Waar bent u naar op zoek?

column

Haggis

20-06-2016

Om buitenlandse synodes te bezoeken en banden tussen kerken te verstevigen kom ik wel eens ergens. Elk van mijn bezoekverslagen bevat steevast ook een culinaire paragraaf. Zo eindigen de verslagen over Frankrijk (wijn) en Korea (kimchi) met juichtonen.

Laatst in Schotland was echter, met het einde van het bezoek in zicht, het culinaire hoogtepunt nog altijd fish and chips. De laatste maaltijd bood het traditionele Schotse gerecht haggis als menu-optie. De beschrijving ervan vraagt op zich al een sterke maag. Over maag gesproken: Haggis is een schapenmaag, gevuld met hart, longen en lever van het schaap; het vlees dat vroegere Schotse schapenboeren niet konden verkopen maar vanwege hun armoede ook niet wilden weggooien. Vooruit, ik zou haggis proberen. Maar toen een paar echte liefhebbers me daar op voorhand om prezen, sloeg de twijfel toe. 

Als je het eenmaal proeft, valt haggis best mee, zeker in het licht van de ingrediënten en het zwarte uiterlijk. De smaak van lever overheerst, het vlees is korrelig en vooral heel sterk gekruid. Geen wonder dat dit gerecht zich minder snel en succesvol over Europa heeft verbreid dan bijvoorbeeld bolognesesaus. Persoonlijk kan ik het nog prima een paar decennia zonder haggis stellen.

Voor sommige mensen zijn kerken en preken net als haggis. Er zijn liefhebbers die het toejuichen als zo’n buitenstaander het er eens op waagt. Mogelijk schrikt deze terug voor uiterlijke kanten, rare traditionele gebruiken en niet-alledaagse ingrediënten. Gelukkig valt het vaak mee, al kan de preek vrij pittig uitvallen. Goed om het eens geprobeerd te hebben, een mooi verhaal voor thuis, maar voorlopig hoeft het niet meer. En de liefhebber begrijpt niet dat de buitenstaander niet even enthousiast wordt over de smaak van een zuivere traditie.

Waarschijnlijk is er al veel gewonnen als we in evangelisatie en andere contacten rekening houden met het haggis-effect dat de kerk op buitenstaanders kan hebben. De kunst (of eigenlijk: de genade) is om mensen niet te laten focussen op het uiterlijk of op de traditionele ingrediënten, maar om ze tot proeven te verleiden. Hopelijk proeven ze vooral het hart.

A. Huijgen