Waar bent u naar op zoek?

column

Beschaamd

22-05-2019

Iedereen aan tafel is even stil. Bart buigt zijn hoofd en bidt stil voor de maaltijd. Als hij klaar is, stoot Charles Paundedi mij aan: ‘Waarom bidt Bart nog een keer?’

Het is vrijdag. We lunchen samen met Charles Paundedi en Clement Gopanikufa van Timotheos Foundation Malawi. Zij zijn voor twee weken op bezoek in Nederland. Nog nooit eerder zijn ze buiten Afrika geweest. Alles hier maakt veel indruk op hen. Dit merken we aan hun vragen, waarmee ze ons regelmatig aan het denken zetten. Zo ook de vraag over Bart, die wat later aan tafel kwam. ‘In Malawi bidden we één keer voor de maaltijd. Als er gasten later aanschuiven, hoeven ze niet meer te bidden, want voor het eten is immers al om een zegen gevraagd,’ licht Charles toe.

De week waarin onze gasten aankomen, is het koud en guur voor de tijd van het jaar. ’s Avonds zetten ze de verwarming – ‘mooi!’ – op 23 graden en van verschillende kanten krijgen ze extra kleren; een warme trui, een winterjas.

‘Wanneer moeten wij eigenlijk slapen?’ vraagt Charles. ‘Het blijft hier zo lang licht.’ Ja, inderdaad, ik herinner mij ons bezoek aan Malawi; daar wordt het ’s middags om vijf uur donker. Vaak lagen we rond half negen al op bed, want de volgende dag moesten we weer vroeg op. Rond half zes begint de werkdag in Malawi. Maar hier wacht ’s avonds nog een volle zaal op een presentatie van de beide mannen.

Op Urk kijken ze wantrouwend naar de vele muggen. ‘Hier zijn toch geen malariamuggen, hè?’ klinkt het. Ze worden gerustgesteld: ‘Het zijn maar gewone eendagsvliegen, die deze ene dag op Urk door willen brengen.’

Het raakt Charles diep als hij hoort dat wij hier mais verbouwen als voedsel voor de dieren: ‘In Malawi is een bord maïspap soms het enige dat de kinderen die dag krijgen.’ Een gevoel van plaatsvervangende schaamte overvalt mij. 

’s Avonds aan de maaltijd voel ik me opnieuw beschaamd. Charles dankt met ons voor het eten: ‘Dank U voor het vele eten. We zijn verzadigd.’ Hij stopt even en vervolgt met schorre stem: ‘Dit kunnen velen in Malawi niet zeggen.’

Marijke de Wit-Bakker