Waar bent u naar op zoek?

blog

God gaf Adam begrensde plek om te wonen

Zorg voor je lichaam

16-04-2012

Pasen reikt verder dan dat Christus alleen de ziel van de gelovigen uit de macht van de duivel ontrukt heeft. Dit heilsfeit heeft ook gevolgen voor hun lichaam. Na Pasen weten de Zijnen dat hun lichaam voor de Heere is. Wie zijn lichaam te veel belast, leeft daar onvoldoende bij.

Verheerlijk God in uw lichaam. Die oproep doet Paulus in 1 Korinthe 6, nadat hij de gemeente erop gewezen heeft dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Dat is een bekend beeld. Minder bekend is dat de apostel in hetzelfde gedeelte schrijft dat onze lichamen ledematen van Christus zijn. Die vergelijking sluit aan bij 1 Korinthe 12, waar de gemeente het lichaam van Christus genoemd wordt. Elk lid van de gemeente is een ledemaat.

 

Zedeloosheid

Dat ledemaat van Christus zijn betreft niet alleen onze geest, onze ziel, maar ook ons lichaam. De relatie die een mens tot Christus heeft, bepaalt zijn totale mens-zijn. Het feit dat Paulus over het lichaam schrijft, heeft te maken met een ernstige ontsporing in de gemeente. In het vorige hoofdstuk ageert hij tegen de getolereerde zedeloosheid, omdat een man met de vrouw van zijn vader het bed deelde, terwijl de gemeente van dit kwaad wegkeek.

Uit de Bijbel merken we dat de aandacht voor ons lichaam er vooral is als het denken dreigt te ontsporen. Als het lichaam onteerd wordt door seksuele zonden, is Paulus scherp. Maar evenzeer hekelt hij het denken dat het lichaam van weinig waarde is, omdat het stoffelijke veracht kan worden – een denken dat later in de kerkgeschiedenis nogal eens terugkeert.

 

Eigenaar

Wie zondigt met zijn lichaam, neemt daarmee een ledemaat van Christus’ lichaam weg. Zo ver gaat dit zondigen dus. In deze tijd van het kerkelijk jaar zeggen we: we gaan voorbij aan het offer van Christus, we negeren de betekenis van Pasen. Jezus is de kruisweg gegaan, omdat Hij ook ons lichaam redden wilde. ‘Het lichaam is niet voor de hoererij, maar voor de Heere en de Heere voor het lichaam. En God heeft niet alleen de Heere opgewekt, maar zal ons ook opwekken door Zijn kracht.’ Als dit de weg is die God gaat, als Hij eigenaar van ons lichaam wil zijn, telt de vraag of wij God met ons lichaam verheerlijken, of in ons lichaam de eredienst aan God zich voltrekt.

De ernst van de zonde van hoererij – niet voor niets heeft Galaten 5 het bij de werken van het vlees ook over overspel, onreinheid, losbandigheid – is hiermee getekend. Elke zonde van de mens doet hij buiten zijn eigen lichaam, maar hier gaat het om zondigen tegen het eigen lichaam.

 

Lichamelijke arbeid

Met deze bijbelgedeelten zijn we echter niet klaar als we als alleengaande of getrouwde in dit opzicht heilig leven. We gaan in de weg van God als we positief zorg dragen voor ons eigen lichaam, omdat het een tempel is waarin God wil wonen.

In voorbije tijden was zware, lichamelijke arbeid in Nederland niet ongewoon, om in het inkomen te voorzien soms onvermijdelijk. Nu ervaren we op een andere wijze de zwaarte van ons bestaan: de veelheid van taken, de oneindigheid van keuzen, een informatiebombardement, de openheid van het leven waardoor heel de wereld bij ons binnendringt, wat mensen psychisch en ook lichamelijk moe kan maken. Zorg voor ons lichaam betekent daarom voldoende ontspanning en beweging, maar gaat tegelijk verder dan ‘een uurtje sporten’ in de week.

 

Grenzen

Ook in de kerk – en breder: in Gods Koninkrijk – zijn er veel taken te vervullen. Als je te maken hebt met neergang in de gemeente, ben je geneigd je nog meer in te zetten. Waar de rust in veel gezinnen ontbreekt, ontstaan er problemen, die van anderen weer aandacht vragen, hen werk bezorgen.

