Waar bent u naar op zoek?

column

Abortus

16-10-2017

We lopen het ziekenhuis in. Ayana kijkt me een beetje angstig aan en zegt zacht: ‘Baby niet goed.’ Ik leg mijn hand op haar schouder en antwoord geruststellend: ‘Hier zijn goede dokters, zij kunnen veel, zij willen helpen.’

Het is dinsdagmiddag. Samen met het Eritrese echtpaar Aziz en Ayana ben ik naar het ziekenhuis gereden. Ayana heeft vorige week een twintigweken echo gehad. Er blijkt iets niet goed te zijn met de kleine baby in haar buik. Vanmiddag moeten ze op gesprek komen.

We zitten in de wachtkamer van de afdeling Verloskunde. Als Ayana’s naam omgeroepen wordt, staan Aziz en Ayana op, Ayana gebaart mij mee te komen. Het gesprek is met twee dokters. De vrouwelijke arts stelt zich voor als kinderdokter. Zij begint het gesprek, een tolk vertaalt haar via de telefoon in het Tigrinya. ‘Op de echo is te zien dat het kindje een open ruggetje heeft. In welke mate kunnen we nu nog niet zeggen. Dit betekent dat het kindje kans heeft dat het nooit zal kunnen lopen en zitten. Ook is er een mogelijkheid dat het een waterhoofd heeft en naast lichamelijk ook geestelijk gehandicapt zal zijn,’ hoor ik haar uitleggen. De arts kijkt Ayana en Aziz vorsend aan en vraagt: ‘Begrijpt u dat?’ Ze knikken, Ayana begint te huilen.

‘Er zijn twee opties,’ vervolgt de arts, ‘u draagt uw baby de negen maanden uit. Dit houdt in dat de baby meteen na de geboorte geopereerd zal moeten worden en kans heeft op wat ik u net verteld heb.’ Weer klinkt de vraag: ‘Begrijpt u dat?’ Ze vervolgt: ‘Optie twee is dat u kiest voor een vroege bevalling. We laten het kindje geboren worden. De baby is nog te klein om te leven en zal sterven.’

Op de terugweg in de auto is het stil. Aziz zucht en mompelt: ‘Moeilijk, hoofd vol.’ Hij kijkt naar het afspraakkaartje in zijn hand. ‘Niet goed,’ zeg ik. ‘Morgenochtend samen praten.’ De volgende morgen zit ik samen met Jacoline – met telefoontolk – bij Aziz en Ayana op de bank om te vertellen wat de dokters hun níet verteld hebben.

Marijke de Wit