, aldus de preses.

De kerkordevoorstellen over ‘Kerk 2025’ hebben ervoor gezorgd dat veel kerkenraden zich de voorbije weken intensief beziggehouden hebben met de toekomst van de kerk. Je moet immers kleur bekennen als aan jou gevraagd wordt of er een classispredikant moet komen, of je instemt met het feit dat elke gemeente niet meer rechtstreeks in de classis vertegenwoordigd is. Zo komt het geheel van de Protestantse Kerk elke kerkenraadskamer binnen, zo wordt de roeping voor het geheel van de kerk opnieuw gevoeld. Goed is dat.

Publieke discussies – laat staan ‘open brieven’ – zijn er niet geweest over de verbinding van de dominee voor onbepaalde tijd aan een gemeente. Daarop focuste de nota ‘Naar een cultuur van mobiliteit’. De synode aanvaardde het besluitvoorstel over dit onderwerp, dat zestien onderdelen kent. Dertien van de 76 synodeleden stemden tegen. 

Rechtspositie

Met elkaar zien we dat de rechtspositie van de predikant ijzersterk is. In de kerk leeft de vraag hoe zich dit verhoudt met de tijd waarin we leven, waarin de kerk krimpt, waarin gemeenten soms ternauwernood een parttime predikant kunnen financieren én waarin er meer accent gegeven wordt aan de persoon van de predikant. Dat is één.

Twee is dat de kerkenraad nooit met zijn predikant kan omgaan als een schoolbestuur met zijn werknemer. Maar betekent de vrijheid van het ambt, de vrijheid om de Schrift uit te leggen, ook dat een dominee niet beschikbaar moet zijn voor een gesprek over zijn functioneren, als er onderling vertrouwen is? Nu, vragen te over in een complex thema, waarin het woord ‘maakbaarheid’ niet mee mag doen. Waar in verschillende kerkverbanden discussie is over ‘vastgelopen beroepingswerk’, beseft iedereen dat snelle oplossingen niet voorhanden zijn, dat we hiervoor meer verlegen zijn om wijze ouderlingen dan om goede managers. 

Roeping

De preses van de synode, ds. K. van den Broeke, typeerde de nota als een huzarenstukje, wat overigens een ‘sterk staaltje’, een ‘moedige daad’ en een ‘waagstuk’ betekenen kan. Misschien doelde ze wel op elk van deze betekenissen. Gelukkig was er in de synodevergadering veel herkenning voor het feit dat de nota de mobiliteit van predikanten als een geestelijke zaak ziet, dat ingezet wordt bij de roeping.

Ds. G. van Dijk uit Maassluis, voorzitter van de werkgroep die de nota na tien intensieve vergaderingen schreef, noemde het gesprek tussen de predikant en de gemeente over hun onderlinge relatie het belangrijkste, waarbij vrijheid en veiligheid wezenlijk zijn. Terwijl steeds meer dominees parttime een gemeente gaan dienen, beoogde de werkgroep het predikantschap ‘aantrekkelijk te houden’. 

Samenwerking

Welke onderdelen kent het besluitvoorstel dat bij ‘Naar een cultuur van mobiliteit’ hoort? Ik noem er enkele:

· In het functieprofiel van de classispredikant moet het bevorderen van een cultuur van mobiliteit als opdracht opgenomen worden;

· de kerk moet voldoende capaciteit hebben om gemeenten en predikanten bij beroepingswerk en jaargesprekken te begeleiden;

· samenwerking tussen gemeenten moet – met inachtneming van de identiteit van gemeente en predikant – bevorderd worden, zodat de gemeenten vitaal kunnen functioneren;

· er zal onderzocht worden of predikanten die naar een predikantsplaats met een kleinere omvang gaan, een financiële compensatie ontvangen kunnen. 

Na twaalf jaar

Al deze onderdelen van het besluitvoorstel komen voort uit de wens om een cultuur van mobiliteit te stimuleren, om onder studenten theologie, predikanten en kerkenraden het bewustzijn te bevorderen dat het werken in deeltijd toe zal nemen. Opvallend onderdeel van de besluiten is dat kerkenraad en predikant de mogelijkheid krijgen na twaalf jaar van elkaar afscheid te nemen zonder dat er sprake is van disfunctioneren of van spanningen. Het oogmerk hierbij is dat losmakingen voorkomen moeten worden, situaties waarin gemeente en predikant langdurig aan elkaar slijten én beschadigd raken.

Deze weg kan alleen gegaan worden als zowel predikant als gemeente instemt met een afscheid na twaalf jaar. Wie in de kerk thuis is, weet dat de gesprekken hiernaartoe altijd kwetsbaar zullen zijn, zodat de classispredikant de procedure zorgvuldig bewaken mag. Vanwege de financiële kant en vanwege de rechtspositie van de dominee is het belangrijk dat de Vereniging voor kerkrentmeesterlijk beheer resp. de Bond van Nederlandse predikanten zich achter dit voorstel gesteld hebben. 

Vooral bezwaren

Opvallend was dat in de bespreking synodeleden vooral hun bezwaren uitten. Mw. ds. L. Bos (classis Gouda) zei dat ‘dit rapport weinig oplost. Kijk hooguit nog eens naar de praktijk van de losmakingen.’ Ds. J. van Breevoort (classis Emmen) meende dat de grens van twaalf jaar als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de predikanten hangen blijft. Oud.-kerkrentmeester M.J. Flink (classis Hilversum) merkte op dat de nota ‘een doordringende geur van regels en procedures verspreidt’. Ds. R.J. van Elderen (classis Amersfoort) gaf aan dat ‘een vijfde deel van de predikanten langer dan twaalf jaar in een gemeente werkt en dus in een problematische situatie zit’. Diaken F. Bos (classis Gorinchem) was ‘erg teleurgesteld’ met ‘dit rapport voor dominees. Alle macht blijft bij de dominees’. 

Emeritus predikant

In zijn reactie gaf de scriba van de kerk, dr. R. de Reuver, aan dat deze bezinning en voorstellen de blijvende vreugde in de omgang tussen kerkenraad en predikant wil stimuleren. ‘Juist omdat dit niet vanzelf gaat, is deze nota er.’ En dan aanvaardt de synode alle onderdelen van het besluitvoorstel, waarbij ze als over mobiliteit gesproken zal worden, er ook aan flexibiliteit gedacht gaat worden.

Wel wordt er een motie aangenomen die de dienstenorganisatie opdraagt te onderzoeken in hoeverre werk dat door emeritus predikanten gedaan wordt, ook door dienstdoende predikanten kan worden verricht. Ik vind dit opvallend, omdat juist vorig jaar – in het kader van ‘Kerk 2025’ – besloten is te komen tot een pool van emeritus predikanten die beschikbaar willen blijven voor werk in de gemeenten en/of voor coaching. Blijkbaar hebben we hun inzet én levenservaring hard nodig. 

Lastig en enghartig

Nergens bleef de apostel Paulus twaalf jaar, maar lastig vond hij de gemeenten soms wel, enghartig ook. In geen enkel opzicht gaf hij enige aanstoot (2 Kor.6). Wel bewees hij zich als dienaar van God, in reinheid, kennis, geduld, vriendelijkheid, in de Heilige Geest, ook in het woord van de waarheid. Dat is toch anders dan een schaap met vijf poten zoeken. Zijn predikantenprofiel zette mensen in beweging, een beweging naar God. Om die mobiliteit gaat het in de kerk, daaraan is de synode dienstbaar.

P.J. Vergunst