Weten dat ons lichaam eigendom van de Heere is, betekent ook in die situatie leven met grenzen. De beperkingen van ons leven – er zijn helaas maar 24 uur in een dag, zeggen we dan – mogen ons niet frustreren, want God heeft die beperkingen voor ons gewild. Het is niet goed de hete adem in je nek te voelen van wat je van jezelf verwacht of wat anderen van jou verwachten. Als we alles willen, geen keuzen maken, dan verwaarlozen we ons lichaam.

 

Opbranden?

Wil de Heere dat we in Zijn dienst opbranden? Betekent het levensdevies van Calvijn, ‘Laat ik dan sterven, als ik maar nuttig ben’, geen verwaarlozing van zijn lichaam, dat door Christus geheiligd was? Opgebrand in de dienst van de Heere (of ‘áán die dienst, wat voor Calvijn meer van toepassing was) is toch iets anders dan de belijdenis van Johannes de Doper uit Johannes 3, ‘Hij moet meer worden, ik echter minder’. De aansporing tot nuttigheid van Calvijn, die we terugzien in het calvinisme, kan gemakkelijk leiden tot een tekort aan aandacht voor ons lichaam, waarin de Geest van God wonen wil.

In haar boekje Mens naast God schrijft de psycholoog Wil Doornenbal dat de beperktheid van de mens – niet na de zondeval, maar al bij de schepping – op zo’n manier bij het leven hoort dat ze weldadig aandoet. ‘In het paradijs krijgt de mens de opdracht om de aarde te bebouwen, maar ontvangt hij geen macht over de tijd.’ Nog een mooie uitspraak: ‘Hoewel God de hele aarde op het oog heeft, ontwerpt Hij voor de eerste mensen een begrensde plek om te wonen: de omgrensde tuin in Eden.’

 

Roofbouw

In Efeze 5 roept Paulus mannen ertoe op hun vrouwen lief te hebben als hun eigen lichaam. Die uitspraak zegt niet alleen iets over het huwelijk, ook over de waardering van ons lichaam. De aandacht voor ons lichaam in de Bijbel doet een appèl op afwezige vaders en (daardoor?) overbelaste moeders. Die aandacht is ook confronterend voor mensen die denken als kerkenraadslid, als schoolbestuurslid en in ander bestuurlijk werk nergens gemist te kunnen worden – een verschijnsel dat de gereformeerde gezindte niet vreemd is.

We volgen daarom Jezus, die ons onderwees dat het lichaam meer is dan de kleding, als we niets willen weten van de uitspraak ‘Tijd is geld,’ als we vanwege de zorg voor ons lichaam nadenken waar onze eerste roeping in dit leven ligt. Wie op zoek is naar erkenning en zich wil bewijzen, kan de zorg voor zijn lichaam vergeten. Ook met het opnemen van ‘een christelijke taak’ kun je jezelf op het oog hebben en op een of andere manier roofbouw plegen.

 

Eenzaamheid

Daar komt bij dat hard werken ons kan verhinderen tot onszelf te komen, zowel lichamelijk als ten opzichte van God. Wie het ritme van de rustdag negeert, verleert het ook om stil te worden, zeker in onze huidige cultuur. Jezus is ons niet alleen voorgegaan in de beoefening van het gebed, in het stellen van prioriteiten, maar ook in het zoeken van de eenzaamheid. Toen zijn discipelen zelfs geen tijd hadden om te eten (Mark.6:31), greep Hij in: ‘Komt u zelf mee naar een eenzame plaats, alleen, en rust wat uit.’

De Duitse psychotherapeut Reinhold Ruthe schrijft ergens dat er nergens in de Bijbel staat dat de Heere iemand nodig heeft. ‘Slechts in Mattheüs 21:3 lezen we dat de Heere ze nodig heeft – en dan gaat het om een ezelin.’ Dat is de werkelijkheid van het Koninkrijk, die ons onze roeping niet doet verzaken, maar die wel ontspanning geeft.

 

Verheerlijkt lichaam

Dat het offer van Christus ook ons lichaam aangaat, is een troostrijke gedachte voor alle gelovigen die vanwege een handicap of vanwege het ouder worden hun lichaam als een last ervaren. Hij betaalde ervoor, opdat het lichaam van Zijn kinderen een ledemaat van Hem zou worden. En met een verheerlijkt lichaam stond Hij op, de Eerstgeborene uit de doden. Zijn opstanding garandeert de Zijnen dat verheerlijkte lichaam in de eeuwige toekomst.

P.J. Vergunst