Waar bent u naar op zoek?

column

De eerste kerkgang

08-11-2016

‘Mag ik mee naar de kerk, vader?’ Ons dochtertje van bijna drieënhalf kijkt me smekend aan. Ik twijfel sterk. Inmiddels heeft ze enige ervaring met de peuterspeelzaal en daardoor enig begrip gekregen van stil zitten en luisteren.

‘Wat moet je in de kerk doen dan’, vraag ik voor alle zekerheid. ‘Heel goed luisteren en niet praten’, antwoordt ze parmantig.

Alle spullen die horen bij een kerkbezoek haalt ze tevoorschijn. Een tas, een psalmboekje en snoepjes. In de auto spreken we de gang van zaken nog even voor. Ze lijkt alles te begrijpen. Tussen auto en kerkbank knikken enkele gemeenteleden haar toe: ‘Wat ben jij al groot!’

Nog voor de kerkenraad binnen is, zijn alle snoepjes verorberd. Nauwlettend houdt ze mijn handelingen in de gaten. Blader ik naar de juiste psalm, dan moet die ook in haar psalmboekje opgezocht worden. Vouw ik mijn handen, dan volgt ze automatisch. De ene psalm die ze goed kent, Psalm 75, is stof voor de preek. Als we het eerste vers zingen, zingt ze voorzichtig mee.

Bekomen van de eerste indrukken vindt ze het tijd om de verdere mogelijkheden van de kerk te onderzoeken. In de kerkbank zit een gleuf waardoor je precies een papiertje op de grond kan laten vallen. Als je op je knietjes op de bank gaat zitten, kun je goed de mensen achter in de kerk bestuderen. En door je vader over z’n bol te aaien kun je ook aan die mensen laten zien dat je hem wel aardig vindt.

De diakenen die plotseling opstaan, richten de aandacht op de collecte. De bijdrage voor drie collecten stopt ze meteen in de eerste collectezak, zodat ze beteuterd de volgende zakken voorbij moet laten gaan. Opgelucht haal ik adem als ze na tien minuten van de preek op mijn schoot in slaap valt. Na de zegen draag ik haar slapend de kerk uit.

De gemeente slaat het vertederd gade. Naderhand informeren veel mensen naar haar ervaringen of zeggen er iets aardigs over.

Door haar kerkgang wordt mijn dochtertje opeens echt opgenomen in de gemeente. Daar moet vader maar wat voor over hebben.

Arjan Baarssen