Waar bent u naar op zoek?

column

Bijbeljaar

06-01-2014

Annus Domini 2014. Wat gaan we nu weer herdenken?

Ik voel veel voor het jubileum van het Nederlands Bijbelgenootschap, opgericht in 1814. Bijbelgenootschappen ontstonden in die tijd in tal van Europese landen. Bij alle oorlogsmoeheid heerste er een enorm evangelisch optimisme. Hoge politici, zoals grondwetschrijver Van Hogendorp, werkten mee aan een groots project van bekering en beschaving in binnen- en buitenland. Gods Woord moest de wereld in!
Geen herdenkingskoorts, maar een toekomstdroom kan ons inspireren tot een Bijbeljaar. Het ideaal van het NBG is na twee eeuwen niet achterhaald: Zorgen dat de Bijbel zo veel mogelijk mensen bereikt en aanspreekt.

Rond Hervormingsdag verschijnt de Bijbel in Gewone Taal. Geen opvolger van de Nieuwe Bijbelvertaling, maar toch een nieuwe vertaling, waaraan jarenlang is gewerkt door kenners van brontekst en doeltaal. Alleen de woordenschat is bewust klein gehouden. De BGT is voor minder geletterde medemensen. Niet voor doorgewinterde kerkgangers, hoewel het onlangs ging over ‘doeners in de kerk’ die gewoon niet veel letters vreten.
Ik vrees dat in de reformatorische wereld niet eens naar de BGT wordt uitgekeken. De gereformeerde gezindte rekent zich rijk met de Statenvertaling, meer of minder herzien, met of zonder woordenlijst of kanttekeningen. Allemaal goed en wel, want die uitgaven zijn eveneens bedoeld voor bepaalde lezersgroepen. Een Bijbel voor iedereen is een illusie.

Anno 1814 geloofden de bijbelgenootschappen daar nog wel in. Naar Brits voorbeeld hanteerden zij daarbij een eenvoudig principe. Zij gingen voor bijbeluitgaven without note or comment. Toelichting en uitlegging liet men over aan opvoeders, onderwijzers, predikanten, catecheten, jeugdwerkers, zendelingen, evangelisten – bijbelkenners die persoonlijk communiceren.
Natuurlijk staan encyclopedieën, commentaren en dogmatieken de bijbelgebruiker ten dienste. Maar de Bijbel blijve een boek op zichzelf, zo vonden de grondleggers van de bijbelbeweging. Van studie- of jongerenbijbels, doorschoten met allerlei toevoegingen uit uiteenlopende bronnen, zouden ze hebben gegruwd.
Ik weet het: de meeste bijbelgenootschappen zijn de afgelopen vijftig jaar – daartoe genoopt door toenemend ongeloof en analfabetisme, niet door groeiende onenigheid en verdeeldheid – afgeweken van artikel 1 van hun grondwet. Maar hun oorspronkelijke beginsel blijft het overdenken waard. Laat de Bijbel de Bijbel. Van kaft tot kaft.

Een goed Annus Bibliae!

Fred van Lieburg