Waar bent u naar op zoek?

column

Op de fluit gespeeld

21-08-2017

Met mijn boodschappentas in de hand loop ik naar de rij met winkelwagentjes naast de ingang van de supermarkt. Ik pak een muntje uit mijn portemonnee, stop deze in het karretje en trek het wagentje naar achteren.

Met een zwaai naar rechts wil ik het door de elektrische schuifdeuren naar binnen duwen. Opeens hoor ik achter mij een fluittoon. Ik draai me om en zie op de grond een kleine jongen in kleermakerszit, een blokfluit in zijn hand. Ik was bijna op hem gestapt. Hij kijkt mij kort even aan, knikt vriendelijk en legt een plastic bakje voor zich neer op de grond. Hij fluit nog een keer een korte toon en zet dan in. De wijs van ‘Opent uwe mond’ klinkt luid en helder de straat op. 

Een kwartiertje later, bij de kassa, hoor ik hem weer spelen. Ik herken nu de melodie van ‘Hoger dan de blauwe luchten’. Een vrouw voor mij in de rij glimlacht. Zij knikt met haar hoofd richting het jongetje en zegt: ‘Mooi hè, een echte straatevangelist, zo.’ De kassière voegt er lachend aan toe: ‘En een goede ondernemer. Vorige week zamelde hij lege flessen in, nu gooit hij het over een andere boeg.’ Een oudere man achter mij bromt: ‘Nou, ik zou er gek van worden, al dat gefluit de hele dag.’

Buiten pak ik mijn volle boodschappentas uit het winkelwagentje, zet deze terug, het muntje gooi ik in het bakje van de muzikant. Met een lach op zijn gezicht zet hij een nieuw lied in: ‘Eens brachten de moeders hun kinderen tot Jezus.’ 

Opeens moet ik denken aan Jezus’ vraag aan de mensen om hem heen, na Zijn getuigenis over Johannes: ‘Met wie zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is zoals de kleine kinderen die op de markt zitten en hun vriendjes toeroepen: Wij hebben voor jullie op de fluit gespeeld, maar jullie hebben niet gedanst; wij hebben klaagliederen voor jullie gezongen, maar jullie hebben geen rouw bedreven.’

Als ik naar mijn auto loop, hoor ik de eerste klanken van het lied ‘Kent gij reeds de Goede Herder…’

Marijke de Wit